Persconferentie Rutte na ministerraad 28 januari 2011

Minister-president Rutte geeft in de wekelijkse persconferentie op vrijdag een toelichting op de besluitvorming in de ministerraad.

Inleiding minister-president Rutte:
Ik kan niet anders zeggen dan dat er heel goed en constructief is gedebatteerd, respectvol. Er is volgens mij ook echt geluisterd naar elkaars argumenten. Ik moet zeggen dat het niveau van het debat misschien ook nog reflecteerde in het feit dat niet alleen de voorstanders van de missie maar ook degenen die zich uiteindelijk uitspraken tegen de missie toch de steun hebben uitgesproken, daar was ik heel blij mee, aan de mannen en vrouwen die straks in Kunduz aan het werk gaan. Ik heb daar heel veel waardering voor. Ik moet zeggen, het is ook bijzonder om te zien, dat juist ook in deze politieke constellatie het debat ook zelf zijn betekenis heeft. Dat dat leidt tot het écht bespreken van argumenten en kijken of je elkaar ook in het debat kunt vinden op het verbeteren van voorstellen en wat er mee samenhangt. Tegelijkertijd moet ik zeggen was het ook een kwestie van heel goed luisteren naar de zorgen die leefden. Kijken hoe je omgaat met de voorstellen die daar vervolgens uit voortkomen. Proberen het kabinetsvoorstel ook echt te verbeteren. Dat is volgens mij ook gebeurd. Als ik er heel kort naar kijk, op verzoek van GroenLinks, is nu toegevoegd de garanties die we krijgen van de Afghaanse overheid waar het gaat om de civiele inzet van deze politiemensen, de civiele inzet en dus niet de militaire inzet. Op verzoek van SGP en ChristenUnie komt er extra voor de positie van christenen. Op verzoek van D66, maar ook andere partijen is er gesproken over de financiering, dat die niet mag komen uit ontwikkelingsgeld. En zo zijn er tal van kleinere maar ook grotere aanpassingen aangebracht. En misschien wel de belangrijkste verbetering is dat we hebben gekozen, in het Kamerdebat, voor een wijze van werken, een Nederlandse aanpak waarbij we niet zes maanden, zes weken trainen op een beveiligde locatie maar in het totaal 18 weken. Waarbij we daarnaast, na de eerste 8 weken opleiding, in het totaal 5 maanden vervolgtraining hebben. En daarna ook nog weer de mensen blijven volgen. Dat zijn allemaal zaken die, ja, die in het Kamerdebat als verbetering zijn aangebracht. Dit laatste was ook iets waar GroenLinks zich natuurlijk heel sterk voor heeft gemaakt. Inclusief het belang dat die partij, maar ook andere partijen eraan hechten, dat daarmee de hele strategie voor de NAVO wordt beïnvloed. Nederland en Afghanistan zijn met elkaar verbonden geraakt. Zo simpel is het. Er is door heel veel mensen in geïnvesteerd. Mentaal, moreel, ook financieel. Nederland heeft ook grote verliezen geleden. En ik denk dat het van groot belang is dat we ook in  Afghanistan nu betrokken blijven. In het Kamerdebat zijn we gekomen, wat mij betreft, in mijn overtuiging tot een goed besluit. En we kunnen nu samen met zo’n 50 andere landen een bijdrage blijven leveren aan de opbouw van Afghanistan. Ik realiseer mij overigens dat wij, het kabinet, ikzelf ook als de voorman van het kabinet natuurlijk een zware verantwoordelijkheid op ons hebben genomen gisteravond. En zeker ook kijkend naar het zeer integere afwegingsproces bij de voorstanders en tegenstanders, maar zeker ook bij de voorstanders die uiteindelijk hebben gezegd, hoewel niet tot de coalitie behorend, wij steunen dit besluit. Dat werkt zeer verplichtend naar mij persoonlijk en het hele kabinet. Vandaag in de ministerraad zijn er ook andere onderwerpen aan de orde geweest. Zo zijn we verder gegaan aan het uitvoering geven aan allerlei afspraken uit het regeerakkoord. We hebben vandaag bijvoorbeeld besloten tot intrekking van het wetsvoorstel over indexering van het eigenwoningforfait. Daar zijn een paar persberichten over uitgebracht. Er zijn afspraken gemaakt over het passend onderwijs. De minister van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt komt, ik meen begin volgende week met een brief daarover.
We hebben gesproken over de toekomst van de economische diplomatie voor deze regering, deze regering die sterk inzet op economische structuurversterking, op banen, op welvaart, op het verdienvermogen van Nederland, is ook die hele economische diplomatie van groot belang. Ik kan nog maar een keer hier benadrukken dat van de totale welvaart, het totale inkomen van Nederland, wij voor 1/3 afhankelijk zijn van het buitenland. Dus onze verbondenheid met dat buitenland is enorm voor onze welvaart. Volgende week vrijdag zult u hier Maxime Verhagen treffen omdat dan de Europese Raad plaatsvindt in Brussel. Die zal gaan over energie en over innovatie als motor voor groei. Daarbij gaat het over één geïntegreerde energiemarkt. Maar ook de overgang naar een duurzame energiehuishouding, het minder afhankelijk worden van Rusland, het Midden-Oosten. Het minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen in ons deel van de wereld. En de noodzakelijke investeringen  die uit de markt moeten komen om deze veranderingen te implementeren. En we spreken natuurlijk volgende week verder over maatregelen voor begrotingsdiscipline, economisch herstel. Daar heb ik ook eerder deze week al over gesproken in Londen met David Cameron en in Brussel met president Barroso van de Europese Commissie. Dus nogmaals, volgende week staat hier vice minister-president Verhagen, Maxime Verhagen. En ik hoop u dan over twee weken hier weer te zien.

