Oproep tot ‘bank run’ strafbaar
De ministers Opstelten (Veiligheid en Justitie) en De Jager (Financiën) willen een oproep in het openbaar tot een ‘bank run’ strafbaar stellen omdat voor de financiële positie van de bank een onbeheersbare situatie kan ontstaan. De bewindslieden bereiden een wetsvoorstel voor dat begin volgend jaar in consultatie gaat. Dit blijkt uit een brief die zij vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Het vorige kabinet had toegezegd de mogelijkheden van een verbod op een oproep tot een ‘bank run’ te onderzoeken naar aanleiding van de uitkomsten van de Commissie DSB Bank eerder dit jaar. De mogelijkheden om degene die de oproep heeft gedaan strafrechtelijk aan te pakken zijn naar huidig recht beperkt.
Het doel van de maatregel is de stabiliteit van het bancaire stelsel te beschermen. Een bank kan alleen functioneren als er bij rekeninghouders en crediteuren vertrouwen bestaat. Valt dat weg, dan kan een bank failliet gaan. Bijvoorbeeld als een autoriteit in de financiële wereld een oproep doet waardoor een groep klanten van een bank massaal eigen tegoeden opvraagt. De ondergang van een bank is onder invloed van moderne communicatiemiddelen eerder een kwestie van uren dan van dagen. Banken kunnen dat niet of nauwelijks voorkomen en verdienen daarom strafrechtelijke bescherming. Bovendien kan een dergelijke situatie niet alleen leiden tot chaos, maar ook gevolgen hebben voor de mate waarin banken bereid zijn (onderling) geld uit te lenen en daarmee van invloed zijn op het gehele maatschappelijk leven. De samenleving is in economisch opzicht sterk afhankelijk van de stabiliteit van het bancaire systeem. Dit geldt zowel voor het betalingsverkeer, maar ook voor de financiering van investeringen door het bedrijfsleven en particulieren. Publieke uitlatingen die tot een ondergang van een bank kunnen leiden, is dan ook uiterst laakbaar en dient strafbaar te worden gesteld, aldus de bewindslieden in hun brief.