'Het einde van het begin' Toespraak Minister Donner op Curaçao
Elf één elf. Gisteren was het 11-1-11; de eerste dag is van de vierde maand na 10-10-10. Daar was op zich zelf niets bijzonders mee. Maar de laatste tijd zijn we gewoon om de voortgang in de discussie over de staatkundige verandering in dat soort afkortingen te gieten; 9-9 was de Ronde tafel conferentie, 10-10-10 was de staatkundige hervorming, en 11-1-11 is de eerste dag van de rest van de toekomst van het Koninkrijk der Nederlanden. Ik hield bovendien op Aruba een lezing over het Koninkrijk, en misschien wordt het daarom nog wel eens een belangrijke datum in de geschiedenis van het Koninkrijk.
10-10-10 was een gedenkwaardige dag. Het Koninkrijk der Neder-landen onderging op die dag een ingrijpende ‘face-lift’. De Nederlandse Antillen werden gesplitst in twee landen en drie eilanden. Die laatste gingen wat Nederland betreft over van de koninkrijksrelaties naar de binnenlandse zaken. En Aruba verloor op die dag de ‘status aparte’ want die positie was niet langer apart, maar de norm geworden voor alle landen van het Koninkrijk.
Aan 10-10-10 ging een geweldige krachtsinspanning vooraf. Er is de afgelopen jaren intensief, hard en met succes onderhandeld. Het resultaat werd met de Ronde tafel conferentie van 9-9, van 9 september 2010 politiek bekrachtigd. Er is een omvangrijk wetgevingsprogramma afgewerkt; 10 rijkswetten, 10 Koninklijke besluiten (incl. amvb’s), 10 onderlinge regelingen tussen diverse landen. De nieuwe situatie van Bonaire, Saba en Sint Eustatius vergde nog eens 8 wetten, 15 Koninklijke besluiten en 45 ministeriële regelingen en besluiten, die allemaal op die datum in werking traden. En dan heb ik nog alleen maar over de wetten die het Rijks en Nederlandse Parlement gepasseerd zijn.
Na een dergelijke krachtsinspanning is men snel geneigd om eens even rust te nemen. Ook de Here God had een rustdag nadat hij de aarde geschapen had. Zouden wij dan niet enige rust nemen nadat we het Koninkrijk herschapen hebben. Het is een verleidelijke gedachte: maar het is een verzoeking. Als God zegt vandaag, zegt de duivel: morgen. Daarom hebben heiligen altijd een verleden, maar zondaars een toekomst. In het Koninkrijk der hemelen hebben we straks slechts een verleden, maar in het Koninkrijk der Nederlanden zijn wij zondaars; daarom hebben we een toekomst. Maar dan moeten we die wel ter hand nemen. Want er is weinig tijd.
Wetgevers zijn geneigd te denken dat de werkelijkheid voor 8/10e uit de wet bestaat, voor 1/10e uit handhaving en voor 1/10e uit onvoor-ziene situaties. Daarom denken zij dat met de wetgeving het werk geklaard is en alles verder vanzelf gaat. Mensen die hun verstand meer ongerept bewaard hebben, weten wel beter. Wetten zijn nodig, maar de werkelijkheid verandert niet per decreet. De bestuurders van de nieuwe landen en van de BES eilanden ondervinden het aan den lijve. Het meeste werk komt nog.
10-10-10 was slechts het einde van het begin. Op papier bestaan de nieuwe landen en de BES-eilanden, in de praktijk moeten ze nog gebouwd worden. Daarom is ‘elf één elf’ een belangrijke datum; omdat we niet mogen blijven steken in tevredenheid over 10-10-10. Want net als 10-10 volgde op 9-9: de Ronde Tafel conferentie, volgt elf één elf op 10-10. Elf één elf is om te herinneren dat we verder moeten met de opbouw van de nieuwe landen, met de opbouw van de drie openbare lichamen, met de opbouw van de nieuwe relaties binnen het Koninkrijk, en met de ontwikkeling van het Koninkrijk der Nederlanden zelf.