VAN DER HEYDE:
Over de missie naar Kunduz. Ziet u het als een politieke overwinning?

RUTTE:
Dit is zo’n serieus besluit dat gisteren genomen is, dat ik dat niet kan duiden in termen van winst of verlies voor partijen, voor coalities of voor oppositie. Ik kan het alleen maar duiden als een belangrijk besluit. Een besluit waar ook heel respectvol over gedebatteerd is gedurende twee dagen. En waarvan ik, ik heb dat voorstel gedaan, het kabinet heeft dit voorstel gedaan. En ik ben natuurlijk blij dat er steun is gekomen voor dat voorstel. Omdat we echt geloven dat dit nodig is om deze bijdrage aan Afghanistan te leveren. Je kunt dit niet duiden in termen van winst en verlies.

VAN DER HEYDE:
Maar goed, dan begin van de week, waren er nog maar heel weinig mensen die geloofden dat de missie er zou komen en nu is hij er toch. Bent u er trots op dat u dat voor elkaar gekregen hebt?

RUTTE:
Nogmaals. Als dat soort gevoelens of ik daar trots op ben of niet trots op ben. En of dat winst of verlies is voor welke partij, en voor de Kamer en voor het kabinet, ik vind het echt ongepast om daar commentaar op te geven als het gaat om zoiets ernstigs als een uitzending van trainers naar Afghanistan wat altijd een moeilijk land is nog steeds. Een land met een regio waar het relatief veilig is maar natuurlijk ook met risico’s, daar past het niet om tegen de achtergrond van zo’n besluit dat soort, van mijn kant, u kunt dat doen, maar van mijn kant observaties te geven.

VAN DER HEYDE:
Het was voor de fractie van GroenLinks heel moeilijk om in te stemmen met die missie. Wat vindt u ervan dat onder leiding van de nieuwe leider, Jolande Sap, de fractie er toch mee heeft ingestemd?

RUTTE:
Kijk, GroenLinks staat aan de basis van de motie die door Mariko Peters, thans thuis en ze heeft een tweeling gekregen, ze komt weer terug naar de Kamer, maar Mariko Peters en Alexander Pechtold hebben die motie ingediend in het voorjaar vorig jaar. En die motie is de basis. Dus GroenLinks staat aan de basis van deze hele besluitvorming maar dat is ook waar, als u de uitspraken zag van Jolande Sap van eind vorige week, begin deze week, maar ook een beeld dat zij zich niet kon vinden in het voorstel dat voorlag. En dat heeft geleid achter de schermen, dat is onvermijdelijk bij een minderheidskabinet, tot overleg.

VAN DER HEYDE:
En bij dat overleg heeft u toen al die toezeggingen gedaan of is dat echt pas later gekomen in het debat? Want daar was nog even enige verwarring over.

RUTTE:
Ja, kijk, daar heb ik ook eerder van gezegd, het is onvermijdelijk bij een minderheidskabinet dat je achter de schermen overlegt. Tegelijkertijd heeft u allemaal kunnen zien in het Algemeen Overleg  en ook plenair, dat uiteindelijk in het volle aanschijn van alle camera’s en het hele Nederlandse volk, dat debat in volle breedte gevoerd wordt. Iedereen die dat wil volgen, kan dat volgen. Ik geloof niet dat daar nou de indruk is gewekt dat dat allemaal tot in de details was dichtgeregeld. Maar het is onvermijdelijk bij een minderheidskabinet dat je toch ook, dat moet ik blijven herhalen, achter de schermen overleg pleegt.

VAN DER HEYDE:
Ziet u dit ook als een begin om misschien ook op andere terreinen zaken te kunnen doen met de oppositie?

RUTTE:
Ik heb altijd gezegd, bij het aantreden van dit kabinet, dat maar op een beperkt aantal terreinen wij kunnen rekenen de derde, die Dritten im Bunde, de partij van Geert Wilders, de PVV. Die terreinen, daar zijn afspraken gemaakt, daar hebben wij dan in principe een Kamermeerderheid. Maar voor alle overige zaken zijn we aangewezen op steun van partijen in de Kamer die niet tot de coalitie behoren.

