Zijlstra: scherpe keuzes nodig in cultuursector
Meer ondernemerschap en voldoende publiek. Dat zijn twee voorwaarden die staatssecretaris Zijlstra (OCW) stelt voor het krijgen van cultuursubsidies.
Cultuuromslag
Een sterke cultuursector is zo min mogelijk afhankelijk van de overheid. 'De afgelopen decennia heeft de overheid het particulier initiatief in de cultuursector niet zozeer aangevuld, maar overgenomen. Dat is niet gezond. Het is tijd voor een cultuuromslag, een herijking', aldus Zijlstra. Daarom verandert hij het systeem van cultuursubsidies, zo schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Voorwaarden voor subsidie
Om voor financiering van de overheid in aanmerking te komen worden instellingen voortaan dus niet alleen beoordeeld op hun artistieke kwaliteit, maar ook op:
- de mate waarin een instelling voldoende bezoekers trekt;
- ondernemend is;
- voldoende toegankelijk is voor kinderen en jongeren;
- het aanbod een rijkscollectie betreft of (inter-)nationale betekenis heeft.
Uitgangspunt van deze herijking van het subsidiestelsel is dat het aantal door de rijksoverheid gesubsidieerde instellingen kleiner wordt. Maar ook in het nieuwe stelsel blijft de overheid verantwoordelijk voor een landelijke culturele basisinfrastructuur die instellingen zekerheid verschaft.
Sterke cultuursector
Kunst en cultuur dragen bij aan een 'vrije en vitale samenleving'; de hervormingen van het systeem moeten er voor zorgen dat de cultuursector sterker wordt. Op basis van duidelijke en scherpe keuzes moet de overheid de randvoorwaarden scheppen voor een sterke cultuursector. Daarbij is het de uitdaging van overheid én cultuursector om daarvoor steun in de samenleving te vinden. Die keuzes zijn soms pijnlijk maar te prefereren boven een kaasschaafoperatie.
De komende tijd gaat Zijlstra de hervormingen in overleg met de cultuursector uitwerken, nadat de Raad voor Cultuur er over heeft geadviseerd. De huidige subsidieperiode loopt tot 2012; 2013 wordt een overgangsjaar, waarna het nieuwe stelsel in 2014 in gaat.