Nederlands terrorismebeleid degelijk vormgegeven
Het Nederlandse antiterrorismebeleid is degelijk en deugdelijk en het pakket aan antiterrorismemaatregelen is in balans en toereikend. Ook wordt de aanpak van terrorisme gezien als een gezamenlijk vraagstuk waarbij de nodige samenwerking tussen partijen goed is. Uit analyse van de Radboud Universiteit blijkt dat antiterrorismemaatregelen, als zodanig, niet in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Desalniettemin heeft het kabinet het voornemen om het aangehouden wetsvoorstel bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid in te trekken, omdat sinds de aanhouding van het wetsvoorstel aanvullende strafrechtelijke bepalingen zijn aangenomen die zijn gericht op het (preventief) tegengaan van terrorisme. Daarmee kan voldoende worden voorzien in een aanpak zoals beoogd in het wetsvoorstel.
Dat zijn de belangrijkste conclusies in de eerste kabinetsevaluatie van antiterrorismemaatregelen in de afgelopen tien jaar. Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) heeft de evaluatie vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Nederland is daarmee het eerste Europese land dat op deze wijze terugblikt op het eigen antiterrorismebeleid. Het is de bedoeling elke vijf jaar een dergelijke evaluatie uit te voeren.
Antiterrorismemaatregelen in Nederland laten zich kenmerken door maatwerk. De aanpak van terrorisme in Nederland past zich aan naar gelang de ontwikkeling van het fenomeen, leert van lessen uit de praktijk en rechterlijke toetsing en staat open voor kritieken uit de maatschappij. Het is degelijk, deugdelijk en niet in beton gegoten.
Daarnaast is er steeds oog voor de vraag of het pakket aan antiterrorismemaatregelen in balans en toereikend is. Terrorisme ontwikkelt zich immers voortdurend. Daarmee dient zich de vraag aan of antiterrorismemaatregelen ook voor de toekomst toereikend zijn. Wanneer nodig zal het kabinet aanvullende maatregelen nemen. Daarbij is het van belang om steeds helder te hebben waarom een maatregel noodzakelijk is of aangepast moet worden. Er kan sprake zijn van een nieuwe dreiging, een behoefte in de praktijk of een internationale afspraak. Uit dit onderzoek blijkt dat voor de maatregelen die de afgelopen 10 jaar zijn genomen deze noodzaak is gebleken.
Door de ruimere bevoegdheden van politie en justitie is in Nederland de aanpak van terrorisme meer een gezamenlijk vraagstuk geworden, waar voorheen de inlichtingendiensten en de opsporing verder van elkaar stonden. De praktijk blijft weliswaar complex, maar gebleken is dat de samenwerking tussen alle partijen goed is. Antiterrorismemaatregelen zijn tot nu toe niet of nauwelijks door Nederlandse of Europese rechters aan fundamentele rechten getoetst. Maar uit analyse van de Radboud Universiteit blijkt dat de behandelde antiterrorismemaatregelen, als zodanig, niet in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Het kabinet zal als vervolgstap een nationale contraterrorismestrategie opstellen waarmee die samenhangende aanpak van terrorisme verder wordt bevorderd. Ook zal deze evaluatie elke vijf jaar worden herhaald zodat er continue lessen worden getrokken en opgedane kennis in de oefen- en opleidingsprogramma’s voor professionals in terrorismebestrijding een plek krijgt.
Aanleiding evaluatie
De kabinetsevaluatie vloeit voort uit de aanbevelingen die door de zogeheten commissie- Suyver in 2009 werden gedaan. Die commissie bekeek op welke wijze het Nederlandse antiterrorismebeleid het beste kon worden onderzocht. Het rapport stelde dat er verder onderzoek moest worden gedaan naar onderlinge samenhang, legitimiteit en effectiviteit van antiterrorismemaatregelen. De evaluatie “Antiterrorismemaatregelen in Nederland in het eerste decennium van de 21 eeuw” geeft invulling aan die aanbeveling.