VAN DER HEYDE:
Wat is het volgende op uw verlanglijstje waarvan u zegt dat wil ik misschien nog wel met andere partijen voor elkaar zien te krijgen?

RUTTE:
Het gaat om bijna het hele regeerakkoord.

VERBEEK:
U zegt, Nederland en Afghanistan zijn verbonden met elkaar. Houdt die verbondenheid dan op in 2014?

RUTTE:
Kijk,  de strategie die de NAVO heeft besproken in Lissabon, daar heb ik zelf aan mee onderhandeld in november. Daar was ook betrokkenheid van de niet NAVO-landen, want ongeveer de helft van de landen die in Lissabon, die betrokken is in Afghanistan en die ook in Lissabon aanwezig was, de helft van de landen in Afghanistan is geen NAVO-lid. Maar goed, dat totaal van die 50 landen heeft toen gezegd, na stabilisatie en opbouw komt nu de fase waarin je Afghanistan voorbereidt op een overdracht aan de eigen autoriteit. En daar moet ook getraind en opgeleid worden. En dat duurt tot 2014 is de verwachting. Maar dat kun je natuurlijk nooit precies aangeven. Ook verschillende partijen gisteren in de Kamer zeiden je moet daar op dat moment natuurlijk opnieuw naar kijken. Maar het voorstel dat er ligt, de artikel-100 brief die hier ligt, betreft een besluit dat loopt tot medio 2014. Maar het is heel moeilijk nu om vooruit lopen op wat eventueel daarna, want de verwachting nogmaals van die strategie is dat we dan zover zijn dat je belangrijke overheidsdiensten kunt overdragen aan de Afghaanse autoriteit.

VERBEEK:
Dan houdt die missie op, dan houdt dit mandaat op. Maar houdt dan ook de Nederlandse verbondenheid op? Want je kunt ook op een andere manier verbonden blijven met zo’n land.

RUTTE:
We hebben net een Kamerdebat gehad over een politietrainingsmissie naar het noorden van Afghanistan voor de komende drie jaar. Het is wat ingewikkeld voor mij om te voorspellen hoe, ik kan het alleen bekijken tegen de achtergrond van de NAVO-strategie, u vertellen dat je natuurlijk altijd bereid moet zijn opnieuw te kijken wat er nodig is in 2014. Maar dit besluit betreft medio 2014. En de verbondenheid tussen Nederland en Afghanistan zal langdurig zijn in enigerlei vorm. Al is het maar via ontwikkelingssamenwerking, via onze NGO’s die daar actief zijn. Daar zal natuurlijk een langjarige.., maar of dit zware niveau met trainingsmissies en hiervóór de stabilisatie- en opbouwmissie in Uruzgan, dat weet ik niet.

VERBEEK:
Wat is het moment om vast te stellen of de klus naar voldoening geklaard is?

RUTTE:
Dat zul je met elkaar moeten doen in het verband met die 50 landen, die in Lissabon bij elkaar waren in november jongstleden. Zul je gewoon regelmatig moeten kijken hoe ver staat het op dat pad naar overdragen naar Afghanistan. Klopt onze aanname, moet je regelmatig je bevragen, dat je medio 2014 zou kunnen overdragen.

VERBEEK:
En dan kun op een gegeven moment de discussie krijgen over een eventuele verlenging?

RUTTE:
Ik ben echt zover nog niet. Ik heb nu net een brief verdedigd in de Kamer die betreft tot medio 2014. En u vraagt mij nu vooruit te kijken naar de toekomst. En het enige dat ik kan zeggen is dat je altijd bereid moet zijn dan opnieuw te kijken naar de situatie. Maar deze brief sorteert daar op geen enkele manier op voor.

MINGELEN:
Aansluitend, zowel mevrouw Sap als u hebben in het debat gezegd, wij hebben een passie voor Afghanistan. Ik wil graag weten waar die passie opeens vandaan komt en waar die toe leidt. Da’s de eerste vraag. De tweede vraag: mevrouw Sap heeft gezegd: maandag was ik zo boos over de voorstellen van het kabinet die waren geen uitvoering van mijn motie. Ik ben naar Rutte gegaan, ik heb gezegd jij staat met je rug tegen de muur. Was zonder deze actie van mevrouw Sap de missie er ook gekomen? En als u zo blij bent met de veranderingen die zij heeft voorgesteld, waarom had het kabinet die dan niet zelf voorgesteld?

