Kamerbrief inzake verzoek update regeringsreactie op AIV-advies: Transitional Justice; gerechtigheid en vrede in overgangssituatie

Geachte Voorzitter,

Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 15 november 2010 met kenmerk 32123-V-60/2010D45145 inzake een update van de regeringsreactie (oorspronkelijke versie d.d. 15 december 2009) op AIV advies: Transitional Justice; gerechtigheid en vrede in overgangssituaties.


De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Dr. B. Knapen

Namens de regering bieden wij u een update op de beleidsreactie aan op het advies “Transitional Justice: gerechtigheid en vrede in overgangssituaties’’ van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). Dit advies werd in mei 2009 uitgebracht naar aanleiding van een adviesaanvraag van de regering. Deze brief is een addendum bij de vorige brief van 15 december 2009. Hieronder wordt conform de structuur van de vorige brief een update gegeven van de implementatie van aanbevelingen.

1. De algemene wetmatigheden die als uitgangspunt dienen voor keuzes bij het realiseren van het transitional-justiceproces.

De AIV/CAVV constateerde dat de internationale gemeenschap duidelijk heeft gemaakt dat daders van ernstige internationale misdrijven niet straffeloos mogen blijven.

  • De regering gaf in reactie aan dat Nederland zeer actief is in de strijd tegen straffeloosheid. Het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC) staat hierbij centraal. Nederland acht het van belang dat de rechtsmacht van het ICC wordt vergroot.

  • Ook dit jaar ondernam Nederland actie om de universaliteit van het Statuut van Rome te vergroten. Zo heeft Nederland zich actief ingezet voor uitbreiding van de inzet van het ICC met het misdrijf agressie. Tijdens de herzieningsconferentie in Kampala, Oeganda werd hierover afgelopen zomer overstemming bereikt. Ook heeft Nederland zich met de EU actief ingezet voor aanhouding van ICC-verdachten, inclusief de Soedanese president Bashir.

  • Nederland heeft eerder dit jaar experts ter beschikking gesteld bij het onderzoek naar de dood van de Congolese mensenrechtenverdediger Floribert Chebeya. Zodoende wordt bijgedragen aan een onpartijdig en transparant onderzoek naar zijn dood en zullen de daders opgespoord en berecht worden.

2. Het voor handen zijnde empirisch materiaal bij de beoordeling welke vormen van transitional justice op welke wijze een bijdrage leveren aan duurzame vrede en gerechtigheid.

De regering onderschreef in de brief van december 2009 de analyse van de AIV/CAVV dat bij transitional justice aandacht moet worden geschonken aan sociaal-economische rechtvaardigheid, de opbouw van de rechtsstaat en het vestigen van een mensenrechtencultuur en de cruciale bijdrage van vrouwen.

  • In lijn met het advies geeft de regering hier reeds uitvoering aan, met name in het partnerschap met het International Centre for Transitional Justice (ICTJ), de Europese denktank Fundación para las Relaciones Internationales y el Diálogo Exterior (FRIDE) en het Overseas Development Institute (ODI).

  • In november 2010 vond de door Nederland en Spanje georganiseerde conferentie “Gender in peacekeeping and peacebuilding” plaats. Onder andere het ICTJ, FRIDE en het Instituut Clingendael waren bij deze conferentie betrokken. Een van de voornaamste inzichten was dat duurzame vrede en wederopbouw alleen worden bereikt wanneer de lokale bevolking dit draagt en uitvoert. Kennis over de onderscheidende perspectieven en rollen van mannen en vrouwen en het mogelijk maken van participatie en invloed van vrouwen zijn onontbeerlijk.

3. De initiatieven die Nederland op het terrein van transitional justice in het kader van ontwikkelingssamenwerking zou dienen te steunen.

De regering was het eens met de suggestie van de AIV/CAVV dat een coherente en geïntegreerde benadering afstemming vereist tussen directies op het ministerie en tussen directies en de posten. De regering voegt hier aan toe: en eventueel andere betrokken vakdepartementen.

  • Binnen het mensenrechtenbeleid van de nieuwe regering wordt gekozen voor een geïntegreerde inzet op ‘mensenrechten, vrede en veiligheid’. Nederland is op dit onderwerp goed gepositioneerd en heeft met Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld duidelijk toegevoegde waarde. De regering wil bezien in hoeverre het vanuit mensenrechtenperspectief verder kan bijdragen aan het concept van rechtvaardige vrede waarbij de verschillende elementen van transitional justice nader zullen worden uitgewerkt. Daarvoor zal ook afstemming en samenwerking tussen directies, ambassades en andere departementen plaatsvinden. In de mensenrechtenrapportage die het eerste kwartaal 2011 naar uw Kamer zal worden gestuurd zal hier nader op worden ingegaan.

  • Concrete samenwerking tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, directies binnen de ministeries en met de ambassades, in casu de ambassade Madrid, was cruciaal voor de eerder genoemde conferentie “Gender in peacekeeping and peacebuilding”.

  • De ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken werken actief samen ten behoeve van de Nederlandse inzet in het Justice Rapid Reponse. Vanuit deze multilaterale stand-by faciliteit kunnen opsporings- of justitiële experts snel worden ingezet, bijvoorbeeld na een internationaal of intern conflict. Het onderzoek ter plaatse stelt onder meer bewijsmateriaal veilig. Dit kan een belangrijke rol spelen in de berechting van verdachten, waarheidsvinding en op langere termijn verzoening in de samenleving.

  • De regering deelt de visie van de AIV/CAVV dat de hybride tribunalen, zoals Sierra Leone, Cambodja en Oost-Timor, zich in theorie lenen voor (lokale) capaciteitsopbouw en kennisoverdracht, maar dat hiertoe wel de ondersteuning van de internationale gemeenschap noodzakelijk is bij het versterken van hun lokale capaciteit. Het Cambodja-tribunaal zet momenteel een project op, waarbij juristen van het tribunaal in Cambodja kennis overdragen aan ambtgenoten. Daarnaast voeren zowel het Cambodja- als het Sierra Leone-tribunaal publiciteitsprogramma’s uit over het werk van het hof om zodoende bij te dragen aan verzoening.

6. Algemene aanbeveling: Daar waar de Nederlandse overheid of het Nederlandse bedrijfsleven een rol speelt bij het ontstaan of voortduren van conflicten (bijvoorbeeld door wapenleveranties of het uitspelen van economische belangen) moet Nederland verantwoordelijkheid nemen.

  • In reactie op deze aanbeveling is de overheid is al enige tijd in debat met Europese en zuidelijke NGO’s over de juridische aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen. In een aantal subsidie instrumenten voor het bedrijfsleven zijn de eisen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen aangescherpt. Er wordt tevens gewerkt aan een wetsvoorstel om boetes in het rijkssubsidiekader mogelijk te maken wanneer er sprake is van overtredingen op het gebied van kinder- en dwangarbeid.

  • Daarnaast verleent de regering in dit verband subsidie aan de internationale NGO International Alert, die zich onder meer richt op een verbeterde conflictsensitiviteit van het internationale bedrijfsleven. Tevens lobbyen zij bij multinationals, overheden en multilaterale organisaties voor aanname van beleid, principes en richtlijnen die bijdragen aan (een beter begrip van) vredesopbouw.