De start van een nieuw begin
10-10-10 was het einde van het begin – de start van een nieuw begin. De bestuurders van Curaçao en Sint Maarten moeten nu bewijzen dat ze als land kunnen, wat de Nederlandse Antillen niet deden. St. Maarten verweet Willemstad sinds jaren dat politie en justitie werden verwaarloosd en dat de belastingen die op St. Maarten werden geheven voor voorzieningen elders werden gebruikt. In een aantal plannen van aanpak werd gedetailleerd aangegeven wat nodig was. Dan is het weinig geloofwaardig om die plannen nu onrealistisch te noemen of te menen dat daar geen geld voor is. Want dan zou men achteraf Willemstad alsnog gelijk geven en daarmee de gronden en veronderstelling waarop 10-10-10 berustte, ongeldig verklaren. Ook de totstandkoming van het land zelf zou dan onrealistisch genoemd moeten worden.
Evenzo zal Curaçao moeten laten zien dat het als land in staat is om financieel op eigen benen te staan en te voorzien in de behoeften van de eigen bevolking en een beter economisch perspectief heeft. Want anders berust de keuze van 10-10 op drijfzand.
Het onderstreept dat de keuzen die gemaakt zijn niet onverplichtend zijn en direct de gronden voor het eigen bestaan raken. Dat geldt voor alle landen die bij het proces betrokken waren. Evenzo is het nu aan Nederland en de besturen van Saba, St. Eustatius en Bonaire om te laten zien dat de gekozen relatie met Nederland leidt tot beter bestuur. Dat gebeurd niet als bij toverslag. Ik ben deze dagen op alle eilanden geweest om te zien of gerealiseerd wordt wat verwacht werd. Op tal van punten moet nog een juiste maatvoering gevonden worden voor een evenwichtige toepassing van regels, die recht doet aan de uitgangspunten van de regelgeving en de bijzondere omstandigheden hier op de eilanden.
Het is ook een nieuw begin voor het land Nederland. Met drie openbare lichamen hier in het Caraïbisch gebied is Nederland ook een land in de regio geworden. Het betekent onder meer dat beslissingen van de andere landen die de vitale belangen van de drie BES eilanden raken, ook rechtstreeks raken aan de belangen van Nederland als land in de regio. Het schept kortom een heel nieuwe verhouding tussen Nederland en de andere landen van het Koninkrijk; wat de implicaties daarvan zijn zal vermoedelijk pas geleidelijk duidelijk worden.
Aruba lijkt wat minder geraakt. Dit jaar wordt 25 jaar status aparte gevierd. Maar die status was in 1986 bedoeld als overgang naar zelfstandigheid, met de hervorming van 10-10 is de status aparte nu normaal geworden voor alle landen. Aruba is daarmee op slag het oudste land met de langstzittende minister president geworden.
Een nieuw begin voor het Koninkrijk
10-10-10 is niet alleen een nieuw begin voor de landen van het Koninkrijk, maar ook voor het Koninkrijk. Als Koninkrijk staan we op een tweesprong. Wordt 10-10 een nieuw begin ook voor het Koninkrijk, of wordt het het begin van het einde van het Koninkrijk? Met de ophef-fing van het land Nederlandse Antillen is er geen tussenlaag meer. Er is niemand meer die men de schuld kan geven, dan het Koninkrijk. Als de huidige veranderingen geen succes zijn rest er in de toekomst nog slechts één keuze; of complete zelfstandigheid of integratie in Nederland op de voet van de BES eilanden.
