Meer verscheidenheid in hoger onderwijs
Universiteiten en hogescholen krijgen meer smoel en studenten kunnen kiezen uit meer smaken. Dat blijkt uit de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijsstelsel (de commissie-Veerman) die staatssecretaris Zijlstra naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Uitgangspunten zijn: elke student op de juiste plek, elke instelling zijn eigen profiel. Zijlstra schrijft dat kwaliteitsverhoging de hoogste prioriteit moet zijn. Er komt meer ruimte voor selectie en instellingen moeten zich meer gaan profileren. Instellingen die kwaliteit leveren zien dat beloond in hun bekostiging.
Doel van de maatregelen is het hoger onderwijs toekomstbestendig maken. Dit kan door de kwaliteit te vergroten en de aansluiting tussen studenten, instellingen, bedrijfsleven en de samenleving als geheel te verbeteren. Van de studenten wordt meer inzet gevraagd maar daar krijgen ze beter onderwijs voor terug. De instellingen gaan intensiever onderwijs aanbieden en krijgen meer ruimte om keuzes te maken en hun profiel aan te scherpen.
Kwaliteit en selectie
Net zoals een student een opleiding moet kunnen volgen die hem of haar op het lijf geschreven is, zo moet een instelling een student die een verkeerde keuze dreigt te maken kunnen weigeren. Bij universiteiten gaat dit gelden voor studenten met een hbo-propedeuse. Hogescholen moeten ruimte krijgen om selectiever te worden voor groepen mbo’ers. Voorwaarde is wel dat studenten met de juiste vooropleiding altijd ergens kunnen doorstromen.
Student en opleidingen kunnen alleen de juiste keuze maken als zij goede informatie hebben. Voorlichting en begeleiding zijn daarvoor cruciaal. Om intakegesprekken breed te kunnen invoeren, wordt de datum waarop studenten zich moeten aanmelden vervroegd.
Differentiatie en profilering
Studenten hebben straks meer te kiezen dan nu. Voor mbo’ers die zich verder willen ontwikkelen krijgt de Associate degree, een tweejarige opleiding, een vaste plaats in het hbo. Om het hbo voor vwo’ers aantrekkelijker te maken komen er meer programma’s voor excellente studenten, professionele masters, praktijkgericht onderzoek en korte (driejarige) trajecten. In de titulatuur verdwijnt het principiële onderscheid tussen hogescholen en universiteiten, zodat hbo-studenten in het buitenland beter op hun waarde worden geschat.
Tegelijkertijd wordt van instellingen verwacht dat zij zich duidelijk van elkaar gaan onderscheiden. Sommige hogescholen zullen zich richten op bacheloropleidingen en Ad-programma’s terwijl andere het meer zoeken in de combinatie van bacheloropleidingen, hbo-masters en praktijkgericht onderzoek. Universiteiten gaan duidelijk kiezen waar hun onderzoeksprioriteiten liggen en laten hun onderwijs daarop aansluiten. Dit betekent dat instellingen duidelijke keuzes gaan maken en dus ook opleidingen en vakgebieden moeten afstoten.
Naast - en ter ondersteuning van - bovenstaande maatregelen wordt de bekostigingssystematiek herzien. Bij de verdeling van het geld zullen factoren als ‘missie’ en kwaliteit een belangrijke rol gaan spelen.