Persconferentie na ministerraad 11 februari 2011
Inleiding door minister-president Rutte:
Goedemiddag allemaal. Vanochtend hadden we eerst Rijksministerraad en daarna de ministerraad. We hebben natuurlijk lang stilgestaan bij de internationale ontwikkelingen. Het Midden-Oosten. Uri Rosenthal heeft daar een reis doorheen gemaakt. Hij is in verschillende landen geweest, waaronder ook Israel, de Palestijnse gebieden, Jordanië. Maar we hebben in ieder geval ook heel lang stilgestaan bij de situatie in Egypte. De Europese Raad heeft vorige week al gezegd dat aan de aspiraties van het Egyptische volk tegemoet moet worden gekomen. Een gemeenschappelijke verklaring uitgegeven waarin we gezegd hebben dat wij vinden dat de Egyptische autoriteiten moeten voldoen aan de wens tot hervormingen en dat ze ook daarmee nu moeten gaan beginnen. Het gaat om de wens om vrijheid. Het gaat om de wens om democratie. Het gaat om heel fundamentele zaken. Op dit moment is nog veel onduidelijk, bijvoorbeeld over de hervormingen die zouden zijn aangekondigd. Daar heeft ook Rosenthal, over die ontwikkeling heeft Rosenthal commentaar gegeven, gisteravond al. En laat ik gewoon kortweg vaststellen dat die ontwikkelingen in Egypte aanleiding zijn tot zorg. Dat geldt niet alleen voor Nederland, dat geldt denk ik voor de hele internationale democratische gemeenschap. Duidelijk is dat Mubarak gisteren niet tegemoet is gekomen aan de wensen van de demonstranten. Er staan voor vandaag weer demonstraties gepland. En wat ons betreft is het vooral van groot belang dat deze demonstraties zo vreedzaam mogelijk kunnen verlopen. De internationale gemeenschap, de Europese Unie, Nederland: we hebben steeds opgeroepen om zo snel mogelijk te komen tot een ordelijke transitie naar werkelijke democratie. Naar fundamentele politieke en sociale hervormingen. Respect voor mensenrechten, respect voor minderheden. Daar gaat het om. En dat transitieproces moet wat ons betreft nu beginnen. De Europese Unie staat klaar om te helpen. De Hoge Vertegenwoordiger, de High Commissioner, Ashton heeft dat ook gisteren nog een keer in haar verklaring herhaald. Zij is bereid er naartoe te gaan en te helpen.
Verder hebben we gesproken over de ontwikkelingen in Afghanistan. Ik heb verslag gedaan van mijn gesprek met André Rouvoet en Joël Voordewind van de ChristenUnie, die zich grote zorgen maken, en zij natuurlijk niet alleen, over de arrestatie van twee Afghanen die zich tot het christendom hebben bekeerd en nu in de gevangenis zitten. Het kabinet ziet er scherp op toe. Onze zorgen, kan ik u zeggen, zijn in volle omvang bekend bij de Afghaanse regering. En we doen er alles aan om een eventuele veroordeling en erger nog, een executie te voorkomen.
We hebben vandaag ook een besluit genomen over de Drank- en Horecawet. We willen het drankgebruik onder jongeren fors terugdringen. Het gaat om het alcohol drinken door jongeren onder de 16 jaar in publieke gelegenheden, dat dat wordt verboden. Ook het in bezit hebben van alcohol op de openbare weg wordt strafbaar. U weet uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat vooral bij jonge mensen in die leeftijdscategorie teveel drank leidt tot ernstige schade aan de hersenen en andere organen, en zeker ook in die groeifase heel schadelijk is.
