Jaaroverzicht topinkomens publieke en semipublieke sector naar Tweede Kamer
In 2009 waren er 2039 mensen werkzaam in de publieke en semipublieke sector die meer verdienden dan het gemiddelde belastbaar jaarloon van een minister in 2009 (188.000 euro). Gemiddeld verdienden deze functionarissen 212.478 euro. Dat blijkt uit het overzicht dat minister Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op basis van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) aan de Tweede Kamer heeft gezonden.
In 2008 ging het om 1916 mensen met een gemiddeld salaris van 202.364 euro. In 2009 kregen 193 mensen een ontslagvergoeding waardoor zij boven het jaarloon van een minister uitkwamen (235 in 2008). In totaal gaat het om 2232 functionarissen, werkzaam bij 503 verschillende organisaties.
Sinds 2007 is de jaarlijkse analyse van inkomensgegevens van bestuurders van zorginstellingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de Wopt-rapportage gevoegd. Beide rapportages zijn samen aan de Tweede Kamer aangeboden door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de bewindspersonen van VWS. In hun analyse van de gegevens over het beloningsniveau binnen de zorginstellingen rapporteren de bewindspersonen van VWS over de inkomensgegevens uit 2009 van 1.099 bestuurders.
Het gemiddelde ministerssalaris dat op grond van de Wopt jaarlijks wordt vastgesteld, is nadrukkelijk niet te vergelijken met de norm die in de toekomstige Wet normering uit publieke middelen gefinancierde beloningen topfunctionarissen (WNT) gehanteerd wordt. De Wopt-rapportage geschiedt op basis van het gemiddelde belastbare jaarloon dat de huidige ministers verdienen, dat wil zeggen het belastbare loon verhoogd met de pensioenafdracht, terwijl de norm in de WNT is gebaseerd op het bruto loon en wel op een hoogte van 130% van het gemiddelde salaris dat de huidige minister verdienen, zoals is geadviseerd door de commissie-Dijkstal. Het ministerssalaris ligt beneden beide normen.