RUTTE:
Kijk, dat laatste is natuurlijk wat je wilt bereiken, u wordt gebeld. Nee? Dat laatste is natuurlijk wat je hoopt te bereiken in een parlementaire democratie. Dat het debat tussen regering en parlement leidt tot verbetering van voorstellen en niet tot waterige compromissen. Kijk, als je een besluit van een weg aanleggen dan kun je nog een compromis sluiten of er ook nog een fietspad naast komt ja of nee. Maar als het gaat om zoiets essentieels als het uitzenden,  naar potentieel ook gevaarlijke streken,  van mannen en vrouwen uit Nederland die daar gaan trainen. Dan is het heel bijzonder om mee te maken dat het mogelijk is om te komen tot een beter voorstel. Als ik ooit na deze baan politiek commentator word, dan zal ik kijken of ik uw tweede vraag kan beantwoorden. Maar nu de eerste vraag. Die passie, ik heb gisteren ook in het debat gezegd, mij staat nog bij dat ik in 2007 met generaal Craddock, de toenmalige Supreme Allied Commander, mee mocht naar Afghanistan, de hoofdstad Kabul. Maar ook naar ons kamp, kamp Holland, en naar het noorden, het gebied waar de Noren, dus dat is meer naar het westen van Afghanistan, en ik heb daar die hele verscheidenheid van dat land gezien. En ik zei dat gisteren ook. Daar is een, door daar te engageren is er ook een dure verplichting aangegaan. Een dure verplichting dat wij bereid zijn om ons langjarig met dat land te bemoeien. Daar een bijdrage te leveren. En ik heb dat heel tastbaar meegemaakt toen ik daar was en ik denk dat een aantal van u die daar in missies is geweest dat ook heeft meegemaakt.  

MINGELEN:
U zei net, ik wil die vraag niet beantwoorden of mevrouw Sap gelijk had. Ik hoef niet uw commentaar erop. Ik vroeg of het waar was dat zij tegen u heeft gezegd, u staat met uw rug tegen de muur, u moet nu een aantal voorstellen van mij echt gaan inwilligen want anders komt de missie er niet.

RUTTE:
Kijk, er is regelmatig in die hele  periode contact geweest achter de schermen. Dat heb ik ook net gezegd. En het zou zomaar kunnen, ik heb dat ook gisteren in het debat bevestigd, in die aanloop naar het Algemeen Overleg van woensdag tussen ons contact was. Want ja, de beelden, de commentaren, van GroenLinks in de media gaven niet aan dat men daar op dat moment heel enthousiast was over de wijze waarop het kabinet uitvoering had gegeven aan de motie Pechtold, Peters.

MINGELEN:
Voelde u zich door haar met de rug tegen de muur gezet?

RUTTE:
Kijk, dat soort beelden laat ik altijd aan degenen die de beelden oproepen. Wat ik vaststel is dat zij vond dat er een uitwerking was gekozen die teveel punten afweek van wat zij wilde. Daar hebben we goed over gesproken. Ik heb overigens ook contact gehad met anderen in de Kamer, ook met coalitiepartijen, vanzelfsprekend. En dat heeft uiteindelijk ook zijn weerslag gekregen in het Kamerdebat van woensdag en donderdag.

HEYMANS:  
Meneer Rutte, nog even aanvullend op wat collega Verbeek net vroeg over de eventuele verlenging. Jolande Sap zei juist heel nadrukkelijk, ik weet niet of ze het in het debat zei, maar in ieder geval in het AO, van als dit een succes wordt deze missie dan moet je dus echt wel langer blijven, anders is het ook weer zonde van de investering die je gedaan hebt. Dan moet je voor 10, 15 jaar misschien wel doorgaan hiermee.

RUTTE:
Ja, en mijn reactie daarop is dat ik het compleet met haar eens ben dat het het autistisch vasthouden aan een einddatum, alsof je nu kunt voorspellen wanneer het gelukt is, niet verstandig is. Het beste wat we weten is de planning die er ligt, namelijk medio 2014, daar baseren wij ons voorstel op. Dat is ook het mandaat waar de artikel-100 brief, en daar ging het debat over, zich op baseert. En verder kan ik alleen maar zeggen, en herhalen wat ik ook anderen net zei, dat je open moet staan op dat moment voor de situatie zoals die zich aandient. En daar op dat moment besluiten over moet nemen.

HEYMANS:
Maar u begrijpt Jolande Sap heel goed? U bent het eigenlijk wel met haar eens? Alleen zegt u van formeel …

RUTTE:
Je weet het nu nog niet. Maar als het zo zou zijn dat op dat moment je nog lang niet bent waar je hoopte te zijn en je zou een zinvolle bijdrage kunnen leveren dan moet je daar opnieuw op dat moment de discussie over voeren. Maar dat hangt er ook sterk van af of deze coalitie daar op dat moment zit. Dat hoop ik natuurlijk. Dat zou nog voor de verkiezingen zijn, dus, laten we hopen dat wij de rit uit zitten. En dan zul op dat moment moeten kijken naar alle feiten zoals die zich voordoen. En ook de ervaringen van deze trainingsmissie en wat hebben we daar daadwerkelijk kunnen bijdragen? Je kunt daar nu geen definitief antwoord op geven, anders dan dat je open moet staan voor op dat moment alle opties.

ANP:
U gaf aan dat u achter de schermen partijen consulteert. Wat is uw verklaring dat uw voorstel toch zo negatief werd ontvangen in eerste instantie?

