Van Bijsterveldt: maximaal acht omroepen
De landelijke publieke omroep mag in 2016 nog bestaan uit maximaal acht omroepen. Nu zijn dat er nog 21. 'Als de omroepen hun krachten bundelen, kunnen we bezuinigen met behoud van kwaliteit. De publieke omroep blijft dus goede televisie en radio maken voor de hele bevolking. Dat is zo, dat blijft zo', aldus minister Marja van Bijsterveldt (OCW). Zij heeft in een brief aan de Tweede Kamer de uitgangspunten van haar mediabeleid toegelicht.
Om de fusies te stimuleren, moet de de Mediawet op korte termijn gewijzigd worden. In het huidige systeem gaan omroepen er bij een fusie namelijk financieel op achteruit. Van Bijsterveldt laat de komende maanden onderzoeken wat de fusies financieel opbrengen; ook vermindering van bureaucratie en efficiënter werken worden in dat onderzoek meegenomen. Om de bezuinigingen te kunnen realiseren, zijn ook programmatische keuzes nodig. Het maken daarvan is niet aan de minister, maar aan de publieke omroep zelf. Wel heeft Van Bijsterveldt al met de publieke omroep afgesproken dat het aantal themakanalen en websites teruggebracht zal worden.
Minister Van Bijsterveldt gaat ook onderzoeken of onderdelen van het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) behouden kunnen blijven. 'De kerntaak van de publieke omroep is het maken van audiovisueel programma-aanbod: radio, televisie en internet. Daarom staat in het Regeerakkoord dat het MCO wordt opgeheven. Maar ik zie ook het belang van programmering van live muziek bij de publieke omroep. Daarom ga ik bekijken of en hoe onderdelen van het MCO behouden kunnen blijven', aldus de minister, die hierover voor de zomer van 2011 een besluit zal nemen.
Andere maatregelen, die Van Bijsterveldt in haar brief toelicht, zijn de verdergaande samenwerking tussen de landelijke en regionale omroepen, en de overgang van de Wereldomroep naar de begroting van Buitenlandse Zaken.
Op basis van de uitgangspunten, die ze in haar brief noemt, gaat minister Van Bijsterveldt haar mediabeleid vormgeven. Op maandag 13 december bespreekt de minister deze uitgangspunten met de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de Mediabegroting.