Toespraak staatssecretaris De Krom tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van VNO-NCW Midden en MKB-Rivierenland
Heronder kunt u de volledige toespraak lezen van staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van VNO-NCW Midden en MKB-Rivierenland op 20 januari 2011 in Tiel. Hierin licht hij de de maatregelen toe die het kabinet op sociaaleconomisch gebied op de rails heeft gezet.
Dames en heren,
Dank voor de uitnodiging. Ik heb hem met beide handen aangegrepen. Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om meer te vertellen over de maatregelen die het kabinet op sociaaleconomisch gebied op de rails heeft gezet. Ik zal mijn bijdrage toespitsen op wat voor u als ondernemer in het midden- en kleinbedrijf belangrijk is.
Wij willen Nederland sterker, veiliger en welvarender maken. Dat kan. Nederland heeft alles in huis om toonaangevend te zijn in de wereld. Maar om te groeien, moeten we snoeien.
Daar wind ik geen doekjes om. De crisis dwingt ons tot forse maatregelen. Het kabinet staat voor een enorme ombuigingsoperatie van 18 miljard euro. Die is nodig om het huishoudboekje van de staat op orde te brengen.
De economische crisis heeft een forse aanslag gepleegd op de overheidsfinanciën. In 2010 groeide de staatsschuld met 100 miljoen euro per dag. De totale staatsschuld is bijna 400 miljard euro, bijna 23.00 euro per Nederlander. Deze rekening doorschuiven naar de toekomst is geen optie. We moeten nu verantwoordelijkheid nemen. Nu onze financiën op orde krijgen.
Doen we dat niet, dan remmen we de economische groei. Omdat we dan teveel geld moeten uitgeven aan rente over onze schulden. Door de ombuigingen zijn de inkomsten en uitgaven van de overheid in 2015 weer in evenwicht.
Een lagere schuld heeft op de korte termijn al voordelen. We hoeven niet jaar na jaar de rente over hoge schulden op te brengen. En minder rente betekent meer geld voor wat anders. In 2011 betalen we bijna 13 miljard euro rente. Dat is maarliefst 3,5 miljard euro meer dan we dit jaar uitgeven aan het basisonderwijs!
En als we onze begroting op orde krijgen dan blijven we in de groep van landen die tegen lage tarieven zaken kunnen doen op de financiële markten. We moeten wegblijven bij de landen die op dit terrein inmiddels tegen problemen aanlopen.
Ik wil benadrukken dat we de hand ook in eigen boezem steken. Sinds het kabinet is aangetreden zijn er minder ministers en staatssecretarissen en minder ministeries. Er komen ook minder ambtenaren. En minder bestuurders bij gemeenten, waterschappen en provincies. Het beleid dat ons voor ogen staat is een kleinere, krachtige en dienstverlenende overheid. Een overheid die u als ondernemer niet van het kastje naar de muur verwijst, maar die u helpt.
Minder schulden en minder rente betekenen ook dat we kunnen wegblijven van belastingverhogingen en dat mensen meer geld hebben voor iets anders. Dat moet u als muziek in de oren klinken. Meer klanten die bij u aankloppen om hun huis te laten verbouwen, een vakantie te boeken of een nieuwe auto te kopen.
We moeten echter meer doen dan ombuigen. Dit kabinet wil de solidariteit, het draagvlak en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid behouden. Die komen onder druk te staan als we niks doen. Dat lijkt allemaal misschien wat ver weg, maar dat is het niet.
We staan op dit moment namelijk voor veranderingen die hun weerga niet kennen. Voor het eerst krimpt de beroepsbevolking. Het afgelopen jaar gingen meer mensen met pensioen dan er jongeren bij kwamen om te werken. De babyboomgeneratie van na de Tweede Wereldoorlog gaat met pensioen. Alleen dit jaar al krijgen zo’n kwart miljoen mensen voor het eerst AOW.
Nu werken die mensen lang niet allemaal meer, maar het geeft wel aan om welke aantallen in de samenleving het gaat. De kosten voor de zorg zullen door deze vergrijzing stijgen. Kosten die door steeds minder werkenden moeten worden opgebracht.
Dat kunnen we voorkomen. Dan moeten we wel zoveel mogelijk mensen vanuit een uitkering aan de slag te helpen. En we moeten die mensen – met scholing en een uitgekiend loopbaanbeleid - ook tot aan hun pensioenleeftijd behouden voor de arbeidsmarkt. Dat noemen we duurzame inzetbaarheid van werknemers.
