Bijlage 2 - Kamerbrief inzake Kabinetsappreciatie Uitbreidingspakket Europese Commissie

Bullets landenrapporten voortgangsrapportage 2010

I Kandidaat-lidstaten

Kroatië

Algemeen

  • De grootste uitdagingen waar Kroatië in de ogen van het kabinet voor staat zijn de justitiële hervormingen, de inrichting van het openbaar bestuur en de strijd tegen corruptie. Met name de implementatie van wet- en regelgeving op deze gebieden verdient aandacht.

  • Kroatië ontvangt in 2010 € 154 miljoen aan IPA-middelen (Instrument Pre-Accessie) voor onder meer opbouw van de administratieve capaciteit en aanpassing aan het EU gemeenschappelijk landbouw- en cohesiebeleid.

Hervorming rechterlijke macht, minderheden, civiele en politieke rechten

  • Kroatië heeft het afgelopen jaar voortgang geboekt bij de hervorming van de rechterlijke macht. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is versterkt en het aantal achterstallige zaken is gereduceerd.

  • De Commissie constateert een meer gebalanceerde aanpak in de vervolging van oorlogsmisdaadzaken. De getuigenbescherming in oorlogsmisdaadzaken is verbeterd. Het kabinet deelt echter het oordeel van de Commissie dat meer aandacht zou moeten worden besteed aan zaken met etnisch-Servische slachtoffers en verdachten uit de kring van Kroatische veiligheidstroepen. Ook blijft aandacht vereist voor de herziening van dubieuze verstekveroordelingen uit de negentiger jaren.

  • Het kabinet is van oordeel dat de procedures om in aanmerking te komen voor van overheidswege gefinancierde rechtsbijstand moeten worden vereenvoudigd om toegankelijkheid te bevorderen.

  • Het kabinet onderschrijft het oordeel van de Commissie dat de positie van minderheden in Kroatië is verbeterd. Onverminderde aandacht dient echter uit te gaan naar de positie van Roma en de Servische minderheid.

  • Er is sprake van voortgang ten aanzien van de terugkeer van vluchtelingen naar Kroatië. De Kroatische regering heeft een actieplan aangenomen dat voorziet in een versnelde implementatie van woonvoorzieningen. Teleurstellend is dat de huisvestingsdoelstellingen van 2009 nog niet behaald zijn.

  • Hoewel de vrijheid van meningsuiting bij wet is gegarandeerd, constateert het kabinet dat journalisten in de praktijk soms nog onder politieke druk staan en zelfcensuur hanteren.

Bestrijding corruptie en georganiseerde misdaad

  • Het kabinet onderschrijft dat goede voortgang werd geboekt bij de bestrijding van corruptie. Veel onderzoeken hebben geleid tot juridische procedures, ook in zaken met verdachten op hoog politiek niveau. Het aantal rechterlijke uitspraken in relatief kleinere corruptiezaken nam toe. Het kabinet hecht groot belang aan een overtuigend ‘track record’ van effectief onderzoek, vervolging en rechterlijke uitspraken.

  • Teleurstellend is dat de preventie van corruptie tekortschiet. Het kabinet dringt in dit kader aan op vergroting van de openbaarheid van bestuur, transparantie van partijfinanciering en het tegengaan van belangenverstrengeling.

Samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal

  • De Commissie stelt dat de vorig jaar door Kroatië ingestelde speciale taakgroep het onderzoek naar de door het tribunaal verzochte documenten dient voort te zetten. De Commissie noemt terecht de noodzaak van volledige samenwerking met het (ICTY) als horizontale voorwaarde binnen het toetredingsproces.

Regionale samenwerking

  • Het kabinet betreurt het dat de regionale samenwerking aangaande de in de Balkan–oorlog vermiste personen onvoldoende daadkrachtig is opgepakt. In augustus 2010 waren nog 2.392 zaken onopgelost. Volgens het Internationale Rode Kruis zijn in Kroatië in de afgelopen drie jaar slechts 110 zaken opgehelderd.

  • Het kabinet deelt het oordeel van de Commissie de regionale samenwerking bij de bestrijding van georganiseerde misdaad, witwaspraktijken en drugssmokkel verbetering behoeft.

  • Het kabinet is verheugd dat Kroatië en Slovenië eind 2009 overeenstemming bereikten over een arbitrage-overeenkomst die de oplossing van het bilaterale grensgeschil tussen beide landen naderbij brengt. Met buurlanden Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Servië werd de samenwerking de afgelopen periode versterkt. Desalniettemin is een aantal bilaterale geschillen nog niet opgelost.

Economische criteria

  • De open Kroatische economie is zwaar geraakt door de wereldwijde crisis. Hoewel het dieptepunt nu voorbij is en de export aantrekt, is van structureel economisch herstel nog niet echt sprake. Met name de zware buitenlandse schuld, de verslechterde arbeidsmarkt en het moeizame ondernemers- en investeringsklimaat maken de Kroatische economie structureel kwetsbaar.

  • Kroatië’s macro-economische- en monetaire politiek zijn adequaat en in overeenstemming met het acquis, maar grondige sociaal-economische hervormingen zijn noodzakelijk. Het daarvoor in april door de Kroatische regering gepresenteerde Economische Herstelprogramma biedt voldoende aanknopingspunten. Het kabinet deelt de mening van de Commissie dat de effectiviteit zal afhangen van de uitvoering. De Kroatische regering dient haar inspanningen op dit gebied te intensiveren.

  • De overheidsfinanciën staan onder druk door de tegenvallende groeicijfers. Adequate begrotingsraming blijft een zwakke plek. Strengere budgettaire discipline van de overheid is daarom een vereiste.

  • De Commissie constateert dat in het algemeen slechts zeer beperkte vooruitgang is geboekt ten aanzien van het reduceren van de traditioneel grote overheidsrol in de economie. Tegelijkertijd werd wel de staatssteun teruggedrongen.

  • Het kabinet is positief over de vooruitgang in het verbeteren van markttoegang door de vereenvoudiging van regelgeving. Het verbeteren van het door onduidelijke regelgeving en overmatige belastingdruk moeizame ondernemers- en investeringsklimaat blijft echter een kernprioriteit voor de toetreding.

