Brief aan de Tweede Kamer over Familie Hbrahimgel-zaak Sahar
Op 20 januari jl. heeft de rechtbank het beroep van de Afghaanse familie Hbrahimgel, waar het meisje Sahar deel van uit maakt, gegrond verklaard. Vanwege de bijzondere aandacht die de Kamer voor deze zaak heeft, en het feit dat betrokkene zelf reeds de omstandigheden rond haar situatie openbaar heeft gemaakt, stelt de minister door middel van deze brief de Kamer op de hoogte van zijn beslissing om tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan. Hij heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht deze zaak zo spoedig als mogelijk te behandelen. Als gevolg van de uitspraak van de rechter mag de familie Hbrahimgel de uitspraak in hoger beroep in Nederland afwachten.