Tot slot hebben we vandaag een besluit genomen over wat ik maar even kortweg noem de superzusters. Oftewel de verpleegkundigen die extra zijn opgeleid, de physician assistents en de nurse practitioners. Excuus voor het Engels, maar in het beste Nederlands te vertalen als superzusters. Dat zijn die verpleegkundigen die na hun HBO nog twee jaar doorstuderen en allerlei lichtere taken van de huisarts kunnen overnemen. Ik was laatst op werkbezoek in Groningen, dat functioneert al heel goed, is al acht jaar aan de gang, alleen het wettelijk kader is nog steeds niet rond. Waardoor bijvoorbeeld het uitschrijven van eenvoudige medicijnen niet goed kan plaatsvinden. Door deze regelgeving is het nu mogelijk om deze belangrijke groep verpleegkundigen ook echt goed te verankeren. En ik ben er heel blij om, ik was daar ooit als staatssecretaris voor Onderwijs al bij betrokken. Toen met Hans Hoogervorst op het ministerie van VWS en ik vind het erg leuk om nu in deze baan te zien dat dit ook tot een afronding komt dankzij in dit geval Edith Schippers, de minister van Volksgezondheid, die dit vandaag aan het kabinet heeft voorgesteld. Dus dat is geregeld. Typisch iets waar dit kabinet waarde kan toevoegen en niet in de weg lopen, maar goede maatschappelijke ontwikkelingen ook voorzien van een goed wettelijk kader.
VULLINGS:
Meneer Rutte, u zegt: we staan achter de aspiraties van het Egyptische volk, maar tot op heden heeft niemand van de Nederlandse regering gezegd dat president Mubarak ook echt moet vertrekken.
RUTTE:
Nee, omdat ik nog steeds vind, dat heb ik ook vorige week gezegd, dat dat echt aan de Egyptenaren zelf is. Het is nu zaak dat daar zo snel mogelijk een ordelijke transitie plaatsvindt naar zo'n democratisch bewind. Dat daar een breed gedragen overgangsregering komt. Maar ik vind het gratuite, ik vind het ook arrogant, om vanuit het westen te zeggen dat dat betekent dat die en die stap precies gezet moet worden. U ziet ook eigenlijk in het hele westen dat die nadrukkelijke oproep er niet is geweest.
VULLINGS:
Maar het Egyptische volk wil dat hij opstapt, maar hij gaat niet. Dat is een impasse, dus wat steun van buiten kan wellicht wel helpen?
RUTTE:
Ja, en wat wilt u daarmee bereiken?
VULLINGS:
Dat hij opstapt.
RUTTE:
En wat gaan we dan doen in Egypte?
VULLINGS:
Dat beslist het Egyptisch volk toch, dat zegt u iedere keer?
RUTTE:
Ja, maar dat is precies het dilemma hè. Ik vind echt dat de internationale gemeenschap hier als taak heeft aan te dringen op een vreedzame overgang, breed gedragen, etcetera, etcetera. Dat moet nu gebeuren. Ik kan me ook heel goed voorstellen, iedereen die zegt, is het voor de hand liggend dat Mubarak dan leiding geeft aan die overgangsregering, dat lijkt me ook moeilijk voorstelbaar. Maar dat je als westen zegt: hij moet nu weg. Zeker ook als je niet weet wat dan de alternatieven zijn. Precies de discussie die ik vorige week in de Kamer ook had bij de voorbereiding op de Europese Raad. Ik vind echt dat hier de westerse diplomatie zijn werk moet doen. Dat doe ik dus maximaal, de Amerikaanse regering werkt mee, de Europese Unie werkt ook geheel mee. Daar zal het van moeten komen. Maar het is echt te makkelijk om te zeggen: en nu gaan wij maar even pleiten dat Mubarak vanmiddag moet aftreden.
VULLINGS:
Maar wat is daar dan mis mee? De mensen daar roepen dat, en krijgen eigenlijk geen steun van westerse leiders.
RUTTE:
We hebben tachtig miljoen Egyptenaren, en nou is het probleem het volgende, dat we niet weten in Egypte wat precies de machtscentra zijn. Maar we weten het eigenlijk wel, en we weten ook dat het zeer onzeker is wat er gaat gebeuren als er geen ordelijke transitie plaatsvindt.