  • Ten aanzien van de implementatie van het acquis communautaire constateert de Commissie over de gehele linie goede voortgang; in de meeste sectoren, waaronder op het gebied van vrij verkeer van goederen, diensten en personen, is de wet- en regelgeving nu in grote lijnen in overeenstemming gebracht met het acquis. Verdere capaciteitsopbouw om dit proces zorgvuldig af te ronden is echter wenselijk.

  • Het vrije verkeer van werknemers zal aanzienlijke druk zetten op de structureel zwakke Kroatische arbeidsmarkt. Het kabinet constateert met de Commissie dat de hervorming van de sociale zekerheid en aanpassing van de arbeidswetgeving achterblijven. De Commissie benadrukt dat de tripartiete dialoog tussen overheid, werkgevers en werknemers moet worden geïntensiveerd en geïnstitutionaliseerd. De regering onderschrijft dit standpunt van de Commissie.

  • Mededinging blijft een punt van aandacht. De Commissie is positief over de uitbreiding van bevoegdheden van de goed functionerende Kroatische mededingingsautoriteit en wijst op de voortgang die is bereikt ten aanzien van de aanbestedingsprocedure gericht op de herstructurering van de scheepswerven. De Kroatische overheid dient echter een extra inspanning te leveren om te zorgen dat de voorgenomen privatisering in lijn is met de Europese aanbestedingsregels. Het kabinet onderstreept de noodzaak van hernieuwde inspanningen op het gebied van de herstructurering van de staalsector, waarin minder voortgang werd geboekt.

  • Het kabinet ziet de instellingen die in de landbouwsector in het leven zijn geroepen als een positieve ontwikkeling, maar wijst op de noodzaak van de operationaliteit van deze systemen, gericht op een EU-conform gebruik van de beschikbare fondsen. Kroatië dient volgens het kabinet meer werk te maken van de hervorming van zijn landbouwbeleid, met name door steun aan landbouwers in meer sectoren te ontkoppelen van productie.

  • Al met al is Kroatië een functionerende markteconomie. Het kabinet deelt het standpunt van de Commissie dat Kroatië in staat is om zich te handhaven in de concurrerende Europese markt, indien het land zijn hervormingsplannen doorvoert en de economische structuur verder versterkt.

T urkije

Algemeen

  • De Commissie schetst terecht een gemengd beeld van het hervormingsproces in Turkije. Positief zijn onder meer de hervorming van het justitieel apparaat en de Turkse inspanningen in de strijd tegen corruptie. Daar staat tegenover dat ten aanzien van de Koerdische kwestie en persvrijheid aanvullende inspanningen vereist zijn. Op het Ankara-protocol is nog steeds geen zichtbare voortgang geboekt.

  • De Turkse economie groeit hard en is sterker uit de crisis gekomen. De EU en Nederland hebben te winnen bij hechte economische banden met Turkije.

  • Turkije ontvangt in 2010 € 654 miljoen aan IPA-gelden. Hierbij ligt de focus op ‘rule of law’, fundamentele rechten, bestuurshervormingen, mededinging, milieu, transport, energie, landbouw, sociale en rurale ontwikkeling.

Democratie, ‘rule of law’, fundamentele rechten, minderheden

  • Het kabinet deelt de conclusie van de Commissie dat nog een flinke inspanning vereist is ten aanzien van de rechten van minderheden, waarbij de Koerdische kwestie prioritaire aandacht verdient. Evenals vorig jaar is het kabinet het met de Commissie eens dat een constructieve dialoog met de Hoge Vertegenwoordiger voor Nationale Minderheden van de OVSE zou moeten plaatsvinden.

  • Het kabinet deelt de mening van de Commissie dat de culturele rechten voor minderheden waaronder LGBT nog steeds beperkt zijn. Turkije dient zich verder in te spannen voor tolerantie en toekenning van deze rechten.

  • Het kabinet volgt de ontwikkelingen ten aanzien van de voortgang op het terrein van vrouwen- en kinderrechten op de voet. De aangepaste grondwet voorziet in een wettelijk kader voor gendergelijkheid in de vorm van een ‘anti discrimination and equality board’ (deels geïnspireerd door de Nederlandse Commissie Gelijke Behandeling). Het kabinet acht het van groot belang dat deze wettelijke vastlegging ook daadwerkelijk geïmplementeerd wordt. Het uitbannen van – het toenemende aantal - eerwraakmoorden, vroege en gedwongen huwelijken, evenals huiselijk geweld zouden hoog op de prioriteitenlijst van de Turkse overheid moeten staan. Dit geldt ook voor het uitbannen van kinderarbeid in rurale gebieden, onder meer in de seizoensteelt.

  • Het kabinet is het met de Commissie eens dat mensenrechtenorganisaties en hun medewerkers onafhankelijk zouden moeten kunnen opereren.

  • De grondwetswijziging heeft de rechten voor vakbonden in de publieke sector uitgebreid. Toch blijven restricties bestaan die niet in lijn zijn met de EU-, noch standaarden van de International Labour Organisation (ILO).

Justitie en binnenlandse zaken

  • Het kabinet ziet de voortgang die is geboekt in de hervorming van het justitiële apparaat, waaronder het bevorderen van een onafhankelijke rechterlijke macht, als een stap in de juiste richting. Het is hierbij zaak dat Turkije nu extra inspanningen levert om Europese standaarden op transparante wijze over te nemen. Dit geldt onder meer voor de nu bij wet vastgestelde instelling van een Ombudsman.

  • Het kabinet constateert met tevredenheid dat het Ergenekon onderzoek naar een mogelijk crimineel netwerk dat zich richt op destabilisering van de democratische instituties is voortgezet.

  • Positief zijn de ontwikkelingen in de strijd tegen corruptie. De anticorruptiestrategie 2010-2014 en bijbehorend Actieplan werden in februari 2010 aangenomen. Het kabinet onderschrijft de noodzaak om een gedegen staat van dienst op te bouwen op dit terrein.

