Toespraak staatssecretaris De Krom bij de presentatie van het boek Bijzondere werknemers – Verhalen uit de sociale werkvoorziening
Dames en heren,
Dank voor dit boek. Het ziet er prachtig uit. Vorige week heb ik de voorpublicatie in de Volkskrant al gelezen. Daarin stonden de verhalen van twee werknemers in de sociale werkvoorziening, Judi van Alphen en Ronny Vermeulen. Natuurlijk zal ik het boek zelf ook met veel plezier lezen. Ik heb dan ook graag de uitnodiging om vandaag dit boek in ontvangst te nemen, aanvaard.
In mijn ervaring tot nu toe, valt mij op dat mensen in de sociale werkvoorziening vaak heel gedreven en gemotiveerd zijn. Dat blijkt niet alleen uit de voorpublicatie van het boek. Dat viel mij onlangs ook op toen ik bij de AM Groep in Hoofddorp op werkbezoek was.
”Jammer genoeg”, zegt mevrouw Jongerius in de aanbeveling van het boek, “ervaren veel gehandicapte werknemers dat ze niet welkom zijn in gewone bedrijven”. Dat is meteen ook de verandering die we als kabinet nastreven: uitgaan van wat mensen wèl kunnen, in plaats van wat mensen niet kunnen. En dat gewoon gaan vinden. Dat is de inzet van de hervorming van de bijstand, Wajong en WSW waar we aan werken. Dat gaan we doen met organisaties die daar nauw bij betrokken zijn. Samen moeten we ervoor zorgen dat mensen de plek krijgen die hen toekomt.
Daar ligt een taak voor ons allemaal. Ik roep vanaf deze plaats zowel werknemers als werkgevers op om zich hard te maken voor meer banen voor mensen met een arbeidsbeperking bij gewone werkgevers.
Vorige week is de Wajong-monitor verschenen. Daaruit blijkt dat werkgevers het, ondanks de economische crisis, wel degelijk nuttig vinden om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. Ook daarom ben ik er van overtuigd dat er veel meer mogelijkheden en kansen zijn dan we vandaag benutten.
Aan de ene kant tonen werkgevers zo hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Aan de andere kant moeten zij ook wel.
De beroepsbevolking gaat krimpen. De babyboomgeneratie van na de Tweede Wereldoorlog gaat met pensioen.
Dat levert veel vacatures op. Die moeten worden opgevuld. Ook met mensen die nu een uitkering hebben. Ook met mensen met een arbeidsbeperking. Al realiseer ik mij dat zoiets helaas niet voor iedereen is weggelegd. Die mensen blijven we de bescherming bieden waarop zij recht hebben, geen misverstand hierover.
Er is nog een reden om de bijstand, Wajong en WSW te hervormen. De overheidsfinanciën zijn uit het lood geslagen, daar moet snel iets aan worden gedaan. We zullen meer moeten doen met minder geld. Dat geldt ook voor de sociale werkvoorziening. Voor die bezuinigingen heb ik getekend. Daar loop ik niet voor weg. Ook vanmiddag niet. Die maatregelen zijn noodzakelijk om het huishoudboekje van Nederland na de crisis weer op orde te brengen. Dat lijkt misschien een ver van mijn bed verhaal, maar daar hebben we straks allemaal baat bij.
Ik wil wel heel zorgvuldig met die bezuinigingen omgaan. Daarom is het ook heel belangrijk om duidelijk te maken wat we wel en wat we niet gaan doen.
Wat we niet gaan doen is aan de positie komen van de mensen die nu een baan in de sociale werkvoorziening hebben. Zij worden niet herkeurd; zij blijven gewoon de bescherming houden die ze nu hebben.
Wat we niet gaan doen is de WSW volledig afsluiten voor mensen die ook in de toekomst beschut werk nodig hebben. Mensen met een indicatie voor een beschutte werkplek houden toegang tot de WSW. Ook straks.
Wat we niet gaan doen is de positie van jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn aantasten. Voor hen verandert er niets. Hun uitkering blijft op het huidige niveau.
Ik hecht eraan om dit nadrukkelijk te zeggen, om te voorkomen dat er verkeerde beelden of misverstanden ontstaan.
Maar ik vind wel dat er teveel mensen tussen aanhalingstekens gevangen zitten in regelingen waar zij niet of nauwelijks uit komen. Terwijl zij er wel degelijk uit zouden kunnen komen.
Een baan biedt immers kansen om je te ontplooien, om vooruit te komen.
Dames en heren, ik ga zo afsluiten. Als het om de toekomst van de sociale werkvoorziening, de bijstand en de Wajong gaat is er de komende tijd veel werk te verzetten. De voornemens uit het regeerakkoord moeten worden omgezet in concrete acties.
Op het ministerie van SZW is het programmateam Werken naar vermogen daar inmiddels mee aan de slag. Maar we kunnen het zeker niet in ons eentje doen. U kunt er op rekenen dat ik ook met u de komende tijd nog vaak over dit onderwerp van gedachten zal wisselen.
Dank u wel.