De beide Kamers van de Staten-Generaal hebben het afgelopen jaar bij diverse gelegenheden er bij de regering op aangedrongen om te komen met een visie op het Koninkrijk. Aanvankelijk bevreemde mij dat wat. Men zou toch mogen hopen dat de ‘face lift’ van het Konink-rijk op 10-10-10 berust op een concept voor de toekomst. Geleidelijk aan ben ik echter tot de conclusie gekomen dat de transformatie van 10-10-10 vooral een reactie is op grieven en problemen met de oude situatie binnen de Nederlandse Antillen, maar niet op een gemeenschappelijke visie omtrent de positieve invulling en ambities van de nieuwe situatie. Dat is verontrustend want het Koninkrijk en dus a fortiori de herstructurering daarvan, zijn geen doel op zich zelf. Dan dreigen we bezig te zijn met renovatie van een staatstructuur, waarvan we niet weten of het behouden daarvan wel de moeite waard is. En als de verantwoordelijke bewindslieden en politici het zelf niet weten, zullen ze de burgers al helemaal niet van de waarde daarvan kunnen overtuigen.
In wat oudere Hollywood films over hopeloze liefdes komt steevast het moment voor dat de geliefden constateren: ‘We can’t go on meeting like this.’ In die situatie bevinden de partners binnen het Koninkrijk zich ook. We zullen moeten kiezen hoe we verder willen. Er is geen land Nederlandse Antillen meer, dus bij iedere volgende discussie is direct het Koninkrijksverband aan de orde. Wij in het Europese deel van Nederland hebben iets scherper voor ogen, de weg die België in de afgelopen decennia is gegaan. Waar iedere staatshervorming niet het begin was van herstel van vertrouwen in een gemeenschappelijke toekomst, maar de inleiding op de volgende ronde van een nog verdergaande devolutie van bevoegdheden en taken, bij gebrek aan visie op wat men wel wil. Die weg moeten we elkaar binnen het Koninkrijk besparen. Maar die weg zullen we wel afgaan als we het Koninkrijk als gegeven blijven zien en daarom alleen letten op de beperkingen die het stelt.
Waarborgfunctie geen bestaansgrond
Discussies over de potenties van het Koninkrijk hebben we in het verleden vaker gehad. Maar als die prachtige perspectieven zich vervolgens niet realiseren, dreigt men weer te vervallen in de oude controverses. Het bestaansrecht van het Koninkrijk moet daarom op een meer elementair niveau gezocht worden. Een Koninkrijk is geen doel, net zo min als souvereiniteit of autonomie van een (ei)land. Overheen zijn nodig, maar hun bestaan rechtvaardigt zich door de mate waarin zij invulling geven aan de oude voorbede in de liturgie: dat zij peace within our gates, and prosperity within our borders’ mogen verzekeren – ‘vrede binnen de poorten en welvaart in het land’.
Het is een eeuwenoud ideaal dat u terugvindt in het fresco in Siena van Ambrogio Lorenzetti over de effecten van een goede en van een slechte regering. De effecten van een goede regering zijn prachtig verbeeld. De poorten tussen stad en ommeland staan open, de velden worden bewerkt en dragen vrucht, in de stad heerst alom bedrijvigheid, de huizen worden onderhouden, de scholen zijn vol en de jonge dochters dansen vrij op straat zonder lastig gevallen te worden. De effecten van een slechte regering zijn ook duidelijk; de poorten gesloten, de landerijen verwaarloosd, de huizen in verval, de bedrijven gesloten, burgers vermoord en vrouwen die lastig worden gevallen.
Goed bestuur, daar gaat het in alle eeuwen om. Overheden zijn er niet omdat mensen heiligen zijn, maar omdat ze vaak alleen oog hebben voor het eigen belang, zich aan elkaar willen verrijken en elkaar soms naar het leven staan. Overheden zijn er omdat samenwerking meerwaarde heeft, maar samenwerking wel steeds bevestigd en geschraagd moet worden tegen wie daarvan willen profiteren zonder er aan bij te dragen. Vandaar dat in de allegorie zes deugden van een goede regering worden genoemd: vrede maar ook kracht, gerechtigheid maar ook wijsheid, matigheid maar ook grootmoedigheid.