  • Het kabinet vindt het betreurenswaardig dat slechts beperkte voortgang werd geboekt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Turkije zou de nationale strategie voor 2010-2015 gedegen ter hand dienen te nemen. Mensensmokkel en mensenhandel zijn belangrijke aandachtspunten.

  • Aanpak van witwaspraktijken en fraudezaken laten in Turkije nog te wensen over. Het kabinet is van mening dat de politiesamenwerking binnen overheidsinstanties verder dient te verbeteren.

  • De zorgen van de Commissie over de brede wettelijke definitie van het begrip terrorisme worden gedeeld. Deze heeft gevolgen voor de uitoefening van de fundamentele vrijheden, met name de vrijheid van meningsuiting. Daarnaast signaleert het kabinet dat de regelgeving inzake de financiering van terrorisme nog gebrekkig is.

Vrijheid van religie, meningsuiting, pers en media

  • Het kabinet is positief over de door de Commissie waargenomen voortgang in de implementatie op de wet van de stichtingen. De dialoog met de Alevieten en de niet-moslimgemeenschappen nam dit jaar verdere vorm aan. Het komt nu aan op resultaten, onder meer op het gebied van de eigendomsrechten van niet-moslimgemeenschappen.

  • Het kabinet erkent dat de vrijheid van meningsuiting een zekere positieve ontwikkeling heeft ondergaan. Er zijn aanzienlijk minder vervolgingen op basis van artikel 301 van het Turkse strafrecht. Dit neemt niet weg dat op basis van andere wetsartikelen een toenemend aantal vervolgingen plaatsvindt, met name van journalisten. Dit baart het kabinet zorgen.

  • Zorg bestaat ook over de vrijheid van pers en media. De media staat nog immer onder druk. Websites worden nog steeds verboden en zelfcensuur op bepaalde onderwerpen wordt nog immer toegepast.

Regionale en internationale samenwerking

  • Turkije steunt de beide gemeenschappen op Cyprus in het zoeken naar een oplossing voor de hereniging van deze partijen. Dit heeft echter tot op heden niet geleid tot het resultaat waartoe de Raad Turkije sinds 2006 oproept. Turkije voldoet nog immer niet aan de verplichting aan de implementatie van het additionele protocol bij het Associatieverdrag (zogenaamde Ankara protocol). Het kabinet is het dan ook geheel met de Commissie eens dat Turkije nu dringend actie dient te ondernemen.

  • Turkije speelt een steeds belangrijker rol in de regio. Het kabinet verwelkomt het ‘zero-problems’ beleid dat de Turkse autoriteiten voeren ten aanzien van de eigen regio. Daarbij moet echter wel de voorwaarde worden gesteld dat Turkije, conform het onderhandelingsraamwerk uit 2005, zijn buitenlands beleid gaandeweg moet aanpassen aan het GBVB. De relatie met Armenië dient, na de ondertekening van de protocollen, nu meer inhoud te krijgen.

Economie

  • Turkije is voor de EU een belangrijke handelspartner en de EU voor Turkije de grootste handels- en investeringspartner. Het is alleen al vanuit die optiek van groot belang dat Turkije vasthoudt aan zijn economische hervormingsagenda.

  • Goed nieuws is de opheffing van de importblokkade voor rundvlees uit de EU (met uitzondering van Cyprus, Bulgarije, Roemenië). Echter, Turkije blijft zich onttrekken aan afspraken met de EU doordat uit een grote meerderheid van de EU-lidstaten nog altijd geen levende dieren mogen worden ingevoerd.

  • De Turkse economie heeft zich na de crisis snel hersteld. Sinds het tweede kwartaal van 2009 is stevige groei te zien. Via overheidsbestedingen en monetaire en belastingmaatregelen heeft Turkije de binnenlandse vraag gestimuleerd.

  • Het kabinet onderschrijft het oordeel van de Commissie dat Turkije aangemerkt kan blijven als een functionerende markteconomie die op de middellange termijn in staat moeten zijn de concurrentiedruk binnen de Unie het hoofd te bieden, mits het voortgang maakt met de implementatie van zijn omvangrijke hervormingsprogramma en structurele zwakheden uit de weg ruimt.

  • De hoge economische groeicijfers gaan gepaard met afnemende werkloosheid (hoewel nog boven het niveau van voor de crisis) en toenemende inflatie.

  • Tezamen met de economische groei is de inflatie flink toegenomen. Om het risico op een zeepbelscenario te minimaliseren is het van belang dat Turkije voortgang maakt met begrotingstransparantie, inflatiedoelstellingen en behoud van financiële stabiliteit.

  • De huidige regulering van de productmarkt en het gebrek aan transparantie over staatssteun zijn bezwaarlijk voor het ondernemersklimaat.

  • De energiesector heeft vooruitgang geboekt op het terrein van de elektriciteitsvoorziening, duurzame energie, energie-efficiëntie en de voorzieningszekerheid. Meer aandacht is nodig op het terrein van gas, kernenergie, veiligheid bij kernenergie, bescherming op radioactieve straling en staatssteun.

  • Turkije rondde in augustus 2010 de ratificatieprocedure van de intergouvernementele Nabucco-overeenkomst af.

  • Het kabinet spoort Turkije aan het landbouwbeleid EU-conform te hervormen. Dit geldt onder meer ten aanzien van de vereiste loskoppeling tussen steun en de hoogte van de productiecapaciteit.

M acedonië

Algemeen

  • Net als in 2009 meent de Commissie dat Macedonië de politieke criteria in voldoende mate vervullen. De Commissie herhaalt dan ook de aanbeveling uit het uitbreidingspakket van 2009 dat onderhandelingen over lidmaatschap kunnen beginnen.

  • Het kabinet meent dat opening van onderhandelingen met Macedonië in de rede ligt. Wel verwacht het kabinet dat Macedonië de aanbevelingen van de Commissie opvolgt om hervormingen door te voeren, vooral op het gebied van de depolitisering en professionalisering van de publieke sector, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, mediavrijheid en de aanpak van corruptie. De politieke dialoog en interetnische relaties dienen eveneens versterkt te worden.