Daar ligt ook een belangrijke taak voor u. Door oudere werknemers regelmatig bij te scholen blijven zij bij. U voorkomt dat zij afhaken als die nieuwe machine wordt geïnstalleerd. U voorkomt dat u hun loon moet doorbetalen terwijl zij ziek thuis zitten of dat u voortijdig naar een opvolger op zoek moet.
We moeten er niet alleen voor zorgen dat mensen tot hun pensioen blijven werken. De pensioenleeftijd zelf moet ook stijgen, zodat mensen echt langer kunnen doorwerken. Zo zijn er straks meer mensen beschikbaar die uw vacatures kunnen vervullen en die via belasting en premies bijdragen aan de betaalbaarheid van onze voorzieningen. Ik kom daar zo op terug.
De afname van de beroepsbevolking gaat niet aan het Rivierenland voorbij. Ook u krijgt ermee te maken. Als we naar de ramingen voor de regio kijken dan neemt het aantal mensen dat kan werken tot 2020 gemiddeld met 0,2 procent per jaar af.
Tegelijk stijgt de vraag naar werknemers tot 2020 hier ieder jaar met gemiddeld 0,1 procent. Twee tegengestelde bewegingen: minder mensen die beschikbaar zijn om te werken en meer werk dat moet worden gedaan. En dat jaar na jaar.
Kleine bedrijven kunnen hierdoor worden bedreigd in hun voortbestaan. Als je op twee werknemers een vacature niet meer kunt vervullen dan is dat toch wat anders dan wanneer je tien open plaatsen hebt op vijfhonderd werknemers.
Grote vraag is dus: waar halen we voldoende mensen vandaan zodat u uw bedrijf ook straks veilig kunt voortzetten.
Dat kan in de eerste plaats – ik gaf het net al aan - door ervoor te zorgen dat de mensen die nu werken echt tot hun pensioen aan de slag blijven en niet voortijdig langs de kant komen te staan.
Daarom hebben wij in het regeerakkoord vastgelegd dat de premiekorting blijft bestaan waarop u recht heeft als u een oudere werkloze in dienst neemt of een oudere werknemer in dienst houdt. Die korting kan voor u vele duizenden euro’s bedragen. Zo worden ouderen voor u goedkoper en dus aantrekkelijker als werknemer. Belangrijk om te weten dat die zekerheid er is.
We gaan het voor mensen ook makkelijker maken om naast hun werk zorgtaken te verrichten of scholing te volgen. En het wordt makkelijker om een eigen bedrijf te starten. Dat doen we door de levensloopregeling en het spaarloon onder te brengen in een nieuwe regeling die het bijvoorbeeld mogelijk maakt verlof te sparen om naast je werk een opleiding te volgen.
We houden mensen zo langer vitaal voor de arbeidsmarkt en daarom noemen we het de vitaliteitsregeling. De regeling wordt op dit moment in de steigers gezet, vandaar dat ik er nog niet dieper op in kan gaan.
Ik kan natuurlijk niet voorbijgaan aan de verhoging van de AOW leeftijd. Los van de financiële overwegingen draagt ook die maatregel bij aan een ruimer aanbod van werknemers doordat mensen langer blijven werken. Die ervaren kracht in uw bedrijf kan dan een jaar langer mee voordat u naar een opvolger op zoek moet.
Als we over voldoende goed opgeleide werknemers willen beschikken, moeten ook vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar aansluiten. Als u een vacature heeft, bijvoorbeeld voor een autoverkoper, dan moet u ook een autoverkoper kunnen krijgen. En niet iemand die dat vak nog moet leren. Nu worden te vaak mensen opgeleid voor beroepen waar in een regio weinig vraag naar is.
Het bedrijfsleven moet meer bij het onderwijs worden betrokken. Mensen moeten op school weer een vak leren. We erkennen die noodzaak. In de bouw en techniek werken scholen en bedrijven al samen om de juiste mensen op te leiden. Dat willen we verder uitbreiden. Dit voorjaar komt het kabinet met een actieplan MBO – inclusief de vakscholen.
Voor een goede aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat alle partijen samenwerken. Ik heb het dan over u – werkgevers en over gemeenten, scholen en UWV. Wij stimuleren die samenwerking op de Werkpleinen waar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. Rivierenland speelt als het om samenwerking op de arbeidsmarkt gaat al jaren een voortrekkersrol.
Dames en heren, ik vertelde net dat het kabinet 18 miljard euro gaat ombuigen. Het is logisch dat we daarvan op het terrein van sociale zaken en de arbeidsmarkt een flink deel voor onze rekening nemen. SZW geeft ongeveer een kwart uit van de totale Rijksbegroting. Het is dus terecht en logisch dat wij onze bijdrage daaraan moeten leveren. Dat kan ook. Er kunnen meer mensen aan het werk, de pensioenleeftijd kan omhoog en de werkloosheid zal dalen van 425.000 in 2010 naar 400.000 dit jaar. Het zijn een paar belangrijke voorbeelden.