VULLINGS:
Maar als Mubarak weggaat hoeft dat niet in te houden dat de transitie dan niet ordelijk is? Hij is vooral voor de demonstranten een symbool. En ze willen dat dat symbool weggaat. Ze zeggen niet: de hele regering moet weg.
RUTTE:
Ik pleit er dus voor dat het een zo snel mogelijke en ordelijke transitie is. Maar wat heel belangrijk is, is dat we uiteindelijk voor het eindspel van Egypte voorkomen dat dar een situatie ontstaat dat dat land zich ontwikkelt in de richting van, laten we zeggen Iran. Het is een groot land met een hele grote islamitische bevolking. Er zijn twee goede voorbeelden in de wereld waar zo’n land een democratische signatuur heeft. Dat zijn Turkije en Indonesië. Maar er is ook een voorbeeld waar het mis is gegaan. Dat heet Iran. En in die twee uitersten is het heel belangrijk dat Egypte de goede kant opgaat. Als je kijkt wat nu de belangrijkste, ordenende machtscentra zijn in Egypte, het leger, de president en de moslim broederschap. Dan wil ik wel even zeker weten dat het goed gaat. Vandaar dat wij zeggen: Mubarak dat is echt aan de Egyptenaren. Waar wij op inzetten is: het moet ordelijk en een transitie zijn daadwerkelijk naar de democratie die de mensenrechten respecteert, de staat van beleg kan opheffen etcetera, etcetara.
VULLINGS:
Denkt u daar invloed op te hebben dan?
RUTTE:
Zeker.
VULLINGS:
Hoe dan?
RUTTE:
Langs de lijnen van de internationale diplomatie, de internationale druk die wordt uitgeoefend. Of dat nou Obama is in het Witte Huis, de Europese Unie, de Hoge Vertegenwoordiger, de uitspraak van de Raad van vorige week, ik denk uiteindelijk dat dat zeker effect zal hebben. Maar ja, het is een taai probleem, dat is duidelijk.
VAN DER HEYDE:
Aanvullend meneer Rutte. U zegt tegelijkertijd wel dat de Nederlandse regering zich zorgen maakt over de situatie.
RUTTE:
Zeker.
VAN DER HEYDE:
Want?
RUTTE:
Nou ja, omdat wij natuurlijk ook zien met zijn allen. Dankzij uw tv-beelden en die van RTL en de kranten, dat er uiteindelijk sprake is toch van een risico dat zaken escaleren op straat. En dat wil je voorkomen. Dus ik pleit er ook heel erg voor dat het geweldloos gebeurt. Dat die overgang naar een democratisch bewind, dat dat een ordelijke transitie is en dat daar geen sprake is van een geweldsgolf. Maar de zorg zit hem erin dat je dat natuurlijk hier vandaan niet allemaal kunt beheersen. Maar het nu zomaar roepen: Mubarak moet weg, als westen, dat is volgens mij niet wat we moeten doen. Dat is echt aan de Egyptenaren.
VAN BEEK:
Hoe heeft u zelf gisteren de toespraak van Mubarak en zijn vice-president gisteren ervaren?
RUTTE:
Saai. Saai.
VAN BEEK:
Viel die toespraak u tegen?
RUTTE:
Kijk, ik kan allemaal commentaar gaan geven op toespraken van politici in andere landen, waar ik mee te maken heb is dat we dat eindbeeld hebben. En dat eindbeeld wat we willen is dat er in Egypte een democratisch bewind komt na dit regime, mensenrechten worden gerespecteerd etcetera, etcetera. Daar kan ik wel allemaal commentaar gaan geven op alle tussenstappen, waar ik vooral bezorgd over ben is dat wat gisteravond gebeurd is niet leidt tot een geweldsexplosie.
VAN BEEK:
Maar viel het u tegen dat hij niet in ging op de eis van de demonstranten om op te stappen?