  • Zolang echter een oplossing over de naamkwestie uitblijft, is het niet waarschijnlijk dat de Europese Raad zal besluiten de toetredingsonderhandelingen te openen.

  • Met de Commissie onderstreept het kabinet het belang van goed nabuurschap. Het kabinet hoopt dat Griekenland en Macedonië op korte termijn een wederzijds aanvaardbare oplossing voor de naamkwestie vinden.

Politiek, rechtsstaat en mensenrechten

  • Volgens de Commissie voldoet Macedonië – net als vorig jaar – in voldoende mate aan de politieke criteria voor het starten van toetredingsonderhandelingen. De Commissie is evenwel niet onverdeeld positief over de mate waarin in het afgelopen jaar de vereiste aanvullende hervormingen zijn doorgevoerd. Het kabinet onderschrijft de visie van de Commissie dat de vaart uit de hervormingen is geraakt. Een nieuwe impuls is noodzakelijk.

  • De hervorming van de publieke sector, vooral de depolitisering van het ambtenarenapparaat, verloopt uiterst moeizaam. De werving, selectie en promotie van ambtenaren is niet transparant en gebeurt niet op basis van kwaliteiten en prestaties. Minderheden zijn niet evenredig vertegenwoordigd in de publieke sector.

  • De rechterlijke macht is onvoldoende onafhankelijk. Er is soms sprake van politieke inmenging in rechtszaken of van politieke invloed op de benoeming en bevordering van rechters en openbaar aanklagers.

  • Het kabinet meent dat Macedonië zich moet blijven inzetten om corruptie te bestrijden. Ook hier moet implementatie van wet- en regelgeving centraal staan. Het kabinet moedigt Macedonië aan de nationale Anticorruptiecommissie te steunen. Daar hoort een adequaat budget en voldoende menskracht bij. De uitwerking van het Memorandum of Understanding (MoU) voor politiesamenwerking blijft tevens een aandachtspunt.

  • De Commissie stelt dat het juridische en institutionele kader voor bescherming van mensenrechten en de positie van minderheden aanwezig is. Afgelopen jaar heeft Macedonië belangrijke kaderwetgeving aangenomen op het gebied van antidiscriminatie, maar een verwijzing naar ‘seksuele oriëntatie’ (conform EU-wetgeving) ontbreekt. Problemen bij de integratie van minderheden en de achtergestelde positie van Roma vergen blijvend aandacht.

Economische criteria

  • Macedonië heeft weinig last gehad van de economische crisis, als gevolg van de beperkte blootstelling van de financiële sector aan risicovolle internationale financiële beleggingen.

  • Wel is sprake van een hoge structurele werkloosheid, met name onder jongeren en laagopgeleiden.

  • Buitenlandse investeerders lopen nog vaak aan tegen bureaucratische regelingen. Rechtszaken worden daarbij nog steeds traag afgehandeld en de prestaties van regulerende en toezichthoudende organisaties zijn nog onvoldoende. Het handhavingapparaat (inclusief corruptiebestrijding en bestrijding van de georganiseerde misdaad) functioneert weinig effectief. Dit heeft een negatieve impact op het ondernemersklimaat.

  • Macedonië heeft desalniettemin vooruitgang geboekt in de ontwikkeling naar een functionerende markteconomie.

  • Het kabinet deelt de opvatting van de Commissie dat Macedonië in staat moet zijn om zich op de middellange termijn te handhaven in de concurrerende Europese markt, mits het land zijn hervormingsplannen krachtig doorvoert.

IJsland

Algemeen

  • IJsland is een functionerende democratie en heeft, als lid van de Europese Economische Ruimte, al een groot deel van het acquis communautaire overgenomen.

  • Het kabinet is van mening dat IJsland pas kan toetreden wanneer er een overeenkomst over Icesave is gesloten tussen Nederland en het VK enerzijds en IJsland anderzijds. Zoals door minister-president Balkenende is aangegeven tijdens de Europese Raad van juni 2010, zal Nederland niet instemmen met het afsluiten van onderhandelingshoofdstuk 9 over Financiële Diensten, voordat IJsland aan zijn verplichtingen onder de richtlijn depositogarantiestelsels heeft voldaan.

  • De hoge buitenlandse schuld is een uitdaging voor IJsland, evenals de als gevolg van de crisis gestegen werkloosheid. Het kabinet is met de Commissie van mening dat de overheid verdergaande maatregelen moet nemen om de kwetsbare economische en financiële stabiliteit te waarborgen.

  • IJsland komt thans in aanmerking voor pre-accessie steun uit IPA-fondsen. In de praktijk gaat het hier slechts om heel bescheiden bedragen bestemd voor onder meer de sectoren statistiek, lokale overheden en de bankensector.

  • Onder de IJslandse bevolking en het parlement bestaat vooralsnog slechts in beperkte mate steun voor EU-toetreding.

Financiële sector

  • De Commissie is van mening dat IJsland in grote mate voldoet aan het acquis communautaire op het terrein van vrij verkeer van kapitaal. Echter, de huidige wet voor buitenlandse valuta die vrij verkeer van kapitaalstromen beperkt voldoet volgens de Commissie niet aan het acquis. Het kabinet is van mening dat IJsland deze kapitaalrestricties dient op te heffen alvorens IJsland kan toetreden tot de Unie. Daarnaast zijn bijzondere inspanningen vereist om buitenlandse investeringen in de visserijsector mogelijk te maken.

  • Ook het toezicht op de financiële sector dient te verbeteren. Het kabinet signaleert met tevredenheid dat voortgang is geboekt in het IJslandse onderzoek naar de verantwoordelijkheid voor de val van het IJslandse banksysteem en juicht toe dat opvolging wordt gegeven aan de conclusies.

  • Naast bestaande en geldende verplichtingen in het kader van het depositogarantiestelsel zoals door IJsland overgenomen in het kader van de samenwerking als lid van de Europese Economische Ruimte, is nieuwe wetgeving nodig om regels op het terrein van een nieuwe dekkingsgraad van het depositogarantiestelsel in de bankensector aan te passen.

