Machiavellilezing door minister Hillen van Defensie
Minister Hillen van Defensie heeft op 16 februari 2011 de Machiavellilezing gehouden.
Dames en heren,
De afgelopen weken is hevig gedebatteerd over de politietrainingsmissie in Afghanistan.
Moeten we wel gaan?
Moeten we niet gaan?
We gaan.
Onze prijswinnaar, Bert van Marwijk, moest zich met zijn team eerst kwalificeren voordat hij naar Zuid-Afrika mocht.
Wij van de krijgsmacht hebben zo’n testronde niet nodig.
Wij zijn altijd gekwalificeerd om te gaan.
Wij hadden vooraf weer iets ánders nodig: democratische toestemming van het parlement.
Die toestemming is er gekomen.
Maar niet vanzelf.
Dat zal u niet zijn ontgaan.
Ook eerdere missies hebben de afgelopen jaren tot het nodige rumoer geleid.
Ik wil vandaag met u deze weerstand analyseren en de onderliggende argumentatie weerleggen. Ik zal daarbij het belang aantonen van een krijgsmacht in de Champions League namens het Nederland van de 21ste eeuw.
Dames en heren,
U kent natuurlijk Niccolò Machiavelli, de naamgever van deze lezing. Deze Italiaanse filosoof en diplomaat schreef onder andere De Heerser.
Nog altijd een standaardwerk voor iedereen die politicologie studeert.
Puttend uit zijn eigen ervaringen in de nabijheid van vele heersers in het middeleeuwse Italië, beschreef Machiavelli de beste manieren om aan de macht te komen maar vooral ook aan de macht te blijven.
Daarbij tekende hij droge observaties op als: ‘Het is het beste om niet alleen de afgezette machthebber te vermoorden, maar ook zijn gehele familie en nageslacht.’
Wat dat betreft doen we het in politiek Den Haag zo slecht nog niet.
Lang is gedacht dat Machiavelli zelf achter dergelijke daden zou staan.
Niets is minder waar. Machiavelli is niet immoreel maar amoreel.
Hij analyseert en beschrijft het bikkelharde spel om de macht.
Het is dus niet vreemd dat de Machiavellistichting juist hier op het Binnenhof de Machiavelliprijs uitreikt.
Bij de voorbereiding van deze bijeenkomst vroeg ik mij af: wat zou Machiavelli er eigenlijk van gevonden hebben dat een voetbalcoach zijn prijs heeft gewonnen?
Ik denk dat Machiavelli in een cable aan zijn keizer zou melden: 'In Nederland is de macht aan Brood & Spelen.
Uit machtsoverwegingen kunt u beter spreken met Bert van Marwijk dan met Hans Hillen…'.
Dames en heren,
Machiavelli heeft gelijk.
We betalen miljoenen euro’s aan voetballers.
We juichen hen met tienduizenden toe.
We onthalen ze als helden in de grachten van onze hoofdstad.
Ik gun dit de bondscoach en de voetballers van Oranje van harte.
Topsporters leveren topprestaties.
Daar mag best grote waardering tegenover staan.
Maar zou dat dan ook niet moeten gelden voor onze Nederlandse soldaten?
Ook zij leveren een topprestatie.
Ze wagen in het uiterste geval zelfs hun leven.
Voor een iets bescheidener salaris overigens.
‘Voetbal is oorlog’, zei een illuster voorganger van Bert van Marwijk ooit.
Zijn er meer overeenkomsten?
De 3D-aanpak?
Dribbelen, doorstoten, doelpunt?
Hoe het ook zij, ik zou willen dat mijn soldaten na uitzending ook op zo’n rondvaartboot zaten.
Ik weet zeker dat de Commandant der Strijdkrachten er ook zo over denkt.
Maar ik zie dat nog niet zo snel gebeuren.
Want hoewel onze militairen populair zijn – ….
….in 2006 zelfs uitgeroepen tot Nederlander van het Jaar – matcht de opdracht van Defensie niet met het huidige maatschappelijke en politieke klimaat.
Een klimaat waarin welvaart ons het zicht op de werkelijkheid ontneemt.
Waarin we denken de oorlog te winnen door een goed gesprek met de vijand te beginnen.
Een klimaat waarin emotie, hypes en tweets de boventoon voeren.
Waarin de wereld wordt samengevat in 140 tekens.
Waarin de mening van de marktkoopman even zwaar telt als die van de deskundige.
(Zie Roel Coutinho in de Machiavellilezing 2009).
Het is een klimaat waarin een gemeenschappelijk verhaal ontbreekt en het eigen belang voorop staat.
Een klimaat waarin niet de inhoud de koers bepaalt, maar of we de spreker aardig vinden. Waarin we politici een mandaat van een week geven, in plaats van vier jaar.
Daar wordt de politiek onrustig van.
Daar wordt de maatschappij onrustig van.
Dames en heren,
Temidden van dit dagkoersengeweld van de opiniepeilingen bevindt zich de krijgsmacht.
