RIONED-dag
Waterschappen en gemeenten kunnen jaarlijks minstens 380 miljoen euro besparen als ze hun samenwerking op het gebied van afvoer van afval- en hemelwater en de zuivering daarvan versterken. Staatssecretaris Atsma wil daarover afspraken maken en werkt aan een bestuursakkoord met alle betrokken partijen, dat in maart dit jaar gereed moet zijn. Dat zei hij tijdens de jaarlijkse Rioned-dag, op 3 februari. De staatssecretaris brak een lans voor het beter benutten van de warmte in ons afvalwater. ‘We kunnen meer schone energie uit ons afvalwater halen.”
Dames en heren,
Ik ben blij vanmorgen in uw midden te zijn. Want wij zijn natuurlijke bondgenoten. Schoon water en droge voeten. Daar staan wij samen voor.
Of we nu werken bij het rijk, de provincie, het waterschap, de gemeente of bij een onderzoeksbureau.
Uw werk in de waterketen is van onschatbaar belang voor onze gezondheid, onze veiligheid, ons woongenot en ons milieu.
150 jaar geleden werd de gemiddelde Nederlander 37 jaar oud. Nu leven we gemiddeld 79 jaar. Ruim twee keer zo lang. Niet alleen dankzij betere medische voorzieningen. Maar ook dankzij onze zorg voor een goede riolering, waardoor tal van ziektes in ons land zijn verdwenen.
De meeste Nederlanders beseffen niet wat daar allemaal bij komt kijken.
Ze beseffen niet dat er onder onze voeten een netwerk van riolen loopt van meer dan 100.000 kilometer lang. Dat is 2,5 maal de omtrek van de aarde.
Ze beseffen ook niet dat de gemiddelde Nederlander elk jaar 45.000 liter afvalwater produceert. Dat is een aardig privé-zwembad vol.
Al dat water moet veilig worden afgevoerd en gezuiverd voordat het in ons milieu terecht komt.En dan heb ik het nog niet eens over de afvoer van het overtollige regenwater.
Er is weinig ophef over het riool in Nederland. Dat komt omdat wij onze zaken goed voor elkaar hebben. 98 procent van de Nederlanders is tevreden over de riolering.We hebben een van de beste rioleringssystemen ter wereld.
Is alles in deze sector dan helemaal op orde? Nee, allerminst. Er liggen pittige uitdagingen. Daarop kom ik zo dadelijk terug. Maar eerst wil ik u een compliment maken voor alles wat u de afgelopen jaren tot stand gebracht heeft.
Katalysator voor verandering was het Bestuursakkoord Waterketen uit 2007.
Ik constateer dat u heeft waargemaakt wat u in het bestuursakkoord heeft beloofd.
Ik noem de succesvolle campagne om mensen aan te sporen tot een verantwoord gebruik van het riool. Geen vet door de gootsteen; geen doekjes door het toilet. Die campagne is goed aangeslagen.
Ik noem zeer zeker ook de benchmark rioleringszorg 2010. Een bijzondere prestatie! Wij zijn het eerste land ter wereld met een actuele scan van de complete rioleringszorg. Alle 430 gemeenten deden mee. Voor Nederland uniek.
Hulde!
Dankzij uw benchmark hebben we een paar broodje Aap-verhalen kunnen ontzenuwen. Bijvoorbeeld het idee dat we in Nederland een achterstand zouden hebben in het onderhoud van de riolering. Er is geen achterstand in het onderhoud. Waar we wel tegenaan lopen, is dat op een aantal plekken de riolering na meer dan 50 jaar trouwe dienst aan vervanging toe is. Daar is niet aan te ontkomen.
Inmiddels is zo’n 10 procent van het totale netwerk vernieuwd of vervangen, dus hier wordt hard aan gewerkt. Maar de bulk ligt nog voor ons.
Kortom: er is veel bereikt. Maar we zijn er nog niet. Er is nog veel te doen.
Ik wil graag kort drie uitdagingen schetsen.
De eerste uitdaging is: water nog beter verbinden met onze leefomgeving.
Als we water uit de regenton gebruiken voor de tuin, hoeven we geen water uit de kraan te verspillen. We kunnen ons hemelwater beter benutten. Slimme ideeën moeten op lokaal niveau, in de wijk, tot stand komen. Ik roep u op daarover na te denken.
Maar er speelt meer. We krijgen steeds meer stevige buien in Nederland.
Er zijn oplossingen nodig om dat water tijdelijk op te vangen. Ook in steden en dorpen. Zo voorkomen we dat het riool overbelast raakt en straten blank komen te staan. Op tal van plaatsen in Nederland zijn goede voorbeelden te vinden.
De waterpleinen in Rotterdam bijvoorbeeld. Bij mooi weer staan ze droog en kunnen de kinderen er spelen. Bij hevige buien zijn het veilige opvangbekkens voor het water.
Ook de wadi’s in veel nieuwe wijken zijn een goed voorbeeld van natuurlijke waterberging.
We hebben veel meer van dit soort oplossingen nodig. Dat is ook een belangrijk onderdeel van het Deltaprogramma.