RUTTE:
Ik heb u net gezegd dat ik vind dat wij als westerse wereld moeten oppassen dat wij tot in detail gaan voorschrijven aan Egypte wat precies de volgende stap moet zijn. Als ik commentaar ga geven, langs de lijnen die u vraagt, op zijn toespraak, dan zou ik dat toch gaan doen. En daar ben ik niet voor. Ik vind echt dat wij ons moeten beperken tot het neerzetten van het eindbeeld. Het schetsen van onze bereidwilligheid om in alle opzichten te helpen waar we dat kunnen, maar niet gemakzuchtig uit de leunstoel voorschrijven en dan moet je nu precies die volgende stap zetten.
VAN BEEK:
Want het westen wil dus niet oproepen tot een onmiddellijk vertrek van Mubarak, maar maakt dat zijn negeren van de eisen van de demonstranten niet mogelijk? Zoals hij gisteren heeft gedaan?
RUTTE:
Ik heb niet die indruk. En nogmaals, het alternatief, namelijk het wel roepen om het vertrek zonder dat je precies weet wat dan de ordenende machtscentra in Egypte zijn – sterker nog, we hebben er wel een idee van, en dat is verre van zeker of dat dan de goede kant opgaat – dat maakt het extra noodzakelijk om op te passen met dat soort nadrukkelijke oproepen te doen. Dat is aan Mubarak en vooral ook aan het Egyptische volk. Veel belangrijker is dat die volgende stap wordt gezet nu naar zo’n transitieperiode waarin ook een breed gedragen overgangsregering aan de macht kan komen. En als u mij vraagt of het voor de hand ligt dat Mubarak daar de leiding aan geeft: nee, dat ligt niet voor de hand. Maar ligt het dan voor de hand dat je nu als Nederland of westerse wereld zegt: hij moet vandaag weg, dat ligt ook niet voor de hand.
VULLINGS:
Maar als er ooit een democratisch gekozen regering komt, dan moet hij toch op een bepaald moment weg lijkt mij.
RUTTE:
Dat lijkt mij wel. Dat heeft hij ook gezegd, hij is in september sowieso weg.
VULLINGS:
En tot die tijd mag hij blijven?
RUTTE:
Als ze dezelfde procedure zoals Nederland hebben is er in september nog geen regering.
VULLINGS:
Voor juli was het toch?
RUTTE:
Het is altijd voor 1 juli.
MEIJER:
De PVV heeft vanochtend een lijsttrekker gepresenteerd voor de Eerste Kamer, maar geen verdere lijst. Ze gaan dus met een blackbox de verkiezingen in. Voelt u zich daar comfortabel bij?
RUTTE:
Ik ben geen lid van de PVV dus ik kan daar weinig commentaar - dat zou trouwens ook niet kunnen geloof ik, maar al zou het kunnen, ik ben het niet.
MEIJER:
Het kabinet steunt in de Tweede Kamer op een meerderheid dankzij de PVV en de doelstelling is om hetzelfde voor elkaar te krijgen in de Eerste Kamer. Dan zou het voor de kiezer wel handig zijn als die weet op wie die gaat stemmen.
RUTTE:
Het is voor die meerderheid in de Eerste Kamer vooral van belang dat het uiteindelijk mensen zijn die ook die zetels gaan bemannen. Als dat u dat bedoelt.
MEIJER:
Ja.
RUTTE:
Daar ga ik wel van uit eerlijk gezegd. Ik heb nog geen berichten gehoord dat hij het beperkt tot een lijsttrekker en uiteindelijk niemand heeft, want dan hebben we wel een probleem.
MEIJER:
Maar niet voor 2 maart. Dat is het moment waarop de burger naar de stembus gaat. Niet daarna.
RUTTE:
Maar dat is een probleem dat Geert Wilders moet uitleggen aan de kiezer, dat is niet mijn taak. Daar commentaar op leveren is ook niet aan mij, want ik ben minister-president. Als ik hier ooit mee stop, ga ik misschien commentaar leveren. Als hij maar voor 23 mei die namen wel heeft, want anders kunnen we die zetels niet vullen.