Eén van de laatste bastions met nog wél een ideaal met een gemeenschappelijke en langdurige horizon: het dienen van ons land.
Het dienen van de veiligheid en welvaart van anderen.
Het dienen van het algemeen belang.
Het is een wereld van kameraadschap, traditie, bezieling en loyaliteit.
Waarin soldaten elkaar door dik en dun steunen en het eigen belang ondergeschikt is aan het hogere.
Of, zoals de woorden uit het Cadettenlied luiden: 'Met heilig vuur bezielt voor dat ene'.
Ze zijn bereid voor ‘dat ene’ zelfs hun leven te geven.
Het werk van de krijgsmacht zou dus best….
….met een bescheiden applausje in de Amsterdamse grachten begroet mogen worden.
Maar hier lopen de wegen van uiteen.
De publieke opinie heeft onze militairen in het hart gesloten.
Het zijn 'onze Helden', en terecht.
Maar hun taken, hun buitenlandse missies, hun door de politiek gegeven opdracht, worden door velen bekeken met een mengeling van afkeer en ongemak.
Het is alsof we tegen de voetballers van Oranje zeggen: 'We zijn trots dat jullie namens ons land zo goed kunnen voetballen….
…maar jullie mogen alléén trainen, en in het stadion níet over de middellijn komen.'
In de publieke en politieke aarzelingen rond de nieuwste missie in Afghanistan klinken steevast twee elementen door.
'Waarom zouden we de Afghanen helpen als we in eigen land genoeg problemen hebben?'
En: 'Wat heeft onze inzet daar eigenlijk voor zin?'
Dames en heren,
Laat mij daarop als eerste dit zeggen: Vergist u zich niet in een aantal kwaliteiten van de krijgsmacht.
Ten eerste. Onze militairen zijn goed geoefend, goed bewapend en uiterst effectief.
Ten tweede. Onze militairen hebben dertig jaar ervaring met vredesmissies en fysieke aanwezigheid in gebieden…
….waar rechtsstatelijkheid en veiligheid voor burgers ver te zoeken zijn. Zij hebben grondige kennis opgebouwd van wat in zulke gebieden nodig is.
Er is geen Nederlandse militair die vandaag nog zegt: …
…‘Een probleem los je op met een kanon.'
Volgens Machiavelli is het leger hét instrument dat ten grondslag ligt aan het behoud van de macht.
In zijn tijd was het leger vooral een belangrijk machtsmiddel van een land.
In ónze tijd geeft een leger niet alleen macht, maar ook de mogelijkheid om mensen te helpen. Om mensen in hopeloze situaties uitzicht te bieden op een waardige toekomst.
Het leger heeft er tegenwoordig dus een dimensie bijgekregen.
Een dimensie die wij zo belangrijk vinden, dat wij hem zelfs in onze Grondwet hebben vastgelegd.
In zijn boek met de veelzeggende titel 'Why Europeans Hate Going to War',
doet de Amerikaanse auteur James Sheehan een poging vanuit Amerikaans perspectief de terughoudendheid, ja zelfs het wantrouwen, te begrijpen van Europa ten opzichte van het militaire instrument.
Volgens Sheehan komt de Europese weerzin tegen alles wat riekt naar ‘militair’, voort uit de gruwelen van de twee grote Wereldoorlogen begin vorige eeuw.
'Nooit meer zoveel bloedvergieten', was en is het algemene Europese gevoel.
Europa ambieert het bovendien niet een supermacht te worden.
Eenheid en stabiliteit zijn het hoogste doel.
De transformatie van kanon naar kroontjespen heeft grote voordelen gehad.
Het heeft ons veel welvaart gebracht.
Maar…
…het heeft ons misschien ook wel te gemakzuchtig gemaakt tegenover heel veel grote problemen.
We lijken te denken dat we het sinds de Val van de Muur eigenlijk wel zonder een krijgsmacht afkunnen.
Dames en heren,
Staat u mij toe Nederland op dit punt wakker te schudden.
We hebben…
…een krijgsmacht…
…nodig!
Niet alleen vanwege onze hulpvaardigheid aan anderen…
Maar ook voor onze eigen veiligheid.
Voor onze eigen economie.
Laat ik beginnen met onze veiligheid.
Defensie heeft daar – met vier andere departementen - grondig onderzoek naar gedaan.
Deze 'Verkenningen' voorspellen ons geen Apocalyps.
Maar de wereld wordt er de komende jaren zeker niet veiliger en voorspelbaarder op.
Vanwege de schuivende geo-politieke verhoudingen.
Maar ook door de dreiging van energietekorten, klimaatveranderingen,…
…cyberwarfare en voedsel- en waterschaarste.
Dit kan tot revoluties leiden maar ook ruimte geven aan terroristische groepen….
….vaak met veel geld en ingrijpende machtsmiddelen.
We kunnen niet met onze rug naar deze ontwikkelingen staan.
In de huidige wereld bestaat de ver-van-mijn-bed-show niet meer.
