Toespraak Leers bij nieuwjaarsbijeenkomst externe relaties
'We zijn en blijven een open land. Een land dat mensen welkom heet als ze bescherming nodig hebben. En een land dat de grens scherp legt bij het willen en kunnen meedoen. Ons uitgangspunt is positief-realistisch. Het is zoals Remco Campert schrijft: Ik wil geen water uit de rotsen slaan maar ik wil water naar de rotsen dragen.' Dat zei minister Leers (Asiel en Immigratie) tijdens de nieuwjaarsreceptie voor externe relaties op 17 januari in Den Haag.
Dames en heren,
Ook namens mij van harte welkom en wel bij het enige ministerie met twee ministers. Hét grote voordeel daarvan is dat u vandaag niet naar één maar naar twee nieuwjaarsspeeches kunt luisteren! Op dat punt viel echt niets te bezuinigen ondanks de roep om de receptie zo karig mogelijk te houden.
Mijn collega sprak over bouwen en bouwen doen we zeker ook met ons immigratie- en asielbeleid. Door de complexiteit en gevoeligheid is dat bouwwerk wat we nu hebben in mijn ogen nog niet een voorbeeld van een efficiënte, functionele architectuur. Regelmatig heb ik de afgelopen maanden gedacht: mijn hemel, had dit niet wat simpeler gekund. Minder regels. Minder uitzonderingen. Minder voedingsbodem voor een juridische industrie. Laat er ook wat meer ruimte en lucht komen in de politieke discussie op dit terrein. Geen hakken in het zand, maar voeten in de modder. Geen zwaartekracht, maar veerkracht.
Ook het immigratie en asielbeleid is wat mij betreft een gewoon dossier over maatschappelijke vraagstukken. Natuurlijk heb ik concreet beleid tot mijn beschikking om meer evenwicht en ruimte te creëren in de politieke discussie. Ik zal daar zo meer over zeggen. Maar ik heb nog een ander middel, en dat ligt meer op het vlak van houding en instelling.
In mijn kamer hangt aan de muur een diploma met vier uitgangspunten voor mijn ministerschap waaraan ik mezelf steeds herinner.
- Openheid over wat er aan de hand is.
- Doen wat de gerechtigheid vereist.
- Moedige volharding daarbij.
- Een onverstoorbaar gevoel voor de juiste proporties.
Dat is mijn grondhouding voor het ministerschap die ik niet voor niets met u deel. Ik wil u daarin meenemen. Laat het ook de basis zijn van onze samenwerking. Een samenwerking, met als doel om de kansen te pakken die er liggen. Die kansen liggen er. Kernwoord daarbij is evenwicht. Daar is ons streven op gericht. Steeds het zoeken naar evenwicht tussen:
- een streng beleid, in de zin van duidelijk en consequent. En
- een rechtvaardig beleid, in de zin van humaan, oog voor de individuele omstandigheden.
- Evenwicht tussen bescherming voor mensen die dit nodig hebben, en de roep om: houd rekening met de spankracht in onze samenleving.
- En evenwicht tussen het beleid op papier, dat anoniem is - en de uitvoering in de praktijk, waar beleid een gezicht heeft.
Als ik om mij heen kijk, zie ik gelukkig steeds meer bekende gezichten. Ik heb de afgelopen tijd met een flink aantal van u kennisgemaakt. U confronteerde mij regelmatig met wat u in de praktijk tegenkomt. De dilemma’s.
- Wat doe je met iemand die al acht keer eerder een uitzichtloze procedure heeft doorlopen? Hij werkt niet mee en zijn land van herkomst ook niet.
- Is het soms niet beter om iemand een klein bedrag mee te geven om hem vrijwillig te laten vertrekken, in plaats van veel geld te besteden aan verdere opvang?
- U liet me zien hoe belangrijk creativiteit is: ik denk bijvoorbeeld aan de tele-zittingen in het detentiecentrum Rotterdam, waarbij een zitting niet altijd in de rechtbank hoeft plaats te vinden maar gewoon in het centrum zelf, door een goede tele-verbinding, wat hoge vervoers- en begeleidingskosten bespaart.
- Ook toonde u mij keer op keer het belang van zorgvuldigheid. Uit respect voor de mensen, maar ook omdat de rechterlijke macht - terecht - zeer kritisch meekijkt.
Het respect voor de professionele manier waarop u uw werk doet, is alleen maar gegroeid. Ik zal dit jaar blijven investeren in het contact met de uitvoering, want daar valt en staat ons beleid mee.
In 2011 ligt het accent wat mij betreft op daadkracht. Niet te verwarren met blinde ijver. Dat is heel iets anders. We gaan stappen vooruit zetten om het nieuwe evenwicht te creëren. Vorige week heb ik daar al een eerste voorbeeld van gegeven met het voorstel dat mensen - nadat een aanvraag voor verblijf al herhaald is afgewezen - een uitspraak over een voorlopige voorziening niet in Nederland kunnen afwachten. Verder kom ik eind februari met concrete voorstellen om de asielprocedures te verbeteren.
- We gaan een einde maken aan het alsmaar kunnen stapelen van procedures, waarmee we mensen steeds opnieuw een strohalm van hoop geven.
- We willen het aantal prikkels in de rechtsbijstand verminderen om het automatisme tegen te gaan dat je steeds maar nieuwe procedures kunt starten.
- Maar wat ik vooral wil is de positieve kanten van de migratie meer belichten. Er zijn zoveel mensen – kennismigranten – die door hún inzet en specifieke kwaliteiten, én door de medewerking van overheid en bedrijfsleven succesvol zijn in Nederland; waarom niet wat meer aandacht op dit aspect van het immigratiebeleid?
Er zal nog heel wat water door de Maas moeten stromen om al onze intenties van het papier af te krijgen. We zullen daarbij ook flink moeten investeren in onze internationale betrekkingen. Bondgenoten zoeken binnen de EU. Ik ben daar niet pessimistisch over.
En laat ik tot slot nog dit zeggen.
Meer een persoonlijke wens over de manier waaróp we ons immigratie en asielbeleid handen en voeten geven. Eigenlijk waarop we ons héle beleid inhoud geven. We zijn en blijven een open land. Een land dat mensen welkom heet als ze bescherming nodig hebben. En een land dat de grens scherp legt bij het willen en kunnen meedoen. Ons uitgangspunt is positief-realistisch. Het is zoals Remco Campert schrijft: “Ik wil geen water uit de rotsen slaan maar ik wil water naar de rotsen dragen.” Met andere woorden: Tot wonderen zijn we niet in staat. Maar door volharding, daadkracht, openheid en geloof in onze missie, doen we wel de best mogelijke poging.
Ik wens u een goed 2011.