Als we er op een efficiënte manier in slagen veel meer mensen aan de slag te helpen uit uitkeringen waarin zij nu onnodig gevangen zitten, dan levert ons dat in de toekomst 1,8 miljard euro per jaar op. Geen kaalslag dus, maar kansen. Voor u als ondernemer en voor uitkeringsgerechtigden.
Ik wil dit graag toelichten met een voorbeeld. Laatst was ik op bezoek bij Nuon, een bedrijf met zijn wortels in deze regio. Nuon heeft een aantal mensen met een arbeidshandicap aangenomen. Zij hadden een Wajong-uitkering. Het bedrijf is tevreden en de Wajongers zijn tevreden.
Nuon toont zo aan maatschappelijke verantwoordelijkheid te willen nemen. Maar het bedrijf kijkt ook verder. Nuon ziet in dat ook deze mensen straks hard nodig zijn als het aanbod van werknemers afneemt. Wellicht speelt datzelfde in uw achterhoofd.
Ik kan mij ook voorstellen dat in het achterhoofd van een MKB-ondernemer nog veel meer speelt. Dat u denkt: laat die Wajonger nog maar even. Ik moet er wel tijd en geld voor hebben als ik zo iemand in mijn bedrijf wil aannemen. En hoeveel administratieve lasten haal ik me hiermee op de hals? Ik kan mij dat goed indenken. Ondernemers zitten niet op onnodig gedoe te wachten.
Dat hebben we voorzien. Als u straks door de krimpende beroepsbevolking een beroep moet doen op mensen die nu een uitkering hebben, dan gaan we proberen dat voor u zo makkelijk mogelijk te maken.
Als u iemand wilt aannemen die door een beperking bijvoorbeeld het gewone bedrijfstempo niet kan bijhouden, dan betaalt u het loon dat tegenover die lagere prestatie staat. U wordt door ons vrijgesteld van de verplichting het minimumloon te betalen en wij vullen het loon aan. Daar hoeft u niks voor te doen.
Daarnaast ondersteunen we eventuele aanpassingen van de werkplek. Heeft iemand een speciaal bureau nodig of moet de lopende band iets langzamer, wij helpen u. Zo houdt u uw handen vrij om te blijven ondernemen. En we dragen zo bij aan de verlaging van uw administratieve lasten en regeldruk. Die moet in 2012 immers tien procent lager zijn dan in 2010.
Op het punt van de administratieve lasten wil ik een zijsprongetje maken. Nog dit jaar worden de Arboregels versoepeld voor werkgevers met maximaal 25 mensen in dienst. In veel gevallen hoeft u dan geen arbodienst meer in te schakelen bij de risico-inventarisatie en – evaluatie waarin u de risico’s voor de veiligheid en gezondheid van uw werknemers in kaart brengt.
Investeren in goede arbeidsomstandigheden blijft belangrijk, maar door deze vereenvoudiging kunt u de wet eenvoudiger naleven. En het scheelt u met z’n allen op jaarbasis straks zo’n tachtig miljoen euro. Dat mag u optellen bij de aangekondigde verlaging van de vennootschapsbelasting en de Wet Bevordering Speur- en Ontwikelingswerk van 500 miljoen euro structureel.
En nu het toch over lastenverlichting gaat: u heeft als ondernemer nu met allerlei verschillende fiscale regelingen te maken. De zelfstandigenaftrek, de mkb-winstvrijstelling, de startersaftrek, de meewerkaftrek en zo kan ik doorgaan. Daar hebben we ook allemaal formulieren voor. We onderzoeken of we die regelingen kunnen samenvoegen. Dan heeft u minder administratieve rompslomp.
We maken het voor u niet alleen makkelijker, maar ook veiliger. Speciaal voor kleine bedrijven is tien miljoen euro uitgetrokken voor het verbeteren van de veiligheid van kleine bedrijven. U zit immers niet op inbrekers te wachten.
Als u een onderneming heeft met niet meer dan vijf vestigingen met elk niet meer dan 10 werknemers dan kunt u vanaf februari financiële ondersteuning krijgen voor verbetering van de veiligheid. U kunt een bijdrage van maximaal 300 euro ontvangen voor onderzoek naar verbetering van de veiligheid zoals het plaatsen van camera’s, hekken en verlichting. En als u concreet maatregelen neemt dan kunt u de helft van de kosten vergoed krijgen.