WESTER:
Geert Wilders wilde tijdens de formatie vaak weten als gedogende partij wie minister en staatssecretaris zouden worden in het kabinet, daar is hij van te voren over ingelicht. De Eerste Kamer kan straks heel belangrijk worden. Bent u van te voren ook ingelicht over wie daar fractievoorzitter zou gaan worden?
RUTTE:
Nee, en daar zijn ook geen afspraken over gemaakt, dus dat kan ik hem ook niet verwijten.
WESTER:
Had u het willen weten?
RUTTE:
Nee.
WESTER:
Kent u de man?
RUTTE:
Nee.
WESTER:
Hij woont in Den Haag en hij is hier fractievoorzitter.
RUTTE:
Ik moet zeggen dat ik al heel lang de Haagse gemeenteraad niet kan volgen naast mijn huidige werk. Hoewel het trouwens wel wordt uitgezonden op de Haagse stads-tv zag ik gisteravond. Maar erg slecht belicht, dus ik heb er niet lang naar gekeken.
VAN SOEST:
Ik heb een vraag over Afghanistan nog. U zei dat de Afghaanse regering in volle omvang bekend was met jullie zorgen over de bekeerlingen die daar vast zitten. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Dat ze daar in volle omvang mee bekend zijn?
RUTTE:
Daar gebruiken we alle kanalen voor die wij zelf hebben, maar ook internationaal. En daar ga ik verder geen uitweiding over geven omdat dat de kansen op het wel slagen van zo’n operatie niet doet stijgen. U kunt er zeker van zijn dat we het hele orgel bespelen.
VAN SOEST:
Maar het hele orgel bespelen betekent misschien ook dat jullie gezegd hebben dat als dit gebeurt, dat we dan niet komen? Of dan stoppen we de ontwikkelingshulp?
RUTTE:
Ik kan u alleen zeggen dat we de zaak gewoon ernstig nemen en er alle aan doen om de stappen die dreigden en misschien nog dreigen, om die te voorkomen. Maar hoe we dat doen, en met welke precieze bewoordingen etcetera daar kan ik niets over zeggen, want dat zou de slagingskansen doen afnemen.
VAN SOEST:
Maar stel dat die mensen toch ter dood worden gebracht. Wat heeft dat dan voor consequenties?
RUTTE:
Dat is een als-dan-vraag, en die moet je in de politiek nooit beantwoorden.
VAN BEEK:
Mag ik wat vragen over het persbericht over de aanpak van de drinkende jeugd. Ik pak het er even bij: ‘het kabinet wil jongeren zelf meer verantwoordelijk maken voor het naleven van de leeftijdsgrens’. Wat moet ik me daar bij voorstellen?
RUTTE:
Dat ga ik aan mevrouw Schippers vragen.
VAN BEEK:
Dat weet u ook niet?
RUTTE:
Nee.
VAN BEEK:
Een intrigerende zin hè?
RUTTE:
Zeker.
VAN BEEK:
Ik stel me gelijk allerlei situaties voor dat jongeren dat zelf…
RUTTE:
Mevrouw Schippers kennende is dit bedoeld als een aanscherping.
VAN BEEK:
Maar ik haal het er niet meteen uit. Zo klinkt het niet.
RUTTE:
Uit de zin niet nee. Uit het stuk wel.
BESSEMS:
Meneer Rutte, ik begreep van de week dat in Nederland multiculturalistische elites een totale oorlog uitvechten met de bevolking. Deelt u die taxatie? En neemt het kabinet maatregelen om wellicht die oorlog te beëindigen of tenminste de bevolking te beschermen?