RUTTE:
Ja, het is allemaal heel lastig nogmaals. Ik ben politicus en geen politiek commentator. Dat is echt ook iets wat jullie zelf zouden moeten analyseren. Ook door het debat terug te kijken en de aanloop naar zo’n debat terug te kijken en dat allemaal te bezien. Ik moet alleen, ik heb te maken met de feiten. Het feit was dat wij naar beste eer en geweten een invulling hadden gegeven in de artikel-100 brief aan de motie Pechtold/Peters. Daar geen twijfel over. Dat was ons doel. Daar is ook in de aanloop natuurlijk naar die brief contact over geweest met de partij. Er waren geen garanties. Ik heb nog in het Telegraafinterview, een week voor kerst gezegd, er waren geen garanties dat partijen dat zouden steunen. Kun je ook niet vragen. Het zijn oppositiepartijen. Maar er was wel intensief overleg geweest. Ik meende dat die brief daaraan voldeed. En uiteindelijk bleek toch begin deze week dat er belangrijke verbeteringen gewenst werden. En ik moet zeggen als ik kijk naar het eindresultaat dan bevalt mij dat zeer.

KOELÉ:
Meneer Rutte, u heeft tijdens het debat gezegd dat u wilt proberen het maatschappelijk draagvlak te vergroten. Hoe denkt u dat te gaan doen?

RUTTE:
Daar ben ik nu mee bezig.

KOELÉ:
Er komt niet een grote PR-campagne of anderszins?

RUTTE:
Nee, nee, nee. De beste PR bent u. Dat u gewoon goed opschrijft wat ik gezegd heb. Dat werkt het beste. En het is ook het goedkoopst.

VAN DER LAAN:
Meneer Rouvoet zei in het debat over deze missie ten aanzien van de positie van de PVV, dat het niet meedoen van de PVV dat dat bekrachtigd is in het gedoogakkoord gelegitimeerde schone handenpolitiek is. Wat vindt u van die uitspraak?

RUTTE:
Ik begrijp het vanuit zijn perspectief. Waar ik mee te maken heb is dat wij een coalitie hebben van twee partijen en dat wij te maken hebben met een gedoogpartij waar wij erg goed mee samenwerken, ook zeer betrouwbaar is in de uitvoering tot nu toe van alle afspraken die we gemaakt hebben. Daar alleen maar complimenten. Maar dat we op dit punt, ik de PVV, dat geldt trouwens ook voor heel veel andere terreinen, maar op dit punt, geen afspraken hebben gemaakt. Omdat de PVV heeft gezegd, dat willen wij niet. En dat is dus altijd een consequente positie geweest in de onderhandelingen op weg naar dit kabinet en naar deze politieke constructie. In die zin geen verrassing.

POWNEWS:
Mag ik u nou wel of niet feliciteren?

RUTTE:
Dat moet u zelf beslissen.

POWNEWS:
U zei eerder, u mag me helemaal niet feliciteren.

RUTTE:
Weet je wat ik vind? Als je praat over het uitzenden van in dit geval politietrainers, militairen, F16-personeel die onder moeilijke omstandigheden werk gaan doen, daar past niet bij dat je als kabinet je in dat soort termen zou laten overladen. Dus dat is aan u wat voor etiket u erop wilt plakken.

POWNEWS:
Maar dit is een overwinning voor u. Met een overwinning mag ik u toch wel feliciteren?

RUTTE:
Kijk, nou ja, het is net hoe je er naar kijkt. Er lag een brief van het kabinet. En wij hebben het eindresultaat in de Kamer, omdat die brief vind ik echt door het debat verbeterd is. En ik ben heel blij dat er steun is. Maar ik heb niet zoveel zin om dat soort etiketten erop te plakken. Die etiketten wijzen op mijn ego. Op de vraag of ik er trots op ben of wat dan ook. En dat vind ik ongepast bij dit onderwerp. Sorry, je moet ook in het leven dicht bij jezelf blijven. Dat voelt niet goed.

POWNEWS:
U sprak niet over een band tussen Afghanistan en Nederland. Zeventig procent van de Nederlanders heeft helemaal geen trek in deze missie. Hoe gaat u dat nog veranderen? Want dan is er geen band.

RUTTE:
Kijk, je kunt als politicus niet leiden bij peilingen. Je moet wel heel goed proberen de polls van de samenleving te hebben. En op dit punt zegt die polls iets anders dan ik vind dat nodig is. En dat betekent dus dat je als politiek leider, dat geldt voor iedere vorm van een politieke partij, of als minister-president, af en toe ook moet zeggen tegen het Nederlandse volk: ik hoor u, u wilt die kant op, ik ga u uitleggen waarom het die kant op moet. Nou, en dat gesprek voeren we hier.

POWNEWS:
Weet u dan niet de bevolking over te halen om te vertellen, van nou, dat is best een goeie missie?