Terug naar de arbeidsmarkt. We willen zoveel mogelijk mensen die nu langs de kant staan aan de slag helpen. Ik weet zeker dat het gaat lukken. Maar dat gaat niet vanzelf, daar moeten we wel wat voor doen. Van eerdere hervormingen in de WAO, de Ziektewet en de bijstand hebben we geleerd dat het mogelijk was om meer mensen uit een uitkering aan het werk te krijgen en op die manier perspectief te bieden.
Die kunststukjes gaan we deze herhalen op weg naar een nog activerender stelsel van sociale zekerheid. Dat moet. Omdat het niet aanvaardbaar is dat mensen langs de zijlijn staan, terwijl zij kunnen en willen werken. Het is ook nodig als we willen dat voldoende mensen beschikbaar zijn om uw vacatures te vervullen. En het is nodig om onze voorzieningen betaalbaar te houden. Ik roep hier in herinnering dat begin van de jaren vijftig zes werkenden meebetaalden aan één uitkering. Over een paar jaar is die verhouding twee op één.
Op dit moment werken we nog aan de hoofdlijnen voor de regeling Werken naar vermogen die het mogelijk moet maken op een efficiënte manier meer mensen uit de bijstand, de Wajong en de sociale werkvoorziening aan de slag te helpen. We zijn er nog volop mee bezig waardoor ik er nu helaas niet dieper op in kan gaan.
We bevorderen niet alleen dat meer mensen kunnen werken, maar ook dat de werkgelegenheid toeneemt. Dat doen we naast alle maatregelen die ik al noemde ook nog door bijvoorbeeld de premies voor de marginale zorgverzekeringswet te verlagen. Dat leidt tot matiging van de lonen en – dat weet u als ondernemer – hierdoor neemt de vraag naar werk toe.
Dames en heren, voordat ik het woord kreeg heeft u een convenant getekend dat de mobiliteit in deze regio moet verbeteren. Daarmee bewijst u over een vooruitziende blik te beschikken. Goede bereikbaarheid is één van de succesfactoren voor economische groei en ontwikkeling in een regio.
Werknemers die in de file staan en te laat op hun werk komen, vrachtwagens die hun lading niet op tijd kunnen ophalen of afleveren, klanten die u niet op tijd kunt bereiken. Het kost allemaal geld. Veel geld. We hebben niet voor niets in het regeerakkoord opgeschreven dat een goede doorstroming op de weg belangrijk is voor de bloedsomloop van de economie.
Dat geldt ook voor deze regio. Aan die bloedsomloop gaat dit convenant vast en zeker bijdragen. Net als de verbreding van de A2 dat doet. Sinds die weg van twee naar vier banen is verbreed zijn de files hier in de omgeving afgenomen. Aan de andere kant van deze regio wordt op dit moment druk gewerkt aan verbreding van de A50. Én er wordt gestudeerd op het doortrekken van de A15 in de richting van Duitsland.
Maar als u straks goed bereikbaar bent terwijl u uw vacatures niet kunt vervullen, dan heeft u toch een probleem. Daarom mijn oproep om nu al goed na te denken over uw toekomstige personeelsbeleid. Sla de handen in de regio ineen. Samen met gemeenten en scholen.
Wellicht zitten er mensen in de kaartenbakken van de sociale dienst die kunnen worden opgeleid om straks uw oudere werknemers op te volgen. Of laat u eens informeren door een bedrijf in de sociale werkvoorziening, zoals Lander dat in deze regio actief is. Zij kunnen vaak heel gemotiveerde mensen leveren.
Het is voor u misschien nog even wennen, maar dit zijn in de toekomst wel belangrijke bronnen voor nieuwe werknemers. Nieuwe werknemers die ook u op een gegeven moment nodig heeft in uw bedrijf. Continuïteit is gebaat bij tijdig nadenken over personeelsbeleid. En uw continuïteit is ook voor ons van belang. U, ondernemers, bent de spil waar onze economie en dus ons land om draait.
Dat is de reden waarom wij u zoveel mogelijk kansen willen bieden om succesvol te ondernemen. Door ervoor te zorgen dat er voldoende aanbod van werknemers is en blijft. Door te zorgen voor een goede bereikbaarheid van uw bedrijf en uw afzetmarkten. En door te schrappen in overbodige regels zodat u ook echt tijd heeft om te doen waar u goed in bent: ondernemen.
Kortom: we werken voor u aan een gezonde toekomst van Nederland. Met een sterke economie, met goede basisvoorzieningen en een veilige omgeving.
Dank u wel.