Dwang in GGZ moet verder omlaag
Deze week hebben partijen uit de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en het ministerie van Volksgezondheid de intentieverklaring ‘Preventie van dwang in de GGZ’ ondertekend. Met deze verklaring slaan alle partijen de handen ineen om het aantal dwang- en drangtoepassingen (zoals cliënten in een separeer op te sluiten) in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen.
In de afgelopen jaren is het gebruik van dwang in GGZ-instellingen afgenomen doordat er op basis van goede praktijkvoorbeelden met alternatieve behandelingen wordt gewerkt. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het signaleringsplan, de zogenaamde comfortrooms (open ruimte waarbij de patiënt tot rust kan komen) en de eerste vijf minuten bij elk nieuw contact. Het is bekend dat het voorkomen en bekorten van separaties begint bij elke eerste vijf minuten van een nieuw contact. Het eerste contact tussen hulpverlener en cliënt is maatgevend voor de rest van het contact: kijkt iemand me aan, blijkt uit zijn houding dat hij geïnteresseerd in mij is? Voor cliënten is het van groot belang om al vanaf het begin zicht te krijgen op persoonlijke eigenschappen als betrouwbaarheid en een respectvolle benadering.
Elke organisatie moet het zich eigen maken om effectieve alternatieven aan de patiënt aan te bieden. Daarnaast zou elke GGZ-instelling continue aandacht moeten hebben voor de kwaliteit van onvrijwillige zorg. Het onderwerp ‘terugdringen dwang’ hoort structureel op de agenda van de Raden van Bestuur van instellingen te staan zodat alle instellingen hier beleid op moetenvoeren.
De intentieverklaring is ondertekend door GGZ Nederland, het Landelijk Platform GGZ, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland en de Vereniging voor managers van de psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg onderschrijft de intentieverklaring.
De intentieverklaring is onder meer te vinden op www.dwangindezorg.nl