RUTTE:
Nou, wat niet werkt bij zo’n onderwerp is mensen over de streep te trekken. Nee, maar je moet het met me eens zijn! Dat werkt niet. Wat wel werkt is uitleggen waarom je zelf vindt, dicht bij jezelf blijven, ook hier. Dus ik ook gisteren er voor gekozen in de derde termijn, in dat plenaire debat, om niet te gaan zeggen ik ga nog een paar partijen over de streep trekken. Ik heb gezegd, ik ga u vertellen waarom ik vind dat we dit moeten doen.

POWNEWS:
Heeft Geert Wilders nog gebeld om te feliciteren?

RUTTE:
Ik heb Geert Wilders vandaag niet aan de lijn gehad. Maar dat komt ook omdat vandaag Ministerraad was en ik naar u moest.

POWNEWS:
Dan heb ik nog één vraag. Klopt het verhaal dat uw Blackberry in de wc gevallen is?

RUTTE:
Dat klopt!

POWNEWS:
En heeft u die er zelf uitgehaald?

RUTTE:
De wc was gelukkig nog ongebruikt.

POWNEWS:
Wel nat vaak, in de wc.

RUTTE:
Ja, hij doet het weer. Als je namelijk batterij er uit haalt, en hem even een paar uur laat drogen, dan doet hij het weer.

POWNEWS:
Dus we hoeven ons geen zorgen te maken?

RUTTE:
Nee! Hij is helemaal op orde. En het telefoonnummer is van dat ding bij u nog niet bekend volgens mij.

POWNEWS:
Nou, dat zou u verbazen, kan ik u vertellen.

RUTTE:
Oh, dat is jammer. Ja.

VULLINGS:
Premier Rutte, gisteren in het debat is er toegezegd dat er een contract komt met de Afghaanse overheid. Kunt u precies uitleggen wat daar in moet komen te staan?

RUTTE:
Wat wij gezegd hebben is je moet op nationaal niveau van een minister gewoon een verzekering krijgen dat de politiemensen die we opleiden voor de civiele Afghaanse politie niet worden ingezet voor militaire doeleinden. En het tweede wat je moet doen, is afspraken maken op het regionale niveau, maar dat kan pas als je met de opbouw bezig bent van de missie. Want dan ga je echt contacten, persoonlijke contacten bouwen met al deze hoofdrolspelers. Waarin je afspraken maakt op hetzelfde punt, namelijk de verzekering dat deze mensen worden ingezet voor politiedoeleinden en dus niet voor militaire doeleinden.

VULLINGS:
En is er al contact geweest met de Afghaanse overheid over dat mogelijke contract?

RUTTE:
Ja, er is, op lokaal niveau niet, want dan moet je er ook echt zijn. Je moet dan ook zelf daar die in dat kamp als je die missie gaat opbouwen dan heb je gewoon die contacten niet. Op nationaal niveau voor die contacten wel. En voor zover ik heb begrepen zijn daar gewoon de eerste contacten tussen ambassadeurs, de nationale regering. En dat moet uiteindelijk leiden tot een brief die ons bevalt. En die zegt ja, wij verzekeren u dat die politiemensen ook voor politietaken worden ingezet conform overigens de Afghaanse beleidsregels op het gebied van de politie. En dan is dit het type politie dat ook echt alleen voor politie mag worden ingezet.

VULLINGS:
En is het een zaak voor u en Karzai of speelt zich dit op een lager niveau af?

RUTTE:
Dat moeten we bekijken. Ik vermoed dat dit een zaak is op het niveau van ministers. Maar dat gaan we bekijken. Kan ik nog geen zekerheid over geven.

VULLINGS:
Gisteren is dus gezegd, dat contract moet er komen. En als het niet komt is het een ontbindende voorwaarde voor de missie. Is dat contract in uw ogen …

RUTTE:
Even corrigerend: de ontbindende voorwaarden zit ‘m op de brief die we krijgen van de Amerikaanse, eh van de Afghaanse autoriteiten dat dit een missie is waarbij etcetera. En wat we lokaal  gaan doen is vastleggen in harde afspraken.

VULLINGS:
Is dat in uw ogen een formaliteit of een mogelijk struikelblok?

RUTTE:
Dat is geen formaliteit. Dit is voor mij heel essentieel omdat dit, ik heb gisteren gezegd, ik zal, dit is heel essentieel, sowieso vanuit het kabinet, maar door het debat is het ook helemaal expliciet gemaakt dat we dit gaan vragen. En dat hoort dus ook bij de afspraken tussen het kabinet en partijen in de Kamer. En in dit geval bijvoorbeeld GroenLinks. Maar ook andere partijen die er sterk op hebben ingezet. D66 onder anderen.

VULLINGS:
Dus de missie is eigenlijk nog helemaal niet zeker?