RUTTE:
U doelt geloof ik op de toespraak, de filippica van de heer Wilders tijdens het proces van afgelopen maandag. Ja, ik ga verder op de woorden die hij kiest, en op wat hij daar precies zei ook in die rechtszaal geen commentaar geven. Meer in algemene zin ben ik van mening dat de traditionele benadering zoals dat in de jaren tachtig gegroeid is, de multiculturele agenda, dat die niet werkt. Daarmee zeg ik niets over precies wat Wilders gezegd heeft, die woorden laat ik echt voor hem. Ik denk dat de aanpak moet zijn dat je de grens zo veel mogelijk sluit voor mensen die kansarm zijn die naar Nederland willen komen, ongeacht hun achtergrond qua geloof, kansarm is wat mij betreft de kern, tenzij zij natuurlijk echte asielzoekers zijn. En ten tweede, dat je er alles aan doet om tegen de mensen die hier zijn te zeggen: je doet mee. Je participeert aan deze samenleving, je hebt een baan en geen uitkering als dat niet nodig is, je doet hard je best op school, je houdt je aan de regels, je houdt je aan de westerse waarden, de scheiding van kerk en staat, de positie van man en vrouw, etcetera. Zo kijk ik er tegenaan. Dat zijn mijn woorden. Ik ga geen commentaar geven op de woorden van de heer Wilders.
BESSEMS:
Nee, dat is in het algemeen begrijpelijk, dat u als premier geen commentator bent. Maar nu is het de leider van de derde partij van Nederland en de steunpilaar van uw kabinet en die heeft het over zaken van oorlog en vrede. Op zo’n moment mogen we nog steeds niet van de minister-president verwachten dat hij daar uitsluitsel over geeft?
RUTTE:
Nou, ik heb u gezegd ook eerder – en dat heb ik ook een aantal keren gedaan onder andere in Buitenhof – dat als ik vind dat Geert Wilders dingen doet die mij niet bevallen, dat ik daar van zal zeggen wat ik daar van vindt.
BESSEMS:
Maar het constateren van een totale oorlog valt daar niet onder?
RUTTE:
Ja, kijk, dat hij zijn woorden kiest, altijd op volle geluidssterkte, is bekend. Ik kies er zelf iedere keer voor om te beslissen of ik bij die specifieke uitspraak het nodig vind om daar iets tegenover te zetten. Ik vond eerlijk gezegd hier dat u, de media, uw werk prima deed.
VRAAG:
Een ander voorstel van deze partij. Wat vindt u van het idee om vrouwen met een hoofddoek te weren uit bussen?
RUTTE:
Daar ben ik tegen.
VRAAG:
Tegelijkertijd hebt u eerder gezegd dat voor de Eerste Kamer een meerderheid van het grootste belang, dus PVV, CDA, VVD kunt u allemaal stemmen. Dat maakt dan niet meer uit. Geldt dat nog steeds na zulke voorstellen?
RUTTE:
Ik heb die uitspraak ook genuanceerd al in eerdere persconferentie. Want ik ben daarnaast ook nog voorman van de VVD en ik zou het toch vooral fijn vinden als de mensen VVD stemmen. Vervolgens vind ik het ook heel prettig als we met zijn drieën inderdaad, dat is belangrijk, in de Eerste Kamer een meerderheid halen.
VRAAG:
Waarom bent u tegen dat voorstel van de hoofddoeken en bussen?
RUTTE:
Waarom ik daar tegen ben? Omdat uiteindelijk iedereen in Nederland die zich aan de wet houdt, en zich binnen de wet beweegt, gebruik mag maken van de bus.
VRAAG:
Ook met een boerka?
RUTTE:
U weet dat wij uiteindelijk willen naar een boerkaverbod, maar dat is er nog niet.
VAN DER HEYDE:
Toch nog even een ander voorstel van de PVV.
RUTTE:
De tuigdorpen.
VAN DER HEYDE:
Het is uw partner in de Tweede Kamer, de zogenoemde tuigdorpen.
RUTTE:
Die zijn er al. Die heten gevangenissen. Dus hij wordt op zijn wenken bediend, zou ik zeggen.
VAN DER HEYDE:
Nee, maar het idee is dat die veelplegers als ze iedere keer weer buiten komen, de draaideurcrimineel, dat die dan ook niet meer terug gaan naar hun eigen huis maar dat er dus aparte dorpen komen in alle provincies om die mensen in te kunnen zetten. Is dat een idee wat het kabinet gaat overnemen?