U heeft samen een lange-termijnvisie waterketen opgesteld onder de titel ‘Verbindend Water’. Daarmee speelt u in op deze uitdaging. Het is goed om daarmee voortvarend aan de slag te gaan.
Een tweede uitdaging ligt op het terrein van ons afvalwater. Gemeenten en waterschappen weten elkaar gelukkig steeds beter te vinden. Maar ze spreken nog niet altijd dezelfde taal.
Het komt nog veel voor dat samenwerkingspartners vanuit hun eigen positie denken. Of normatief denken vanuit rigide modellen. In plaats van samen na te denken over wat het beste is voor het milieu, de burger en de economie.
We moeten af van de situatie waarbij het waterschap eenzijdig maatregelen oplegt waar de gemeente vraagtekens bij plaatst. U moet samen op zoek naar kosten-effectieve maatregelen voor riolering en zuivering om de gewenste waterkwaliteit te bereiken.
In het verleden zijn er bijvoorbeeld berg-bezinkbassins gebouwd waar nooit een druppel water in is gekomen. Dat is toch zonde.
Ik ben daarom voorstander van een cultuuromslag. Een cultuuromslag waarbij echte samenwerking centraal staat. Samen op zoek naar de beste, meest efficiënte oplossingen.
Een mooi voorbeeld is de relatie met duurzame energie. Er liggen kansen om de warmte in het afvalwater beter te benutten en zo meer schone energie uit afvalwater te halen. Dat kan centraal, bij het zuiveringsstation. Maar het water moet dan wel eerst vele kilometers worden getransporteerd. Dat levert warmteverlies op. Het kan heel goed zijn dat oplossingen dicht bij huis of in de wijk meer rendement opleveren tegen lagere kosten. Bijvoorbeeld een warmte-installatie in de bijkeuken die gebruik maakt van het afvalwater van douche en wasmachine.
We kunnen samen méér uit ons afvalwater halen als we de handen ineen slaan.
Een derde uitdaging die voor ons ligt is het verhogen van de doelmatigheid van de hele waterketen (drinkwater, riolering en zuivering). Dit is een van mijn speerpunten voor de komende jaren.
Het is mogelijk doelmatiger te werken en de dienstverlening aan burgers en bedrijven goed op peil te houden, terwijl we de kosten terugdringen.
U heeft samen een feitenonderzoek gedaan en in kaart gebracht wat er aan besparingen mogelijk is. Dat geeft ons een gezamenlijke basis.
Voor 2020 is een besparing van 380 miljoen euro op de jaarlijkse kosten voor riolering en zuivering reëel. Als we de kennis en ervaring van de drinkwaterbedrijven ook gebruiken, komt dit bedrag nog hoger uit.
Daarmee kunnen we een deel van de extra kosten opvangen die we moeten maken voor vervanging van oude riolen, aanpassing aan de klimaatverandering en stringentere eisen aan de waterkwaliteit.
Om deze besparing te realiseren, is het nodig dat er efficiënter en effectiever gewerkt wordt. En dat er beter samengewerkt wordt.
Bijvoorbeeld op het gebied van:
- Planvorming;
- Investeringen;
- Onderhoud;
- Verhelpen van storingen (gezamenlijke storingsdiensten);
- Gezamenlijk aanspreek-punt voor klanten.
Ik zie op veel plekken in het land regionale samenwerking van de grond komen. Zonder de vele anderen tekort te doen, noem ik:
- Midden Nederland;
- Arnhem-Nijmegen;
- Vallei en Eem;
- Fryslân;
- Noord-Limburg.
Het is goed dat u elkaar weet te vinden. Ik ga u niet voorschrijven welke structuur u daarvoor moet kiezen. Dat kunt u veel beter in uw eigen regio bepalen.
De vorm van samenwerking is vrij. Maar de samenwerking zelf kan niet vrijblijvend zijn. De doelmatigheidswinst zoals gepresenteerd in het feitenrapport moet ook daadwerkelijk worden bereikt. Dat wil ik met de gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven afspreken.
Van groot belang is bundeling van kennis en capaciteit.
Voor kleinere gemeenten is het bijzonder lonend om de krachten te bundelen. Samen kunt u het werk beter, efficiënter en goedkoper doen.
Ik weet dat het lastig is betekenisvolle stappen te zetten. Maar door de groeiende samenwerking de afgelopen jaren hebben we wel een goede uitgangspositie gecreëerd. Ik wil u uitdagen een volgende stap in de samenwerking te zetten. Neem zelf het initiatief om uw werk nog beter en doelmatiger uit te voeren. Burgers en bedrijven zullen dat waarderen.
Die gedachte staat ook centraal in het bestuursakkoord doelmatig waterbeheer waaraan ik samen met u werk. Dat bestuursakkoord is naar verwachting in het vroege voorjaar gereed. Ik streef naar 1 maart.
Dames en heren, we mogen trots zijn op ons waterbeheer en onze rioleringszorg in Nederland. We lopen voorop in de wereld. We stellen hoge eisen aan onszelf.
Juist daarom mogen we niet verslappen in ons streven om het werk nog beter en efficiënter te maken. Zo kunnen we trots blijven op ons werk.
Samen met u zet ik daar de komende jaren graag de schouders onder.