RUTTE:
Ik verwacht dat dit wel goed komt. Wij vragen de Afghaanse autoriteiten op schrift te stellen wat ook hun beleid is. Want dit is gewoon een beleid, dat die civiele, anders dan een gendarmerie of de riod police of de border police, want daar loop je wel risico’s van militaire betrokkenheid. Maar dit is echt de Afghaanse civiele politie, het UAP, nou, in alle beleidsregels van de Afghanen staat ook dat dit het doel is. De streek waar we naartoe gaan zijn ook maar heel weinig incidenten bekend, dat deze politie wordt omgekapt naar militaire rollen. Dat blijkt ook uit onze intelligence. En we zullen daar dus gaan zorgen dat we ook op schrift die verzekering krijgen.

VAN WEEZEL:  
Als u zo blij bent met de uitkomst van het debat, waarom bent u dan eerst met een voorstel gekomen dat zo ontzettend van die motie van D66 en GroenLinks afweek? Was dat omdat de NAVO iets anders wilde, de Afghanen of Hillen? Wat voor invloed dan achter de schermen uitgeoefend om het kabinet toch eerste met een brief te komen die veel meer de paramilitaire kant opging dan die civiele kant?

RUTTE:
De artikel-100 brief zoals die er lag kan op geen enkele manier worden uitgelegd als een paramilitaire brief. Want het was een brief die gaat over een trainingsmissie. En we hebben naar beste eer en geweten, aansluitend bij de NAVO-strategie van ISAF en het NAVO-trainingsprogramma, een stuk geschreven waarvan wij zeiden, we denken dat je het zo zou moeten doen. En de wens van bijvoorbeeld GroenLinks was om veel meer een aanpak te kiezen die ook echt specifiek Nederlands is. En waarin je dus meer ruimte inbouwt voor training op veilige locaties. Waarbij je veel langer traint in het veld en kijkt wat ze wel en niet kunnen, waarbij je veel meer aandacht geeft aan alfabetisering, aandacht geeft aan vrouwenrechten, dat soort zaken. Dat is uit het debat gekomen. Zo in detail waren die gesprekken achter de schermen niet gegaan. Wij hebben echt gedacht dat er een brief lag die voldeed aan de wensen. Maar ik heb altijd gezegd, geef nou ruimte aan het debat. Het is toch mooi dat je een parlement hebt en u heeft altijd jarenlang gezegd, alles is achter de schermen helemaal dichtgeregeld en dan wordt er nog een showtje opgevoerd. En nou zie je echt dat in 48 uur tijd een voorstel van A naar A1 beweegt en A1 echt beter is dan A. Dus die artikel-100 brief is echt verbeterd, is geclarificeerd, is verder uitgewerkt. Dat is toch mooi? Het is toch goed als je in een oprechte dialoog probeert om het te verbeteren?

VAN WEEZEL:
En heeft u de indruk dat de andere kant, de ISAF en de NAVO, ook gelukkig hiermee zijn of vinden die dit een beetje een softe oplossing?

RUTTE:
Nee, dat geloof ik niet, die zijn denk ik ook hier blij mee. En die realiseren zich heel goed dat Nederland zal inzetten op kwaliteit en niet kwantiteit. We zullen dus ook in de eerste periode, in die  POMLT’s (Police Operational Mentor and Liaison Teams, red.) waar dan zo’n 165 marechaussee en militairen, zullen wij in eerste periode ook een heel voorzichtig aantal mensen meenemen, zo’n 250. Dus de verhouding 2 trainers staat tot 3 rekruten voor die Afghaanse civiele politie om ervoor te zorgen dat we echt gaan kijken wat kun je daar bereiken? En als dan blijkt na zo’n eerste periode dat je misschien nog wat meer mensen kan opleiden met die 165 trainers, prima. Maar we gaan het heel voorzichtig opbouwen. Alles vanuit kwaliteit en daarom ook niet 2 maanden training maar 5 maanden training na de basisopleiding. Niet 6 weken in een compound, maar in totaal 18 weken op een veilige locatie trainen, dat zijn allemaal, ja, ik vind het echt verbeteringen in het debat. En waarbij we ook afwijken op een aantal punten van de standaard NAVO-strategie.

VAN WEEZEL:
En er was niemand in het kabinet die dat verder vanuit zichzelf had kunnen bedenken zonder Jolande Sap?

RUTTE:
Omdat wij veel meer zijn betrokken vanuit de bestaande ISAF-aanpak. En mede onder invloed van GroenLinks is besloten om uiteindelijk veel meer naar een Dutch approach te gaan. En dat past overigens ook, als je kijkt naar de geschiedenis van Uruzgan, waar wij natuurlijk ook, ik was er dus in 2007 en ik daar gezien hoe de tweede man van kamp Holland, de hoogste NAVO-generaal, toesprak en uitlegde hoe wij dingen aanpakten, afwijkend van de standaard NAVO-strategie. Maar dat hoort ook een beetje bij ons land. Dat ook dingen op onze manier doen en vervolgens ook in staat zijn om anderen te overtuigen. Bijvoorbeeld de 3D benadering van die werkwijze. En dat is ook de ambitie hier.