  • Zoals de Commissie terecht opmerkt is nog geen overeenstemming bereikt in de Icesave-kwestie tussen IJsland enerzijds en Nederland en het Verenigd Koninkrijk anderzijds. Ten aanzien van de juridische verplichting stelde de EFTA Surveillance Authority (ESA) dat IJsland een verplichting heeft tot terugbetaling van Icesave-tegoeden tot een maximum bedrag per deposito op basis van de Europese Richtlijn Depositogarantiestelsels. Het kabinet hoopt op een spoedige doorbraak in deze kwestie.

Natuur en Milieu

  • Het kabinet beschouwt IJsland als een bron van kennis op het gebied van de milieu, in het bijzonder het gebruik van hernieuwbare vormen van (geothermische) energie.

  • Het kabinet zal zich, samen met andere EU-lidstaten en de Europese Commissie, ervoor inzetten dat door IJsland geen walvissen mogen worden gevangen of gedood in de communautaire wateren of worden verhandeld binnen de EU. Ook dient IJsland het EU-importverbod op zeehondenproducten over te nemen.

Economie en handel

  • IJsland heeft te maken met een diepe en langdurige recessie en de vooruitzichten voor zelfs enig herstel zijn onzeker. De werkloosheid is toegenomen en de overheidsfinanciën zijn aanzienlijk verslechterd, met hogere begrotingstekorten en een flinke toename van de overheidsschuld, die momenteel al bijna 90% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedraagt. IJsland staat nu voor de uitdaging de overheidsfinanciën op orde te krijgen.

  • IJsland is een functionerende markteconomie. De zwakke financiële sector, die nog steeds niet is hersteld van de crisis, en beperkingen aan kapitaalstromen belemmeren echter een efficiënte inzet van de middelen.

  • IJsland probeert economisch herstel te vinden door wisselkoersstabilisatie en begrotingsconsolidatie. De inflatie neemt geleidelijk af. Gesteld kan worden dat de reactie op de financiële crisis passend is geweest en heeft bijgedragen aan een hogere mate van macro-economische stabiliteit. Hierbij heeft IJsland veel steun ondervonden van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

  • Het IJslandse visserijbeleid is grotendeels gestoeld op dezelfde beginselen als dat van de EU, maar in regelgeving en uitvoering zitten grote verschillen. Zo stuurt IJsland niet op het bereiken van een maximaal duurzame opbrengst (goed voor vis én vissers) en heeft het geen beleid gericht op vlootcapaciteit en aantallen zeedagen. Deze verschillen, maar ook zaken als het quotasysteem en toegang tot elkaars wateren, zullen onderwerp van gesprek worden in de toetredingsonderhandelingen. De gelijktijdige hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid van de EU kan hierop van invloed zijn.

  • De staat van dienst van IJsland op het vlak van duurzaam beheer van visbestanden was de laatste maanden vooral negatief door de unilaterale afkondiging van een omvangrijk makreelquotum. Het is zaak dat in de onderhandelingen met alle betrokken ‘kuststaten’ (EU, Noorwegen, Faeröer en IJsland) een overeenkomst wordt bereikt die in het belang is van duurzaam beheer van het makreelbestand en voor- en nadelen evenredig verdeelt over de visserijsectoren van de betrokken landen.

II Overige landen met lidmaatschapsperspectief

Avis Albanië

Kopenhagen-criteria

  • De Commissie constateert terecht dat Albanië zich aanzienlijk meer inspanningen moet getroosten om te kunnen voldoen aan de politieke Kopenhagen-criteria. Albanië heeft daarentegen een goede staat van dienst opgebouwd bij de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het stabilisatie- en associatieproces.

  • Met betrekking tot de economische criteria constateert de Commissie dat Albanië een redelijke mate van macro-economische stabiliteit heeft bereikt. Het kabinet deelt het standpunt van de Commissie dat Albanië, om op de middellange termijn in staat te zijn zich te handhaven in de concurrerende Europese markt, het openbaar bestuur moet verbeteren, de fysieke infrastructuur en kwaliteit van het arbeidsaanbod moet verbeteren, de erkenning van eigendomsrechten moet veiligstellen en de rechtsstaat moet versterken. Bovenal dient Albanië door te gaan met structurele hervormingen.

  • Albanië zou in de visie van de Commissie in staat zijn op middellange termijn het acquis communautaire grotendeels over te nemen, mits het voldoende aandacht besteedt aan de implementatie van wet- en regelgeving.

Absorptiecapaciteit

  • De Commissie meent dat de Unie voldoende absorptiecapaciteit heeft voor de toetreding van Albanië, gezien de beperkte impact die Albanië zou hebben op het EU-beleid.

Conclusie en aanbevelingen

  • De Commissie is van oordeel dat de toetredingsonderhandelingen met Albanië pas van start kunnen gaan, als aantoonbare voortgang is geboekt op onder meer de volgende beleidsterreinen:

  • verbetering van het functioneren van het parlement op basis van een betekenisvolle dialoog tussen de politieke partijen;

  • versterking van de wetgevende en toezichthoudende rol van het parlement;

  • aanpassing van het juridisch kader voor verkiezingen;

  • benoeming van een ombudsman;

  • professionalisering en depolitisering van het ambtenarenapparaat;

  • versterking van de onafhankelijkheid, efficiëntie en aansprakelijkheid van justitiële instellingen;

  • implementatie van wet- en regelgeving op het gebied van corruptiebestrijding;

  • opbouw van een geloofwaardige staat van dienst bij de bestrijding van georganiseerde misdaad;

  • bescherming van de rechten van vrouwen en minderheden,waaronder Roma

Follow-up

  • De Commissie zal zich in haar eerstvolgende uitbreidingspakket, dat in het najaar van 2011 zal verschijnen, uitspreken over de voortgang die Albanië op bovenstaande beleidsterreinen heeft geboekt en afhankelijk daarvan eventueel nieuwe stappen aanbevelen.

Oordeel kabinet

  • Het kabinet waardeert de heldere toon van het avis en sluit zich aan bij de kritische conclusies en aanbevelingen van de Commissie.

