Leers: Geen uitzondering bij asielverzoek na lang verblijf van kinderen in Nederland
Het kabinet wil bij het afwijzen van asielverzoeken geen uitzondering maken voor minderjarige kinderen die al langer dan acht jaar in Nederland zijn. Ook niet als zij al 'geworteld' zijn in Nederland, en hier minstens twee jaar rechtmatig zijn. Zo'n uitzonderingsregel zou uitlokken tot het rekken van illegaal verblijf en het op elkaar stapelen van procedures, om de termijn van acht jaar vol te maken. Het kabinet houdt eraan vast dat wie geen recht heeft op asiel als vluchteling, Nederland weer moet verlaten. Het is ook in het belang van asielzoekerskinderen dat hun ouders zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over hun verblijfsrecht.
Dat schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) aan de Tweede Kamer. Hij reageert hiermee op de motie-Spekman/Anker, die april van dit jaar na de val van het toenmalige kabinet door de Tweede Kamer werd aangenomen. In die motie vroeg de Kamer om afgewezen minderjarige asielzoekers tóch een verblijfsvergunning te geven als zij geworteld zijn in de Nederlandse samenleving en langer dan acht jaar in Nederland verblijven, waarvan minstens twee jaar rechtmatig (bijvoorbeeld in afwachting van de uitslag van een procedure of met een tijdelijke verblijfsvergunning). Minister Leers heeft onderzocht of de gevraagde uitzonderingsregel mogelijk en wenselijk is. Zijn conclusie is dat dit niet het geval is.
Niet mogelijk
Voorop staat dat het maken van een uitzonderingsregel niet uitvoerbaar zou zijn. Juist bij illegaal verblijf is vaak niet te controleren hoe lang iemand al in Nederland is, en of dat onafgebroken is. Ook valt moeilijk vast te stellen hoe 'geworteld' een minderjarig kind in de Nederlandse samenleving is. Aangezien ook alle illegalen onder de 18 recht hebben op onderwijs, is eigenlijk elk kind dat acht jaar in Nederland naar school is gegaan hier geworteld. Een uitzonderingsregel zou daardoor neerkomen op een nieuw pardon voor de kinderen en hun ouders.
Verder valt de rol van de Nederlandse overheid als oorzaak van het langdurig verblijf in Nederland lastig te definiëren. Is elke korte overschrijding van een beslistermijn in een langdurige procedure al voldoende om de 'schuld' voor zeer lang verblijf bij de overheid te leggen? Ook de termijn van twee jaar 'rechtmatig verblijf' blijkt lastig toe te passen. Asielzoekers die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben gekregen, moeten terug als het in hun land weer veilig is, en weten dat tevoren; dat kan ook pas na twee jaar zijn. Maar ook asielzoekers die nog een aanvraagprocedure, een procedure bij de rechter of een aanvraag op medische gronden hebben lopen, zijn rechtmatig in Nederland.
Niet wenselijk
Bovendien vindt het kabinet een dergelijke uitzonderingsregel niet wenselijk. Tegenover andere afgewezen en uitgeprocedeerde asielzoekers die wél weer terug gaan (vrijwillig of gedwongen), is het onrechtvaardig om wel een verblijfsvergunning te geven aan mensen die hun verblijf in Nederland weten te rekken door illegaal verblijf, of door de ene na de andere aanvraagprocedure te starten. Het kabinet wil juist illegaal verblijf van vreemdelingen in het algemeen en van kinderen in het bijzonder bestrijden. In het regeerakkoord staat dat gezinnen met minderjarige kinderen prioriteit hebben in het terugkeerbeleid.
Nederland wil alle asielzoekers zo snel mogelijk duidelijkheid bieden en vervolgens consequent zijn. Wie door oorlog of vervolging bescherming nodig heeft, kan in Nederland asiel krijgen. Maar wie geen schending van mensenrechten of eigen veiligheid heeft te vrezen, krijgt geen asielvergunning en zal Nederland moeten verlaten.