U moet de allegorie in Siena zien tegen de achtergrond van de wer-kelijkheid van de middeleeuwse Italiaanse steden; de woontorens van waaruit de verschillende families in de stad elkaar bevochten en vaak naar het leven stonden omdat ze elkaar het licht niet in de ogen gunden. Het is een werkelijkheid die zich in ieder kleine gemeen-schap voordoet. De oude Italiaanse steden vonden daar een oplos-sing op; zij huurden een machtig heer van buiten in als ‘podesta’, die als politie de vrede en het gezag moest bewaren. Want recht alleen is daarvoor niet voldoende. Zoals Pascal ooit schreef: “Recht zonder macht is krachteloos. Macht zonder recht is tyranniek. ….. Laten we het daarom daarheen voeren dat wat rechtmatig is, sterk zal zijn; en dat wat sterk is, rechtmatig zal zijn.” Het is het enige antwoord op het recht van de sterkste; het recht zo sterk maken, dat ook de sterkste zich daarnaar moet voegen.
Dat brengt mij terug naar de werkelijkheid van het Koninkrijk. Kleine eilandgemeenschappen vertonen vaak gelijkenis met de oude Itali-aanse stad en de elkaar bestrijdende families. Dat is niet specifiek voor de eilanden. Want laten we wel wezen de Nederlandse samenleving is op dit moment ook niet een toonbeeld van eendracht en harmonie. De waarde van het Koninkrijk voor de eilanden wordt vaak gezocht in de waarborgfunctie van het Koninkrijk. Want een kleine samenleving staat altijd zwakker als het erom gaat het recht sterker te maken, dan een grote samenleving. Ook de Nederland moet zich met andere overheden verbinden om het vereiste tegenwicht te bieden. We zijn er al zo aan gewend dat we de voordelen als normaal beschouwen en de verbanden ter discussie stellen. Het is als in de Indonesische legende van Kantjil, het kleinste hertje uit het bos, en zijn vriend de grote woeste tijger. Die kwamen elkaar tegen. De tijger vroeg aan Kantjil: ben je niet bang voor mensen en dieren? ‘Nee hoor’ zei Kantjil, ‘die zijn bang voor mij. Ik zal het je laten zien. Ga maar achter me lopen dan zullen je zien hoe iedereen voor me op de vlucht slaat.
Vergelijk de situatie op de eilanden van de Nederlandse Antillen met die op eilanden die geheel op zich zelf staan, en u ziet de risico’s. Maar het Koninkrijk als ‘podesta’ op de Caraïbische eilanden heeft geen toekomst. Zolang de waarden van recht, vrede, integriteit, goed bestuur ervaren worden als de waarden van Nederland, die deze waarde dan ook maar moet handhaven heeft het Koninkrijk geen toekomst. Integer en betrouwbaar bestuur, goede rechtspleging en rechtshandhaving, waarborgen van elementaire rechten, van veiligheid en van een effectieve criminaliteitsbestrijding zijn primair een zaak van ieder van de eilanden. Nederland kan die waarborgen zolang ze als eigenbelang van ieder afzonderlijk worden ervaren. Ei-genbelang omdat burgers behoorlijk, betrouwbaar en integer bestuurd willen worden. Eigenbelang ook omdat rechtszekerheid, vei-ligheid en goed bestuur steeds meer een doorslaggevende factor zijn bij de beslissing over de vestiging van bedrijven en het vestigen van vertrouwen in de buitenwereld.
De waarborgfunctie vormt niet het bestaansrecht van het Koninkrijk als niet ieder van de betrokken landen en eilanden goed bestuur, veiligheid en een goede rechtspleging als eigen bestaansrecht ziet ‘om vrede binnen de poorten en welvaart in het land te brengen’. Waar landen dit als hun bestaansrecht zien, zien zij onmiddellijk de meerwaarde die het Koninkrijk op dat punt biedt. Dan zullen de eisen die daaruit voortvloeien ook nooit als knellend worden ervaren of als hinderlijke bemoeizucht. Als we wederzijds die meerwaarde ervaren, ontstaat de ruimte om de meerwaarde van het Koninkrijk voor ieder van de landen te realiseren.
