Verdere aanscherping tbs-beleid
Het opleggen van een tbs-maatregel wordt minder afhankelijk van medewerking van verdachten, het tbs-stelsel wordt efficiënter en de longstay wordt versoberd. Daarnaast wordt de aanwijzingsbevoegdheid vergroot, komt er levenslang toezicht op zedendelinquenten en wordt het belang van slachtoffers altijd meegewogen bij het toekennen van verlof. Dit schrijft staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie vandaag aan de Tweede Kamer. Door deze en al eerder aangekondigde maatregelen bouwt Teeven verder aan een veiliger samenleving en een toekomstbestendig tbs-stelsel.
Weigerende observandi
Jaarlijks weigeren ongeveer 70 verdachten medewerking aan observatieonderzoek in het Pieter Baan Centrum. In de helft van deze gevallen heeft de weigering van de verdachte tot gevolg dat het niet mogelijk is een psychische stoornis vast te stellen, zo blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC). Het vaststellen van een stoornis - en daarmee een zekere mate van ontoerekeningsvatbaarheid - is echter een voorwaarde voor het opleggen van tbs. Door observatie te weigeren, ontlopen zo elk jaar tientallen verdachten de tbs. Niet alleen ondergraaft dit het vertrouwen van de samenleving in het rechtstelsel, het maakt de samenleving ook onveiliger. Staatssecretaris Teeven gaat het daarom wettelijk mogelijk maken dat psychiatrische gegevens uit het verleden kunnen worden gebruikt voor onderzoek naar de geestesgesteldheid van verdachten. Hiermee kan worden voorkomen dat deskundigen geen psychische stoornis kunnen vaststellen als de verdachte weigert mee te werken aan onderzoek.
Een efficiënter stelsel
Uit WODC-onderzoek blijkt dat de verblijfsduur van tbs-ers in de negentiger jaren is opgelopen van 7,0 naar 9,8 jaar. Te veel tbs-gestelden zitten te lang op een hoog beveiligde - en daarmee dure – plaats. Dit terwijl dat eigenlijk niet meer nodig is, gelet op de fase van hun behandeling. Als klinieken tijdig verlof aanvragen kunnen tbs-gestelden eerder uitstromen naar een geschikte en goedkopere voorziening buiten de kliniek. Bijkomend effect is dat de behandelduur korter wordt. Dit heeft geen gevolgen voor het veiligheidsrisico voor de maatschappij; het Adviescollege Verloftoetsing tbs (Avt) blijft alle verlofaanvragen scherp toetsen. Prestatie-indicatoren – bijvoorbeeld op het gebied van verlofaanvragen en recidive – moeten beter zicht bieden op de werkwijze van de tbs-klinieken. In de tweede helft van 2011 worden de onderlinge scores vergeleken.
Versobering longstay
Tbs-ers in de longstay met een gemiddeld of hoog beveiligingsniveau komen niet meer in aanmerking voor begeleid verlof. Alleen een kleine groep longstayers met een laag beveiligingsniveau komt onder strikte voorwaarden nog voor begeleid verlof in aanmerking. Een onafhankelijke adviescommissie gaat elke drie jaar beoordelen in welke categorie een tbs-gestelde thuis hoort.
Aanwijzingsbevoegdheid uitgebreid
De staatssecretaris krijgt ruimere bevoegdheden om in te grijpen in de dagelijkse gang van zaken van tbs-klinieken. Zo zal hij straks kunnen ingrijpen als dit noodzakelijk is met het oog op de veiligheid van de samenleving, of in het belang van slachtoffers. Een voorbeeld is de aanscherping van toegangscontroles voor het personeel.
Levenslang toezicht op zedendelinquenten
Tbs-gestelden die in het verleden zijn veroordeeld voor een zedendelict kunnen straks levenslang onder toezicht komen te staan. Momenteel is het toezicht beperkt tot een periode van maximaal negen jaar. Met levenslang toezicht kan dreigende recidive tijdig worden gesignaleerd en kunnen nieuwe slachtoffers worden voorkomen.
Meewegen belang slachtoffers bij verlofaanvraag
Bij elke verlofaanvraag moet het belang van slachtoffers nadrukkelijk worden meegewogen. Hoe – en in hoeverre - dit is gebeurd, moet duidelijk in de aanvraag beschreven staan. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in een gebiedsverbod tijdens het verlof. Ook wordt een afgerond slachtofferonderzoek een vereiste om op verlof te mogen. Het AVt toetst of aan deze vereisten is voldaan.