Slachtoffer krijgt zelfstandige positite in strafproces
De Wet Versterking positie slachtoffers in het strafproces, die op 1 januari 2011 in werking treedt, betekent een verdere uitbreiding van de rechten van het slachtoffer (en nabestaanden). Met de wet krijgt het slachtoffer een zelfstandige positie in het strafproces met eigen rechten en bevoegdheden.
Een belangrijke verbetering in de nieuwe wet betreft de informatieverstrekking aan het slachtoffer. Als de politie afziet van opsporing van de dader, moet ze het slachtoffer hiervan voortaan schriftelijk op de hoogte brengen. Ook als het proces-verbaal wordt ingestuurd naar het OM, ontvangt het slachtoffer hiervan schriftelijk bericht. Verder krijgen slachtoffers het recht om de processtukken in te zien en de officier van justitie te vragen stukken aan het dossier toe te voegen. Weigert de officier inzage of toevoeging, dan kan het slachtoffer in beroep bij de rechter. Ook vindt er uitbreiding plaats van de groep slachtoffers die geïnformeerd wordt wanneer de veroordeelde weer vrij komt. Krijgen nu slachtoffers deze informatie vooral als de dader is veroordeeld tot TBS, jeugddetentie of de PIJ-maatregel, na 1 januari 2011 gebeurt dit ook in geval van een gevangenisstraf.
Nieuw in de wet is ook de voorschotregeling. Slachtoffers aan wie een schadevergoeding is toegewezen, krijgen straks het hele schadebedrag uiterlijk acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis uitgekeerd. Slaagt de dader daar binnen die termijn niet (volledig) in, dan keert de staat het (resterende) bedrag uit. Het CJIB verhaalt dit bedrag vervolgens weer op de dader.
De nieuwe wet geeft het slachtoffer in het strafproces een zelfstandige positie met eigen rechten en bevoegdheden. Het slachtoffer kan zelf bepalen van welke rechten en diensten hij of zij gebruik maakt en krijgt daarbij ondersteuning (op juridisch, praktisch en sociaal-psychologisch terrein) van Slachtofferhulp Nederland.