Wat dan wel
Die meerwaarde realiseren vergt in de eerste plaats dat we van de nieuwe landen en openbare lichamen een succes maken en zo aan de inwoners laten zien dat het Koninkrijk een waardevol bezit is. We zullen er kortom voor moeten zorgen dat de nieuwe structuren ook gaan doen waarvoor zij bedoeld zijn. De landen en eilanden zijn daarbij primair zelf aan zet. We zullen binnen het Koninkrijk het vertrouwen moeten durven hebben dat de landen en eilanden daartoe in staat zijn. De nieuwe verhoudingen moeten er toe bijdragen dat welzijn en welvaart van de inwoners van het Koninkrijk er op vooruit gaan, dat onderwijs en zorg op hoger niveau komen en dat de inwo-ners vertrouwen kunnen hebben in de toekomst van hun gemeenschappen.
Het succes van de staatkundige hervorming schept een basis voor de verdieping van de samenwerking op vele terreinen. Te vaak hebben we die vooral gezocht in onderlinge samenwerking. Dat miskent dat in de moderne wereld ieder land in een netwerk van relaties func-tioneert; Nederland binnen Europa, u hier binnen de Caraïben en Zuid Amerika. Die netwerken zijn vaak verschillend van aard en daartussen bestaan verschillen en soms tegenstrijdigheden. Indien we de nadruk vooral leggen op die onderlinge verschillen en tegenstellin-gen, zullen we elkaar in de weg blijven zitten. Trachten we daarente-gen om via samenwerking binnen het Koninkrijk de voordelen te realiseren van de verschillende sferen, dan versterken we elkaar en winnen allemaal. Gebieden aan de randen van verbanden zijn perifeer, totdat zij de voordelen kunnen realiseren van de overlapping van aangrenzende gebieden. Dan worden ze plotseling het centrum van de activiteiten in beide gebieden. Het laat in deze regio ook zien dat er een uitweg is uit het dilemma: VS of niet-VS. Nederland en Europa kunnen een derde weg bieden.
Aruba is inmiddels in die geest actief. Het kabinet Eman heeft het initiatief genomen om met Curaçao en St Maarten te komen tot een gezamenlijke visie van de Caribische landen op het Koninkrijk (akkoord van Arikok). Om concrete voorstellen en initiatieven te doen die ertoe bijdragen dat het Koninkrijk in de toekomst meer als een strategisch partnerschap gaat functioneren. Ook streeft het naar een gezamenlijke agenda Aruba – Nederland die resultaat is van een open discussie op basis van gelijkwaardigheid over de vraag op welke gebieden Nederland en Aruba elkaar wat te bieden hebben en waar ka worden samengewerkt. Het is een dynamische agenda waarop de onderwerpen kunnen worden aangepast aan de actualiteit en de wederzijdse belangen.
Die voordelen realiseren impliceert in de eerste plaats dat er geen nieuwe belemmeringen voor het onderling verkeer ontstaan; niet op het terrein van het personen, goederen en diensten verkeer, en niet in het rechtsverkeer. Beide dreigen indien de landen nu vooral de aandacht richten op de binnenlandse situatie. Zo moet voorkomen worden dat het aanhalen van de band van Bonaire, St. Eustatius en Saba met Nederland, hun band met de andere landen in het Koninkrijk niet wordt belast. De eilanden delen een gezamenlijke geschiedenis, de taal en de cultuur. Ook logistiek en economisch zijn de lan-den en eilanden onderling afhankelijk. Alle reden om nauw samen te werken. Niet ieder hoeft steeds alles zelf te regelen, als samenwer-king of onderlinge beschikbaarstelling van voorzieningen tot meer efficiëntie en betere dienstverlening leidt (detentiecapaciteit, politie, vreemdelingenpolitie).
Evenzo moet voorkomen worden dat de gemeenschappelijke rechts-orde wordt bedreigd door een geleidelijke divergentie in de wetgeving. Bij divergerende rechtssystemen is de rechter steeds minder goed in staat is om de rechtseenheid te waarborgen. Dat heeft met diverse factoren te maken, o.a. ook de wetgevingscapaciteit op de eilanden. Wetten schrijven vergt deskundigheid die schaars is. Dat geldt al voor Nederland. En het opstellen van een wettelijke regel kost niet minder creativiteit, inspanning en tijd wanneer zij voor 100.000 inwoners geldt of voor 16 mln. Dubbelwerk moet worden vermeden, maar ook dat Nederlandse wetgeving domweg wordt overgenomen op de Antillen. De BES eilanden vormen op dit mo-ment een mooie proeftuin.