RUTTE:
Het idee is vrij rudimentair tot nu toe, en het is zo rudimentair dat je dat niet kunt overnemen. En nogmaals: tuigdorpen zijn er al, die heten gevangenissen. Het lijkt mij in algemene zin verstandig dat je hele hard optreedt tegen overlastplegers, veelplegers en recidivisten, daar staat het regeerakkoord ook bol van. Ik kan zeggen dat Opstelten en staatssecretaris Teeven bijvoorbeeld bezig zijn om die regeerakkoordteksten om te zetten in wet- en regelgeving. En waar het kan, dat ook al doen. Bijvoorbeeld dat als je te maken hebt met geweld, hoe je je dan ook mag verdedigen bijvoorbeeld, dat is al gebeurd.
Maar ja, om nou op iedere proefballon van de PVV te gaan reageren, is wat ingewikkeld. We hebben met Geert Wilders en zijn partij hele goede afspraken gemaakt over veiligheid, over immigratie, over ouderenzorg. Maar ook over de noodzakelijke ombuigingen om de rekening van de crisis niet door te schuiven naar de volgende generatie. Die zijn we keurig aan het uitvoeren, daarnaast staat het hem volledig vrij - net als het VVD en CDA volledig vrij staat - om allerlei andere voorstellen te doen. Maat het is niet zo dat die dan automatisch worden overgenomen. Tenzij ze heel goed zijn.
VAN DER HEYDE:
Maar goed, u zeg dus over dit idee in elk geval: dit zal het niet gaan worden en de mensen moeten dit niet serieus nemen.
RUTTE:
Ik heb helemaal geen zin om daar denigrerende uitspraken over te doen in de zin van niet serieus nemen. Ik stel vast dat het een wat ruw plan nog is, onuitgewerkt…
VAN DER HEYDE:
Maar meer dan een proefballon toch?
RUTTE:
In ieder geval een proefballon in de zin van het is campagnetijd…
VAN DER HEYDE:
[onverstaanbaar, red.]
RUTTE:
Dat moet u doen. Aan mij is het slechts dat vast te stellen. En ik stel vast dat ze er al zijn. En je moet volgens mij voorkomen – in algemene zin – dat je het probleem verplaatst. Ik zou zeggen, pak het probleem aan. Dit is een coalitie, maar ook een samenwerking met de PVV die problemen niet becommentarieert of verplaatst van a naar b, maar aanpakt. Dat moet je doen. Dat vond ik ook vanmorgen wel interessant in de Telegraaf, dat onderzoek bij de ‘Wat u zegt-pagina’, dat ook daar de reactie van heel veel mensen was: verplaats het probleem niet, maar pak het aan. Nou, dat is precies wat dit kabinet wil doen met overlastplegers, met tuig, met mensen die zich niet aan de regels houden, etcetera, etcetera.
VAN DER HEYDE:
Als ik het even samenvat: u voelt hier helemaal niets voor.
RUTTE:
Ik vind dit plan te rudimentair om zo’n harde uitspraak over te doen. Voor zover ik het begrijp zeg ik: het is er al, en dat heten gevangenissen. En in algemene zin geldt dat dit kabinet hard optreedt - en ook met steun van de PVV zijn er heel veel afspraken over gemaakt – tegen overlastplegers.
[onverstaanbare opmerking uit de zaal, red]
RUTTE:
Maar daarom is het toch ontzettend belangrijk dat u uw rol goed vervult?
JULIUS:
Meneer Rutte, ik wil u vragen wat u van de entourage vindt. Gisteren was er een gesprek in café Sport in Amsterdam, daar staat een piano en u mag wel komen maar u mag daar niet spelen. Wilders mag er niet komen want het probleem is dat die te gevaarlijk is. Ik moest maar eens aan u vragen hoe dat zit. Het is nogal wat.[Julius loopt met pen en papier naar MP, red]
RUTTE:
Ik schrijf hier nu op: ik ga graag met Geert Wilders naar café sport in Amsterdam. Ik hoop alleen niet dat hij er piano gaat spelen, want ik weet niet of hij dat kan.