Toespraak staatssecretaris Teeven bij opening regiokantoor Slachtofferhulp Nederland Midden-West
Toespraak van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie bij de opening van het regiokantoor Slachtofferhulp Nederland Midden-West op 24 januari 2011 in Den Haag.
Dames en heren,
Welkom ‘op Scheveningen’. We zijn hier vanmiddag bij elkaar voor de opening van dit nieuwe kantoor van Slachtofferhulp Nederland, regio MiddenWest. Een ruim kantoor, met fraai uitzicht op de Scheveningse haven en de zee.
Niet ver hier vandaan - op de Boulevard; je kan het van hieruit bijna zien - staat het monument ‘De vissersvrouw’. Met wapperende rokken en bezorgde blik staart ze over de golven, waar haar dierbaren in grote moeilijkheden verkeren – of nog erger. 'Voor allen die uitvoeren en niet terugkeerden', luidt dan ook het opschrift. ‘Kniertje’, wordt deze vrouw ook wel genoemd, naar de hoofdpersoon van het bekende toneelstuk ‘Op Hoop van Zegen’ uit het begin van de vorige eeuw - tegenwoordig opnieuw furore makend, maar dan als musical.
Na al eerder haar man en twee zonen op zee te hebben verloren, moet Kniertje ook haar laatste twee zonen afstaan aan de golven, als de boot - de ‘Op Hoop van Zegen’ - zinkt. Ze zijn slachtoffer geworden van de criminele reder Bos, die de door en door verrotte boot willens en wetens het water op heeft gestuurd, om zo het verzekeringsgeld op te strijken. Voor Kniertje, als enige nabestaande, is het hard gelag: ‘De vis wordt duur betaald.’
Had Kniertje in deze tijd geleefd, dames en heren, dan had ze hier, naar dit regiokantoor van Slachtofferhulp Nederland kunnen komen. Daar zou zijn zijn opgevangen door u, betrokken en professionele medewerkers van SHN. U had haar niet alleen een luisterend oor kunnen verschaffen, maar ook juridische en praktische ondersteuning. Zo had u Kniertje kunnen adviseren om gebruik te maken van haar spreekrecht, in de strafzaak tegen de criminele reder Bos. In de rechtszaal had ze dan goed duidelijk kunnen maken hoe groot de impact van dit delict was op haar persoonlijke situatie. Dat zij, een oude weduwe, nu ook nog zonder kinderen achterbleef. En alsof dat nog niet erg genoeg was: ook zonder inkomsten, want haar zonen zorgden voor haar en betaalden de huur van haar huisje. Slachtofferhulp had haar kunnen adviseren zich te voegen in de strafzaak tegen de reder, om zo de geleden schade – materieel én immaterieel - op hem te kunnen verhalen. En al die tijd had u de onfortuinlijke vissersvrouw ook emotionele steun kunnen bieden, bij de verwerking van het gemis van haar dierbaren.
Helaas bestond dit alles nog niet in de tijd waarin het drama ‘Op Hoop van Zegen’ geacht wordt te spelen. Pas in 1984 werd de Landelijke Organisatie Slachtofferhulp opgericht - uiteindelijk resulterend in Slachtofferhulp Nederland, zoals we dat nu kennen: een organisatie met 300 beroepskrachten en een veelvoud daarvan aan vrijwilligers, die jaarlijks hulp biedt aan bijna 110.000 slachtoffers van misdrijven, verkeersongelukken en calamiteiten.
Dames en heren, u kent mijn grote betrokkenheid bij slachtoffers. Die dateert al uit mijn tijd als officier van justitie. Ik heb gesproken met tal van slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven, of hun nabestaanden, en ik kan u zeggen: die verhalen wennen nooit! Elke keer opnieuw maken ze diepe indruk op mij. Bijvoorbeeld hoe één fataal moment, de confrontatie met de verkeerde persoon op het verkeerde moment, iemands leven dramatisch kan veranderen – of zelfs doen beëindigen! Wat echter ook altijd indruk maakt, is te horen hoe zeer deze slachtoffers of nabestaanden de ondersteuning en begeleiding door Slachtofferhulp waarderen en hoe goed dit alles hen doet. Ik wil u daarvoor – mede uit naam van diezelfde slachtoffers - een groot compliment geven!