De Nederlandse overheid heeft als kerntaak het Nederlands grondgebied te beveiligen en de Nederlandse belangen te beschermen.
Daarom heeft elke Rus die stiekem boven onze Waddenzee vliegt, binnen een paar minuten twee Hollandse F-16’s naast zich.
Dáárom zijn we met 20.000 militairen naar Afghanistan gegaan.
Dan onze economie.
Moet ik hier het woord piraat laten vallen?...
Onze handelsstromen over zee liggen direct onder schot van de internationale criminaliteit.
Piraten zijn geen romantische Robin Hoods op snelle scheepjes, die van onze welvaart snoepen.
Piraterij is internationaal georganiseerde criminaliteit die misbruik maakt van de sociale en economische uitzichtloosheid binnen Failed States.
Die jonge mensen voor hun karretje spant tegen grote beloningen.
Wij bevechten hen binnen onze eigen juridische bandbreedte. Een bandbreedte die zij niet hanteren.
Waardoor zij momenteel successen kunnen boeken.
Ik geef vandaag niet de uiteindelijke oplossing.
Wel geef ik het signaal dat de bedreiging van deze vervoersstromen onze economie direct kan raken.
Dan onze economische positie in de wereld.
Lange tijd waren Europa, de Verenigde Staten en Japan de heersende economische grootmachten.
We hebben sinds de jaren zestig onafgebroken stijgende welvaart meegemaakt.
We hebben dertig, veertig jaar kunnen rentenieren.
Maar, ik kan u verzekeren, dat duurt niet lang meer.
China, India en Brazilië komen aangedenderd.
Niet met 120 kilometer per uur maar met 300 kilometer per uur.
Willen wij onze welvaart behouden, dan zullen we achter onze dijken vandaan moeten komen.
De tijd van het Zwitserlevengevoel, is echt voorbij.
Nederland verdient zijn boterham voor driekwart in het buitenland.
Willen we onze auto voor de deur houden, dan moeten we over de grens kijken.
Een betrouwbare internationale partner zijn.
Een partner die - en hier komt de minister van Defensie in mij nadrukkelijk om de hoek kijken - ook in NAVO en EU-verband, of in andere coalities, zijn steentje zal moeten bijdragen.
Dat betekent deelnemen aan de minder leuke klusjes af en toe, als je een militaire missie oneerbiedig zo mag noemen.
Dat betekent risico’s dragen.
Aan de afwas dus.
Die internationale inzet leidt eerder tot een bétere positie van ons land, dan een slechtere!
Dames en heren,
We bevinden ons hier in Den Haag, internationale stad van vrede en recht.
Met het internationaal gerechtshof.
Het Joegoslaviëtribunaal.
En vele andere instellingen op het gebied van het internationaal recht.
Op steenworp afstand van deze zaal vinden we het graf van Spinoza, de briljante Portugees-Nederlandse filosoof.
Spinoza zag met eigen ogen hoe in de 17de eeuw de gebroeders De Witt hier vlakbij bij de Gevangenpoort werden gelynched door het volk. Zonder tussenkomst van enig rechter.
Spinoza verafschuwde deze rechteloze moordpartij.
Ultimum barbarum, de ultieme barbarij, noemde hij het.
Spinoza wijdde zijn leven aan het opkomen voor de democratische rechtsstaat.
Ook Hugo de Groot staat met zijn Mare Librum in deze Nederlandse traditie.
Het is deze zwaar bevochten internationale rechtsorde waarvoor de Nederlandse krijgsmacht zich inzet.
Een opdracht die is vastgelegd in onze Grondwet.
Voor deze inzet krijgen onze militairen in maart de Geuzenpenning uitgereikt.
Een prestigieuze prijs vanwege hun bijdrage aan het tegengaan van dictatuur en discriminatie in de wereld.
De Geuzenpenning is een blijk van waardering die door mij, door onze Commandant der Strijdkrachten en door onze militairen als uiterst waardevol wordt beschouwd.
Want daar doen wij het voor.
En daar doen zij het voor.
Dáárom zijn onze militairen militair geworden.
Om anderen te helpen en onrecht te bestrijden.
De Geuzenpenning is een erkenning.
Niet alleen voor de belangen waar de krijgsmacht voor staat.
Maar ook voor de waarden waar de krijgsmacht voor staat, en de wijze waarop de krijgsmacht deze belangen en waarden dient.
Dames en Heren,
Bert van Marwijk heeft niet alleen voetbalmacht laten zien.
Maar ook de macht van Brood & Spelen.
Julius Caesar, uitvinder van deze term, begreep al dat deze macht meer oplevert dan de macht van wapens.
Voordat hij kon oogsten, werd hij door vriend Brutus op de schouder getikt.
Als Nederland ooit in de revolutie raakt en bij ons ook de pleinen vollopen met burgers, dan laten wij de tanks weg en zetten het Nederlands elftal in!
Dan kleuren de gezichten oranje, zitten de cafe’s vol en is Nederland intens gelukkig!