Maximum voor beloningen in publieke en semipublieke sector
Minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft op 14 januari 2011 bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel ingediend dat een maximum stelt aan de beloning van bestuurders en hoogste leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector. Voor de publieke sector gaat het voorstel uit van een maximum van 130% van het salaris van een minister vermeerderd met componenten voor onkostenvergoeding en het werkgeversdeel van het pensioen.
Voor topambtenaren bij de rijksoverheid wordt het nieuwe beloningsregime, vooruitlopend op de nieuwe wetgeving, per 1 januari 2011 al ingevoerd. Dat houdt in dat bij het rijk de totale beloning (salaris, vakantie- en eindejaarsuitkering, eenmalige en periodieke toelagen) niet kan uitstijgen boven deze norm, ook niet bij een arbeidsduur van 40 uur per week.
Het wetsvoorstel Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) kent drie beloningsregimes. In het eerste regime mag de beloning van bestuurders en hoogste leidinggevenden niet uitstijgen boven een beloningsmaximum, gebaseerd op 30% meer dan het brutosalaris van een minister. Dit komt neer op een bedrag van € 187.340, vermeerderd met componenten voor onkostenvergoeding en het werkgeversdeel van het pensioen. Voor deze componenten wordt in het wetsontwerp uitgegaan van respectievelijk € 7559 (onkostenvergoeding minister-president) en € 28.767 (ABP-pensioenpremie bij € 187.340). Een nieuw element is de hoogte van de ontslagvergoeding. Deze wordt, overeenkomstig het regeerakkoord, gemaximeerd op € 75.000. Dit beloningsregime geldt voor de publieke sector en voor semipublieke instellingen als het onderwijs, de publieke omroep, drinkwaterbedrijven en woningbouwcorporaties.
In het tweede regime mag de beloning niet uitstijgen boven de voor die sector geldende norm. Deze norm wordt door de betrokken minister vastgesteld. Dit regime geldt bijvoorbeeld voor verzorgingstehuizen en ziekenhuizen. Ook voor deze sector geldt de gemaximeerde ontslagvergoeding van € 75.000.
Het derde regime houdt in dat het kabinet de beloning niet normeert. Dit geldt voor één sector, te weten de zorgverzekeraars.
In alle drie regimes geldt dat de beloning van bestuurders openbaar wordt gemaakt. Deze verplichting tot openbaarmaking geldt ook voor de beloning van andere werknemers, voor zover deze uitstijgt boven het beloningsmaximum gebaseerd op 130 procent van het brutosalaris van een minister. Het wetsvoorstel geeft de betrokken minister de bevoegdheid om de wettelijke beloningsafspraken te handhaven. In het uiterste geval kunnen betalingen die op grond van de wet verboden zijn, aan de werknemer worden ontnomen.
Documenten
-
Wetsvoorstel normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
Regels inzake de normering van bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (Wetsvoorstel...
-
Nader Rapport wetsvoorstel normering uit publieke middelen bekostigde bezoldiging topfunctionarissen
Dit nader rapport gaat in op opmerkingen die de Raad van State maakte bij het bekijken van het wetsvoorstel normering uit...
-
Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel normering uit publieke middelen bekostigde bezoldiging topfunctionarissen
Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel normering uit publieke middelen bekostigde bezoldiging topfunctionarissen
-
Advies van de Raad van State op het wetsvoorstel normering uit publieke middelen bekostigde bezoldiging topfunctionarissen
De Raad van State heeft dit advies gegeven naar aanleiding van het wetsvoorstel normering uit publieke middelen bekostigde...