Friese plattelandsschool mag open blijven
De Friese basisschool Mids de Marren in Gaastmeer heeft de landelijke primeur: het is de eerste basisschool in Nederland die open mag blijven ondanks een te klein aantal leerlingen. Minister van Bijsterveldt (Onderwijs) is vandaag naar Friesland afgereisd om Mids de Marren het goede nieuws te vertellen.
De Friese basisschool telt op dit moment 22 leerlingen. De absolute ondergrens voor een basisschool om te blijven bestaan is 23 leerlingen. Vanaf 1 januari 2011 geldt een nieuwe wet waardoor het voor basisscholen mogelijk wordt om toch open te blijven als ze onder de opheffingsnorm van 23 leerlingen komen. Scholen kunnen hiertoe een verzoek indienen bij de minister van Onderwijs. De minister beoordeelt vervolgens of de school in staat is binnen afzienbare termijn boven de 23 leerlingen uit te komen. Ook moet de kwaliteit van de school op orde zijn. Tot slot kan de ligging van de school en de scholen in de omgeving worden betrokken bij de besluitvorming. Mids de Marren is de eerste basisschool die op basis van de nieuwe wet open mag blijven. De bewindsvrouw is verheugd dat het wetsvoorstel direct in praktijk kan worden gebracht en kleine scholen kan helpen voort te bestaan. “Het is belangrijk dat leerlingen in hun eigen buurt of dorp op school kunnen blijven. Dat is tevens goed voor de leefbaarheid van het platteland en de krimpregio’s,” aldus Van Bijsterveldt.
Voorheen was de regel dat de bekostiging van een school werd stopgezet als de school drie achtereenvolgende jaren onder de opheffingsnorm zat. De opheffingsnorm is afhankelijk van het aantal leerlingen per vierkante km. Deze norm kan variëren van 23 tot 200 leerlingen. Op die manier wordt voorzien in voldoende scholen in alle regio’s. Scholen die onder de opheffingsnorm komen, kunnen gecompenseerd worden door leerlingen van andere scholen die onder hetzelfde bestuur vallen. Aanvullende eis is dat een school ten minste 23 leerlingen moet hebben. Veel kleine scholen onder de opheffingsnorm worden op die manier in stand gehouden. Zodra een school echter onder de 23 leerlingen zakt, wordt deze met ingang van het volgende schooljaar opgeheven. Vooral voor plattelandsscholen waar het leerlingenaantal in de toekomst weer zal stijgen, is het wetsvoorstel een uitkomst.
Naast deze wet voor kleine scholen neemt het kabinet nog meer maatregelen om kleine scholen in krimpregio’s open te houden en zo een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid op het platteland. Begin februari 2011 is een wetsvoorstel samenwerkingsschool aangenomen. Kleine scholen voor basis- en voortgezet onderwijs die met sluiting worden bedreigd vanwege een afnemend aantal leerlingen, kunnen hiermee in de toekomst mogelijk toch blijven bestaan. Zij krijgen onder strikte voorwaarden de mogelijkheid om een ‘samenwerkingsschool’ tot stand te brengen, waar zowel bijzonder als openbaar onderwijs wordt gegeven.