Toespraak minister Donner (BZK) tijdens de Landelijke Naturalisatiedag in Zwolle
Dames en heren, beste nieuwe Nederlanders vooral,
U sluit vandaag aan bij een lange rij van voorgangers. In de vaderlandse geschiedenis leren we dat de Batavieren op boomstammen de Rijn af kwamen zakken om zich hier te vestigen. En dat waren slechts de eerste groepen waarvan de geschiedschrijving dit optekende. Ook voordien waren er mensen en groepen die naar hier kwamen en zich vestigden, om hier te leven en te werken. Dat is eigen aan Nederland; wij zijn de rand van het Europese continent, en Europa zelf is een schiereiland van de landmassa die tot de Stille Oceaan loopt. Daarmee is onze streek in zekere zin altijd eindpunt van migratie. Uiteraard hebben de moderne middelen van vervoer die betekenis veranderd; veel migratie is nu meer vergelijkbaar met de trek naar de steden in de 19e en 20ste eeuw.
Maar wat daarvan zij, u sluit aan bij een lange rij mensen die u zijn voorgegaan; mensen die naar hier zijn gekomen, hier zijn blijven wonen en deel zijn gaan uitmaken van de Nederlandse samenleving. Ook mijn voorouders van vaderszijde zijn hier iets meer dan 200 jaar geleden naar toe gekomen.
Het past mij in de eerste plaats u te feliciteren. Het is voor u een bijzondere dag. Vanaf vandaag bent u officieel Nederlander. Ik heet u, namens het kabinet en de samenleving, welkom als nieuwe Nederlander. Dat geldt trouwens ook voor de mensen die eerder dit jaar al genaturaliseerd werden en hier vandaag ook zijn.
Zoals u waarschijnlijk weet is het vandaag Landelijke Naturalisatiedag. Dat is de dag in het jaar waarop ‘oude’ en ‘nieuwe’ Nederlanders samen stilstaan bij wat hun bindt: het Nederlandse staatsburgerschap en wat dat voor hen betekent. Een naturalisatieceremonie zoals deze wordt daar aan gekoppeld.
Het is de zesde keer dat we die naturalisatiedag vieren en de derde keer dat we het op 15 december doen. Het idee om van de naturalisatie een feestelijke ceremonie te maken hebben wij van andere landen geleend.
De verkrijging van het Nederlanderschap is een bekroning van uw inspanningen. U heeft de nodige moeite gedaan om de Nederlandse nationaliteit te krijgen. U heeft het inburgeringsexamen met succes afgelegd en u bent of wilt integreren in de Nederlandse samenleving. U heeft werk, of u volgt een opleiding. En sommigen van u doen vrijwilligerswerk bij bijvoorbeeld een sportclub of in een buurthuis.
Het naturalisatiebesluit bevestigt die wil en die inspanning. Het is een erkenning en bij een erkenning hoort een feestje. We zijn begonnen op 24 augustus. Dat was in 1815 de dag waarop de eerste grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden in werking trad. Maar 24 augustus is nu een tijdstip waarop veel Nederlanders nog op vakantie zijn.
En daarom hebben we nu 15 december gekozen. Want 15 december is het Koninkrijksdag. Als u nu denkt: daar heb ik nog nooit van gehoord, wees gerust. Dat geldt voor het merendeel van de Nederlanders en dus ook in dat opzicht bent u goed ingeburgerd. Toch is het een belangrijke datum, want op 15 december 1954 werd het zogeheten Koninkrijksstatuut getekend. Dat statuut regelt de verhoudingen tussen Nederland en de andere Koninkrijksdelen. Zeg maar de spelregels hoe de landen van ons koninkrijk onderling met elkaar omgaan en van welke gemeenschappelijke waarden daarbij wordt uitgegaan. 15 december heeft nog een ander voordeel. Het laat u gelijk wat wennen aan het klimaat en de temperaturen in Nederland.
Het herinnert u eraan dat het niet vanzelf leefbaar is in Nederland, dat het eten niet vanzelf aan de bomen groeit of vanzelf uit de grond opspringt. Nee, de leefbaarheid in Nederland, wat nodig is om ons tegen kou te beschermen, ons te voeden, te verzorgen, is de vrucht van wat we samen bouwen, samen werken en samen leven. Er is een oud gezegde in andere Europese landen: God schiep de aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland. Dat is nog steeds waar. De strijd tegen het water heeft ons gevormd. Zelfs als we het niet met elkaar eens zijn, staan we op om samen de dijken te versterken. Van die samenleving vormt u nu verder onderdeel.
Zoals Ramses Shaffy, één van de bekendste Nederlandse zangers, met een Egyptische vader en een Poolse moeder het zei toen hij zijn eerste paspoort in ontvangst nam: ik hoor erbij. Ik hoop dat u dat ook zo voelt: ik hoor erbij. Met die keuze voor het Nederlanderschap zegt u in feite: ik wil erbij horen, ik wil meedoen aan de Nederlandse maatschappij en ik wil mijn leven hier, in dit land, opbouwen.
Met uw keuze voor het Nederlanderschap kiest u voor: ik wil erbij horen, ik wil meedoen aan de Nederlandse samenleving. Dat meedoen gaat niet vanzelf. Vanaf vandaag betekent het ook: je inspannen. Inspannen in de zin van: je best doen om een plek te veroveren in deze samenleving. In Nederland krijg je alle kansen om mee te doen en mee te tellen, maar dan moet je die kansen wel pakken. Bijvoorbeeld door een opleiding te volgen, een baan te zoeken of eventueel vrijwilligerswerk te doen. Die samenenleving bouwen we voortdurend met de bijdragen van ieder die hier woont.
Aan mensen die uit andere landen naar Nederland komen stellen we de eis dat ze inburgeren en zich voegen naar wat in het maatschappelijk verkeer in ons land gebruikelijk is. Maar ik zeg daar gelijk bij: dat geldt voor alle burgers. Inburgering schept wederzijdse verplichtingen. U vraagt zich misschien af wat de Nederlanders doen. Op dat terrein erken ik dat Nederlanders ten volle de afspraken waarmaken. Maar dat neemt niet weg dat er onrust is. Daar moeten we elkaar mee helpen.
Betekent integreren in Nederland dan ook dat je verplicht bent regelmatig boerenkool met worst te eten? Of erwtensoep? Natuurlijk niet. Ik zou de Nederlanders niet de kost willen geven die liever nasi of couscous eten, of die regelmatig naar de afhaal-Chinees gaan. Dat is geen verlies van culturele identiteit, maar een bewijs dat wij in staat zijn om ook andere culturen te integreren in Nederland.
We geven u een nieuwe nationaliteit, geen nieuwe identiteit. Tegelijk hoop ik dat het Nederlandse deel een groeiend deel van uw identiteit wordt. Terwijl de Nederlandse identiteit uw identiteit gaat meenemen. Identiteit is iets wat verandert en vele lagen kent.
Maar genoeg daarover. Vandaag is het feest. We zijn nu samen één bevolking in één land. Ik hoop alleen dat u niet te snel onze gewoonte overneemt om over alles te klagen en ontevreden te zijn. Blijf wat dat betreft uzelf. Ik hoop van harte dat ook u met volle overtuiging deelneemt aan alle aspecten van onze samenleving. Met net zo veel overtuiging als u ervoor heeft gekozen om Nederlander te willen zijn. Ik wens u in elk geval een heel mooie toekomst in ons land, uw land.
Dank u wel.