En al is de situatie voor slachtoffers de laatste decennia al sterk ten goede gekeerd, het kan natuurlijk altijd nog beter. De nieuwe Wet versterking positie slachtoffers, die op 1 januari van dit jaar in werking is getreden, is daarvan een goed voorbeeld:
• Het slachtoffer is nu een zelfstandige procesdeelnemer in het strafrecht. Alle slachtoffers hebben nu recht op inzage in de processtukken en het recht om zich te laten bijstaan
• Een aantal rechten die eerst alleen in beleidsregels stonden, zoals het recht op een correcte bejegening en het recht op informatie, zijn nu expliciet in de wet opgenomen
• Verder zijn de rechten van het slachtoffer ook uitgebreid en is de mogelijkheid om schade te verhalen verbeterd
Dit kabinet wil echter méér. U hebt ongetwijfeld het Regeerakkoord goed gelezen… Vrees niet, ik ga u niet overhoren. Wèl licht ik hier drie punten uit dat akkoord, die ik speciaal onder uw aandacht wil brengen:
• Allereerst de Aanwijzing Zelfverdediging, die op 1 januari van dit jaar in werking is getreden. Slachtoffers die zich in eigen huis of bedrijf verweren tegen inbrekers of overvallers, worden niet langer zelf als verdachte afgevoerd naar het politiebureau, maar primair behandeld als slachtoffer. Ik heb dat altijd onrechtvaardig en ongepast gevonden: als bewoner van dat huis, of als winkelier, heb jij tenslotte niet om die situatie gevraagd. Dat je je geld, je goederen of je dierbaren verdedigt, is je goed recht. Dat betekent uiteraard niet dat iedereen nu maar ‘eigen rechter’ mag gaan spelen en buitenproportioneel geweld mag gebruiken. Maar er kunnen in zo’n situatie rake klappen vallen, dat is waar. Vorige week nog hoorde ik nog een indrukwekkend verhaal uit Alkmaar. Een oude vrouw van 81 kijkt bij het voorzichtig openen van de voordeur in de loop van een vuurwapen. Twee jongens schreeuwen dat het om een overval gaat en willen geld van haar. Er ontstaat een schermutseling bij de deur, waarbij één van de overvallers een klap in het gezicht krijgt van de vrouw.
Mocht hij hierdoor een zere neus hebben opgelopen, dat zij dan zo. Als overvaller of inbreker heb je het morele recht verspeeld om je daarover te beklagen. En die vrouw wordt natuurlijk niet opgebracht naar het politiebureau.
• Verder wil ik ook iets doen om te zorgen dat slachtoffers meer zekerheid krijgen dat de dader hun schade vergoedt. Dat wil ik onder meer doen door conservatoir beslag te laten leggen op spullen van de dader. Laat die tasjesrover z’n mooie scooter maar inleveren, z’n iPad of dure mobieltje. Lik op stuk bij de dader, ten voordele van het slachtoffer. Uiteraard realiseer ik me dat hier allerlei ingewikkelde juridische haken en ogen aan vastzitten. Hoe zit het met het eigendomsrecht? Wat is proportioneel? Wie moeten het gaan uitvoeren? Om op die vragen antwoord te kunnen geven, laat ik op dit moment een impactanalyse uitvoeren.
• Het derde punt dat ik hier wil aanroeren, raakt u als medewerkers van Slachtofferhulp Nederland heel direct: in het Regeerakkoord hebben we laten vastleggen dat we de dienstverlening aan slachtoffers willen verbeteren. Daarin speelt u natuurlijk een belangrijke rol.
De nieuwe Wet versterking positie slachtoffers – ik noemde hem al eerder - biedt u daartoe al betere mogelijkheden.
Ook doet u inmiddels ervaring op met casemanagement voor slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven. En ik noem ook de slachtofferloketten. Hier in Den Haag is daarmee gepionierd. Het Slachtoffer Informatiepunt heeft model gestaan voor het slachtofferloket, dat we dit jaar landelijk gaan uitrollen. Dit soort vernieuwing van de zorg voor slachtoffers juich ik toe. Ik nodig u uit om uw ideeën over verdere verbetering van de dienstverlening aan slachtoffers met ons Ministerie te delen.
Dames en heren, ik zei het al: sinds de dagen van Kniertje is er veel ten goede veranderd. En niet alleen op het terrein van slachtofferhulp. Zo meteen, na de officiële opening van dit mooie, nieuwe regiokantoor, gaan we samen het glas heffen. Daar hoort een borrelhapje bij. En – hoe kan het anders, hier in de Scheveningse haven? – daarbij is ook vis. Wellicht te uwer geruststelling, of anders wel van de minister van Financiën - ik heb me laten informeren: ondanks de uitstekende kwaliteit is deze vis beslist niet duur betaald!
Graag open ik bij dezen het kantoor van Slachtofferhulp Nederland Regio ZuidWest en ik wens u allen een behouden vaart!