Zorgelijke ontwikkelingen, dreigingsniveau blijft wel beperkt
Het dreigingsniveau in Nederland wordt gehandhaafd op ‘beperkt’. Dit betekent dat de kans op een aanslag momenteel relatief gering is, maar zeker niet geheel is uit te sluiten. Tegelijkertijd deden zich in de afgelopen periode verschillende zorgelijke ontwikkelingen voor die onverkort nopen tot waakzaamheid. Verdere negatieve ontwikkelingen zouden op enig moment aanleiding kunnen geven tot aanpassing van het dreigingsniveau. Dat schrijft minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland dat vandaag als onderdeel van de voortgangsrapportage terrorismebestrijding naar de Tweede Kamer is gestuurd.
In de afgelopen periode is Nederland enkele malen genoemd als mogelijk doelwit van een aanslag, door de leiders van zowel de Pakistaanse als de Afghaanse Tabilan en, in een reeks van andere landen, in het Engelstalige jihadistische webmagazine ‘Inspire’. Deze zaken bevestigen dat Nederland een hoog internationaal profiel heeft: Nederland is in de ogen van jihadisten een legitiem doelwit vanwege de vermeende discriminatie van moslims en gepercipieerde lastering van de islam en de profeet Mohammed in ons land.
Ook hebben jihadistische groepen en personen eens te meer laten zien dat zij niet alleen de intentie hebben westerse doelen te treffen, maar dat zij dit voornemen ook ten uitvoer willen brengen in westerse landen. Zaterdag 11 december werd in Stockholm een auto tot ontploffing gebracht en blies de vermoedelijke dader zichzelf op nabij een drukke winkelstraat. Op 29 oktober werden in Dubai en het Verenigd Koninkrijk twee bompakketten onderschept die door ‘Al Qa’ida op het Arabisch Schiereiland’ (AQAS) waren verzonden aan joodse instellingen in Chicago. En in september probeerde een Tsjetsjeen in Kopenhagen een bombrief te bezorgen aan de krant die in 2005 de bekende Mohammed-cartoons publiceerde. Ook in België is recent een jihadistisch netwerk opgerold met mogelijke vertakkingen naar Nederland. Vanuit deze laatste groep ging overigens geen dreiging uit naar Nederland.
De genoemde ontwikkelingen spelen zich af tegen het decor van diverse, soms verwarrende berichten over terroristische dreiging tegen diverse Europese landen. Deze berichten, die veelal waren gebaseerd op onbevestigde informatie, creëren het beeld van een algemene, acute dreiging. Voor Nederland is daar vooralsnog geen sprake van. Wel deed zich een bijzondere ontwikkeling voor in Griekenland, waar ook Nederland bij betrokken raakte. Begin november verzonden Griekse anarchisten bompaketten aan de regeringsleiders van Frankrijk, Duitsland en Italië, aan diverse ambassades in Athene en aan enkele internationale organisaties, waaronder EUROPOL en EUROJUST in Den Haag. Hoewel de gekozen doelen duiden op een internationale oriëntatie moet de bompakketcampagne vooral in nationale Griekse politieke context worden bezien.
Een constante factor in het dreigingsbeeld is de geringe dreiging van binnenlandse jihadistische netwerken. Daarnaast kent Nederland in vergelijking met diverse andere Europese landen slechts weinig personen die naar jihadistische strijdgebieden reizen. Van dreiging van teruggekeerde jihadreizigers is momenteel geen sprake. De weerstand in Nederland tegen geweld uit ideologische motieven blijft onveranderd hoog.