  • Het kabinet is teleurgesteld over het gebrek aan voortgang over de hele linie en zal de vorderingen van Albanië het komende jaar nauwlettend volgen. Het kabinet hecht er in het bijzonder aan dat Albanië in voldoende mate voldoet aan de politieke Kopenhagen-criteria, dat wil zeggen dat Albanië beschikt over stabiele instellingen die de democratie, de rechtsorde, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden waarborgen, alvorens nieuwe stappen in het toenaderingsproces tot de Unie aan de orde kunnen zijn. Het kabinet meent dat in dit verband dat Albanië de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie resoluut ter hand dient te nemen.

Bosnië-Herzegovina

Algemeen

  • In een kritisch getoonzette voortgangsrapportage constateert de Commissie dat Bosnië-Herzegovina het afgelopen jaar weinig voortgang heeft geboekt. De belangrijkste wapenfeiten zijn het voldoen aan de voorwaarden voor visumliberalisatie en een verbetering in de regionale verhoudingen. Daarnaast merkt de Commissie op dat de verkiezingen van oktober 2010 grotendeels in lijn met internationale standaarden zijn verlopen.

  • Met name het gebrek aan samenwerking tussen de politieke leiders van Bosnië-Herzegovina maar ook de ingewikkelde bestuursstructuur zijn mede debet aan de stagnatie. Met de Commissie meent het kabinet dat de Bosnische politici snel een nieuwe regering moeten vormen die zich inzet de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor EU-integratie.

Politiek, rechtsstaat en mensenrechten

  • De Commissie roept Bosnië-Herzegovina op de grondwet te wijzigen. Aanleiding hiervoor is onder meer de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in de Sejdic-Finci zaak, waarin werd geconstateerd dat uitsluiting van bevolkingsgroepen van verkiesbaarheid voor het presidentschap in strijd is met de Europese Conventie voor Mensenrechten. Het kabinet acht grondwetshervorming van groot belang om democratische principes en mensenrechten te verankeren.

  • Het openbaar bestuur is zwak. De bestuurlijke inrichting is gecompliceerd. De Bosnische leiders tonen naar het oordeel van het kabinet onvoldoende gezamenlijke visie over de toekomst van het land.

  • De rechtsstaat functioneert matig. Grootste uitdagingen zijn de verbetering van het juridisch systeem en de aanpak van corruptie en georganiseerde misdaad. De regering onderschrijft dit.

  • Ofschoon de Commissie tevreden is over de samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal, plaatst zij een kritische noot bij de berechting van oorlogsmisdadigers op lager niveau. De regering acht opsporing en berechting van alle oorlogsmisdadigers van groot belang.

  • De Commissie signaleert dat Bosnië-Herzegovina de voorwaarden voor visumliberalisatie voldoende heeft vervuld. De Raad heeft dan ook op 8 november besloten Bosnië-Herzegovina over te hevelen naar de lijst van landen waarvan de inwoners zonder visum in Schengengebied kunnen reizen voor een periode van 90 dagen.

Sluiting OHR

  • De Peace Implementation Council heeft vijf doelstellingen en twee voorwaarden 1 geformuleerd die moeten zijn vervuld, voordat het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger kan worden gesloten. Het laatste jaar is er nauwelijks tot geen voortgang geboekt op de twee resterende doelstellingen (met betrekking tot staatseigendom en defensiebezittingen).

  • Het kabinet onderstreept dat de aan de gestelde condities moet zijn voldaan, voordat het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger kan worden gesloten en verdere stappen naar de EU kunnen worden gezet.

Economische criteria

  • De economie van Bosnië-Herzegovina toonde gematigd herstel in 2010 na de recessie in 2009, voornamelijk dankzij de toegenomen buitenlandse vraag.

  • De werkloosheid bleef echter zeer hoog. De informele sector is een belangrijke uitdaging. Het slechte en sterk verdeelde onderwijssysteem ondermijnt het functioneren van de arbeidsmarkt.

  • Het ondernemersklimaat lijdt onder administratieve inefficiënties en het zwakke justitiële systeem. Het kabinet betreurt dat de inspanningen voor structurele hervormingen en transparante overheidsfinanciën niet optimaal zijn in Bosnië-Herzegovina. Onlangs is een aantal hervormingen doorgevoerd, onder druk van onder meer het IMF-programma. Desalniettemin blijft de kwaliteit van de overheidsfinanciën zwak.

  • De grote publieke sector drukt nog steeds zwaar op de economie, overheidsinterventie in de economie blijft hoog en het privatiseringsproces is vrijwel volledig geblokkeerd.

  • Bosnië-Herzegovina heeft weinig voortgang geboekt richting een functionerende markteconomie.

  • Het kabinet deelt het standpunt van de Commissie dat substantiële verdere hervormingen vereist zijn om het land op de lange termijn in staat te stellen zich te kunnen handhaven in de concurrerende economie van de EU.

Avis Montenegro

Kopenhagen-criteria

  • De Commissie constateert dat de inspanningen van Montenegro om te voldoen aan de politieke Kopenhagen-criteria en de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces heeft geleid tot versterking van het wettelijk kader. Een verdere verdiepingsslag kan echter nog worden gemaakt. De Commissie stelt vast dat Montenegro vooruitgang heeft geboekt bij de hervorming van de rechterlijke macht. Tegelijkertijd constateert zij dat het huidige systeem nog steeds te veel ruimte laat voor politieke beïnvloeding.

  • Ten aanzien van de economische criteria prijst de Commissie de vorderingen die Montenegro heeft gemaakt. Montenegro heeft een redelijke mate van macro-economische stabiliteit bereikt. Om echter een functionerende markteconomie te worden zijn structurele hervormingen nodig. Daarbij dient de nadruk te liggen op de versterking van de arbeidsmarkt en de rechtsstaat. Het verder institutionaliseren van onafhankelijk toezicht op de financiële sector is van het grootste belang voor economische stabiliteit en bestrijding van corruptie, mede gezien de nauwe verwevenheid tussen de bancaire sector en de politiek in Montenegro. Om in staat te zijn om zich te handhaven in de concurrerende Europese markt, moet Montenegro zijn fysieke infrastructuur en de kwaliteit van het arbeidsaanbod verbeteren.