AD:
Heeft u al contact gehad met de Amerikanen of de NAVO?

RUTTE:
Nee, dat ben ik ook niet van plan.

AD:
U bent ook niet gebeld?

RUTTE:
Nee, ik heb dat eerder hier verteld. Ook vanwege dat hele Wikileaks gedoe. Ik heb een kennismakingstelefoongesprek gehad met Obama en later met Joe Biden. Daar is het onderwerp Afghanistan aan de orde geweest. En ik heb de secretaris-generaal ontmoet, natuurlijk op de NAVO-top in Lissabon, en uiteraard is er toen ook kort gesproken over Afghanistan. En dat is de beïnvloeding geweest, overigens niet heel effectief, maar goed, die men op mij poogde uit te oefenen. En ik heb geen enkele ambitie nu om  te gaan bellen. Ze zien dat wel aan uw berichten.

AD:
Nou ja, ik bedoelde eigenlijk meer andersom dat u gebeld was, maar dat dus blijkbaar ook niet?

RUTTE:
Nee, ook niet, nee. Nee, ik zag een ANP’tje voorbij komen. Over dat de NAVO blij was. Nou, mooi.  

ONBEKEND:
Jolande Sap in het Algemeen Overleg gezegd, ik ben geen buitenlandexpert, ik doe dit eigenlijk pas een paar weken. Toch zegt u door haar inbreng is deze missie eigenlijk verbeterd.

RUTTE:
Ja, maar we hebben niet met zomaar iemand te maken natuurlijk.

ONBEKEND:
Nee, inderdaad. Want is dat toch niet een soort pijnlijke observatie voor die experts, onze experts, die hun hele professionele levens hier al mee bezig zijn, voor bondgenoten die al jaren proberen daar een goede training te ontwikkelen.

RUTTE:
Het gaat erom welke invalshoek je kiest. En wij hebben als kabinet ons gebaseerd op de gesprekken en de motie gemeend dat we heel dicht konden blijven bij de oorspronkelijke ISAF-aanpak en het vaste NAVO-trainingsprogramma. En wat bleek in het debat is dat GroenLinks zei, doe nou hetzelfde als je in Uruzgan gedaan hebt, namelijk kies nou voor een Nederlandse aanpak. En een van hun wensen was, zorg er nou voor dat je veel langer traint op veilige locaties. Nou, dat wijkt af van die NAVO-aanpak. En we hebben toen gezegd, ja, daar is ook heel veel voor te zeggen. Dat is niet omdat de deskundigen niet goed zijn. Dat is omdat die deskundigen vertrokken vanuit veel meer de standaard NAVO-aanpak. En de opbrengst van de opmerkingen van GroenLinks, maar het gaat overigens, ik moet daar ook recht aan doen, ook wat mij overigens in die dagen achter de schermen over gezegd is door D66 en ChristenUnie en SGP, dat heeft gewoon geleid tot een aanpak die ja, veel minder standaard-NAVO is en veel meer een Dutch approach is en waarbij ook de ambitie hebt om dat vervolgens in andere delen van Afghanistan, net zoals met de 3D-benadering ingang te doen vinden.

AD:
Je hoeft niet altijd naar de militaire expertise te luisteren. Je kunt ook politieke inbreng…

RUTTE:
Nee, maar kijk, hoe werkt dit? Wat de militairen doen, en in dit geval ook de politiemensen hebben gedaan in de advisering naar het kabinet over hoe je dat voorstel moet doen. En uiteraard ook de militaire leiding. Tegen de achtergrond van de motie en gesprekken die hebben plaatsgevonden, dat vertrok heel erg vanuit de standaard NAVO-aanpak. Dat ligt ook voor de hand. Want je werkte ook in zo’n verband. En het aardige nou vind ik, en het bijzondere van de afgelopen 72 uur is, dat we daar binnen een aantal zorgen die partijen hadden, konden bedienen, konden wegnemen, door veel meer training te geven op die veilige locaties. En de training ook langer te laten duren. En daarmee veel meer een Nederlandse benadering te kiezen. Dat betekent niet dat het ene slechter is dan het andere. Het zijn twee verschillende ja, het tweede is een verbetering ten opzichte van die eerste benadering in termen van hoeveel tijd besteed je echt aan het intrainen van vaardigheden. En Jolande Sap mag dan misschien geen expert zijn op dit terrein, maar ze leidt wel een belangrijke politieke formatie en ze heeft ook haar adviseurs. En dat gaat prima.

RUTTE: U bent jarig vandaag overigens!

JULIUS VISCHJAGER:
Ja, en daarom wilde ik een vraag stellen aan u en dat is een vraag of u misschien meer vragen kan stellen, omdat u, u bent een generatie jonger. Dus dat wou ik vragen of u dat wilt doen?

RUTTE:
Even kijken hoor, de vraag is, hoe blijft u zo scherp, jong tussen aanhalingstekens, leeftijd zegt bij jou wel iets, maar niet veel. Dank, en gefeliciteerd.