Studenten krijgen jaar uitloop na bachelor en master
Studenten mogen na de reguliere studieduur van zowel hun bachelor als hun master nog een jaar extra studeren tegen het normale (lage) wettelijke collegegeld. Als ze die uitloop hebben benut, gaan ze het langstudeerderstarief betalen – dat wil zeggen: het normale wettelijk collegegeld plus € 3000 extra.
De ministerraad heeft tot deze maatregel besloten op voorstel van staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een student die zijn bachelor en zijn master doet krijgt dus de nominale studieduur en in totaal twee jaar extra de tijd om te studeren tegen het lage collegegeld. Doet hij er langer over dan betaalt hij bij het huidige tarief € 4713 collegegeld (het wettelijk collegegeld van € 1713 plus € 3000 opslag). De langstudeerder heeft dan nog wel recht op het collegegeldkrediet (op dit moment maximaal € 8565), dat ruim voldoende is om de verhoging van het collegegeld op te vangen.
De extra uitloopjaren gelden voor alle studenten maar zijn vooral een handreiking voor studenten die extra vakken willen volgen of een opleiding doen die meer dan gemiddeld van de student vraagt, zoals een bètastudie. Ook biedt het ruimte voor studenten om een bestuursfunctie te vervullen. Studenten met een functiebeperking die recht hebben op een extra jaar prestatiebeurs, krijgen daarbovenop een extra uitloopjaar. Zij hebben dus een uitloop van maximaal drie jaar.
Voor studenten die voor een tweede studie in de gezondheidszorg of het onderwijs kiezen en daarvoor het wettelijk collegegeld verschuldigd zijn, geldt dat de teller bij aanvang van deze studie weer op nul staat. Zij krijgen dus een uitloopjaar voor de bachelor én één voor de master.
De maatregel, die met ingang van het studiejaar 2011/12 gaat gelden, is nodig omdat langstudeerders nu een te groot beslag op de publieke middelen leggen. Dit rechtvaardigt een hogere bijdrage van deze groep.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.