  • Montenegro zou in de visie van de Commissie in staat zijn op het acquis communautaire grotendeels over te nemen, mits het voldoende aandacht besteedt aan de implementatie van wet- en regelgeving.

Absorptiecapaciteit

  • De Commissie is van oordeel dat de toetreding van Montenegro geen onverantwoorde wissel trekt op de absorptiecapaciteit van de Unie, gezien de beperkte impact die Montenegro zou hebben op het EU-beleid. Dit is overigens in de eerste plaats een gevolg van de beperkte bevolkingsomvang van Montenegro.

Conclusie en aanbevelingen

  • De Commissie beveelt op basis van de tot dusver geboekte resultaten aan dat de Raad Montenegro de status van kandidaat-lidstaat verleent.

  • De Commissie is van oordeel dat de toetredingsonderhandelingen met Montenegro echter pas van start zouden moeten gaan, als aantoonbare voortgang is geboekt op de volgende beleidsterreinen:

  • verbetering van het wetgevend kader voor verkiezingen;

  • professionalisering en depolitisering van het ambtenarenapparaat;

  • versterking van de onafhankelijkheid, efficiëntie en aansprakelijkheid van de zittende en staande magistratuur;

  • bestrijding van corruptie, zowel juridisch kader als uitvoering van beleid;

  • bestrijding van georganiseerde misdaad;

  • versterking van de vrijheid van de media;

  • implementatie van antidiscriminatiewetgeving, in het bijzonder ten aanzien van Roma.

Follow-up

  • De Commissie zal zich in haar eerstvolgende uitbreidingspakket, dat in het najaar van 2011 zal verschijnen, uitspreken over de voortgang die Montenegro op bovenstaande beleidsterreinen heeft geboekt en afhankelijk daarvan eventueel nieuwe stappen aanbevelen.

Oordeel kabinet

  • Het kabinet kan zich vinden in de aanbeveling van de Commissie Montenegro thans op basis van de geboekte vorderingen de status van kandidaat-lidstaat te verlenen. Montenegro heeft de nodige voortgang geboekt bij de hervorming van de rechterlijke macht en in de strijd tegen corruptie. Het land stelt zich daarnaast op als een constructieve en betrouwbare partner in de regio,

  • Het kabinet zal de vorderingen van Montenegro op de door de Commissie geformuleerde aandachtsgebieden nauwlettend volgen.

  • Het komend jaar krijgt de Montenegrijnse regering de tijd om een doorbraak te bereiken bij de oplossing van structurele problemen die de vooruitgang van het land tegenhouden. Het kabinet is van oordeel dat voor succes politieke wil, versterking van bestuurlijke capaciteit en een aanhoudende strijd tegen corruptie vereist zijn.

  • Politieke wil is een voorwaarde voor verbetering van de controle op de regering door het parlement, depolitisering van het ambtenarenapparaat en doorvoering van een volledige scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

  • Een tweede belangrijke voorwaarde voor het bereiken van een doorbraak is versterking van de bestuurlijke capaciteit. De noodzaak van cursussen aan rechters over het belang van integriteit en het zigzagbeleid over de mogelijkheid om het Montenegrijns staatsburgerschap te kopen zijn illustratief voor het dunne ijs waarover Montenegro schaatst.

  • Ten slotte is een mentaliteitsverandering nodig. Het kabinet dringt er bij de Montenegrijnse autoriteiten op aan een einde te maken aan de verwevenheid tussen persoonlijke en staatsbelangen.

Servië

Algemeen

  • De Commissie toont zich, net als in 2009, positief over de voortgang op het EU-uitbreidingsspoor. In de visie van het kabinet zijn de grootste uitdagingen voor Servië: volledige samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal, juridische hervormingen, de aanpak van corruptie en georganiseerde misdaad, mediavrijheid en -pluriformiteit en bescherming van mensenrechten.

  • Het kabinet is positief over de stappen die Servië heeft gezet om de relaties met Kroatië en Bosnië-Herzegovina te verbeteren en in het reine te komen met zijn verleden. Servië zal de bereidheid tot een dialoog met Kosovo nu ook in de praktijk moeten brengen.

  • In 2010 besteedt de EU via IPA een bedrag van € 174,5 miljoen in Servië. Van dit bedrag wordt 43 % besteed aan projecten op het terrein van de economische criteria voor lidmaatschap, 35 % aan de politieke criteria, en 22 % wordt besteed aan de overname van EU-regelgeving.

Politiek, rechtsstaat en mensenrechten

  • Het kabinet deelt de kritiek van de Commissie op het proces van juridische hervormingen in Servië. Zo is de herbenoemingsprocedure van alle rechters en aanklagers op een niet-transparante manier verlopen. Servië dient alsnog de aanbevelingen van de Europese Commissie en de Raad van Europa op dit terrein onverkort op te volgen.

  • In de strijd tegen corruptie zijn aanvullende inspanningen vereist. De aanpak van corruptie dient zich in de visie van het kabinet te richten op onder meer partijfinanciering, ambtenarij en controle op aanbestedingen. Onafhankelijke instellingen zoals het Anticorruptie-agentschap moeten worden versterkt.

  • De strijd tegen georganiseerde misdaad wordt stevig ter hand genomen en heeft geresulteerd in een reeks van arrestaties, gevangenisstraffen en regionale uitleveringsverdragen. Tegelijkertijd moet Servië de capaciteit van onderzoeksteams verder versterken en grenscontroles en samenwerking tussen politie, openbaar ministerie en rechtbanken verder verbeteren.

  • De Commissie schetst een gemengd beeld over de voortgang op mensenrechtengebied. Voor het eerst hebben verkiezingen voor minderheidsraden plaatsgevonden, maar het proces is niet vlekkeloos verlopen. Het is nu van belang dat deze raden hun nieuwe bevoegdheden gebruiken om de positie van minderheden te verbeteren. De strategie voor verbetering van de positie van Roma heeft vooralsnog tot onvoldoende resultaten geleid.