Juist ook vanuit deze optiek van het voorkomen van nieuwe belem-meringen in het onderlinge verkeer tussen de eilanden, moet ook het vraagstuk van nauwere betrekkingen van de Europese Unie met een of meerdere landen zorgvuldig bezien worden.
Commitment of vrijheid
Het dilemma bij de verdieping van de samenwerking zal echter zijn de fundamentele keuze tussen commitmen, betrouwbaarheid in afspraken en eendracht in inzet, of de vrijheid van ongebondenheid, avontuur en snelle winst. Voor ieder van de landen zal steeds gelden dat het gras bij de buren groener is; dat het nakomen van afspraken geld kost, welk geld nu juist goed gebruikt kan worden voor een snel voordeel of wat extra’s. Democratisch bestuur versterkt die natuurlijke neiging alleen maar verder. Immers betrouwbaarheid, houden aan afspraken leidt tot voorspelbaarheid. Kiezers win je vaak door net weer wat anders te beloven; weer iets nieuws. In de huidige tijd is dat nieuwe vaak gelegen in een binnenlands succes, eigen belang of korte termijn voordeel.
Het lijkt aantrekkelijk, maar het is uitsluitend gericht op de korte termijn, snelle winst en steeds weer nieuwe mogelijkheden. Men komt er soms een eind mee. Napoleon. Maar andere zullen volgen en uiteindelijk is men verer van huis dan ooit te voren. Het is immers een economisch en politiek pyramide spel. Het vergt steeds weer meer, grotere en snellere winsten ten koste van de buren. En die spelen op een goed moment niet meer mee.
Tot besluit
Op die wijze zullen we in de komende tijd een visie op het Koninkrijk moeten ontwikkelen. Want niet de waarborgfunctie is het bestaansrecht, maar de samenwerking tussen landen en vooral tussen de netwerken waarvan de ieder deel uitmaakt. Maar die samenwerking is alleen mogelijk als ieder van de landen het object van de waarborgfunctie ziet als eigenbelang en eigen zaak: goed bestuur, gezonde overheidsfinanciën, integriteit, gerechtigheid en veiligheid van de burgers. Allen dan is er ‘veiligheid binnen de poorten en welvaart in het land.’ Op dat zijn er ook geen concessies mogelijk voor lokale omstandigheden.
Voor het overige valt er een wereld te winnen als het ons mogelijk is de twee werelden waarin we liggen, met elkaar te verbinden door onderlinge samenwerking. Dat zal niet steeds goed gaan. Ook in dat opzicht hebben we veel van elkaar te leren. Nederland ook van Aruba (vreedzaam samenleven met groepen van geheel verschillende afkomst, de wijken aanpak). Bovenal moet wen we voorkomen dat met de nieuwe structuur nieuwe belemmeringen ontstaan voor het verkeer tussen de eilanden en de landen, in de vorm van belemmeringen voor het onderlinge verkeer en divergentie van de rechtssystemen.
Dat we van tijd tot tijd falen is niet het punt. 500 jaar v Chr. zei Confucius al: "Onze grootste overwinning is niet dat we nooit falen, maar dat we telkens als we struikelen weer opstaan." Onze inzet is om het rijk goed te besturen ‘om vrede binnen de poorten en welvaart in het land te brengen’. Of zoals Confucius het 500 jaar v Chr. het fresco van Siena verbeelde: “Als de sabels verroest zijn en de spaden glinsteren, als de trappen der tempels uitgesleten worden door de voeten der gelovigen en er gras groeit op de binnenplaats der gerechtshoven, als de gevangenissen leeg en de graanzolders vol zijn, als de dokters lopen en de bakkers rijden, dan wordt het rijk goed bestuurd.”
Dank u