  • De regering waardeert de inzet van de Servische regering om de Gay Pride Parade in oktober 2010 door te laten gaan, maar constateert wel dat aan de maatschappelijke acceptatie van homoseksuelen nog veel moet verbeteren. Zij moedigt Servië aan de getoonde daadkracht ook op andere mensenrechtengebieden te laten zien.

  • Het kabinet roept Servië op de persvrijheid, pluriformiteit en professionaliteit van de media te vergroten en de invloed van de regering op de media te verminderen.

Samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal

  • De Commissie stelt in haar rapport dat Servië actief samenwerkt met het ICTY. De Nederlandse regering meent dat Servië volledig moet samenwerken met het ICTY en de aanbevelingen uit het rapport van de hoofdaanklager moet opvolgen. De regering wacht de volgende rapportage ter zake van hoofdaanklager Brammertz aan de Veiligheidsraad af.

Nabuurschapsbetrekkingen

  • Bij de AVVN-resolutie over de status van Kosovo die in september 2010 werd aanvaard heeft president Tadic een pro-Europese lijn gekozen en zich bereid getoond tot een dialoog met Kosovo over praktische vormen van samenwerking. De EU heeft aangeboden deze dialoog te faciliteren.

  • Het kabinet meent dat deze dialoog zo snel mogelijk moet beginnen. De Commissie stelt terecht dat Servië een constructievere houding jegens Kosovo moet aannemen bij regionale handel en samenwerking. Servië wordt aangespoord beter samen te werken met de EU Rule of Law-missie in Kosovo (EULEX) in het noorden van Kosovo.

  • De Commissie merkt op dat Servië streeft met het eigen verleden in het reine te komen en gebaren van verzoening maakt naar Kroatië en Bosnië-Herzegovina. In maart 2010 nam het Servische parlement een resolutie aan waarin het de misdaden tegen de Bosnische moslims in Srebrenica veroordeelt en medeleven en spijt betuigt aan de slachtoffers en nabestaanden. Ook nam president Tadic op 15 juli deel aan de 15-jarige herdenking in Srebrenica. Daarnaast bezocht Tadic op 4 november de Kroatische stad Vukovar en betuigde daar spijt voor de moord op circa 200 Kroatische ziekenhuispatiënten in 1991.

  • Het kabinet spreekt zijn waardering uit voor deze stappen en moedigt Servië aan de weg naar regionale verzoening voort te zetten. Het kabinet benadrukt daarbij dat goed nabuurschap voorwaarde is voor toetreding tot de EU.

Economische criteria

  • Volgend op een hevige recessie als onderdeel van de mondiale crisis, zag Servië haar economie geleidelijk stabiliseren dankzij een IMF-programma met steun van de EU en de Wereldbank. Vanaf de eerste helft van 2010 begon de economie weer wat aan te trekken, maar het herstel verloopt nog langzaam en voorzichtig.

  • De overheidsfinanciën verslechterden verder ondanks begrotingsaanpassingen. Een belangrijke stap in het verbeteren van de overheidsfinanciën was het aanpassen van de begrotingswetten en van het pensioenrecht, al blijft dat laatste een molensteen om de nek van de lopende begroting.

  • Servië heeft weinig voortgang geboekt richting een functionerende markteconomie en heeft helaas de hervormingen om de grootste structurele tekortkomingen aan te pakken opnieuw uitgesteld. Met name privatiseringen (van staatsbedrijven) zijn opnieuw vertraagd vanwege ongunstige marktomstandigheden. Ook is de arbeidsmarkt verder verslechterd. Het ondernemersklimaat blijft belemmeringen ondervinden van administratieve lasten en matige rechtszekerheid.

  • Het kabinet deelt het standpunt van de Commissie dat Servië meer inspanningen moet verrichten wat betreft het herstructureren van de economie, zodat het zich op de middellange termijn staande kan houden in de concurrentie van de Europese markt.

Kosovo

Algemeen

  • In haar conclusies toont de Commissie zich redelijk positief over de ontwikkelingen in Kosovo. De Commissie wijst erop dat de lokale verkiezingen eind 2009 ordelijk zijn verlopen, het decentralisatieproces grote vorderingen heeft gemaakt en de samenwerking met de EU Rule of Law-missie EULEX is verbeterd. De Commissie stelt dat de regering haar capaciteit heeft versterkt om de Europese agenda en het hervormingsbeleid uit te voeren.

  • De details in het voortgangsrapport schetsen echter een beeld van beperkte vooruitgang. Het kabinet is om die reden kritischer dan de Commissie. Kosovo boekt te weinig vooruitgang. De rechtsstaat functioneert nog lang niet naar behoren en Kosovo zal nog beter met EULEX moeten samenwerken. Corruptie en georganiseerde misdaad moeten resoluut worden aangepakt.

Politiek, rechtsstaat en mensenrechten

  • De Commissie stelt dat Kosovo hervormingen van de publieke sector, rechtsstaat en rechterlijke macht moet doorvoeren en corruptie, georganiseerde misdaad en het witwassen van geld voortvarend moet aanpakken. De informatie-uitwisseling tussen politiediensten is daarnaast voor verbetering vatbaar.

  • Daarnaast moet Kosovo aandacht blijven besteden aan de dialoog en verzoening tussen bevolkingsgroepen en aan de bescherming en integratie van minderheden, vooral de Servische minderheid in het noorden en de Roma. Het kabinet onderschrijft deze punten volledig.

Regionale betrekkingen

  • Kosovo moet zich constructief blijven inzetten voor goede nabuurschapsbetrekkingen, waaronder de dialoog met Servië, en deelname van Kosovo in regionale samenwerkingsverbanden.

Voorstellen Commissie handel, visa en deelname aan EU-programma’s

  • De Commissie verwijst naar haar Mededeling uit 2009 (‘Kosovo – Fulfilling its European Perspective’) en herinnert aan haar aanbevelingen, zoals onderschreven in de raadsconclusies uit december 2009, voor handel, visumverlening en deelname van Kosovo aan EU-programma’s.

  • De Commissie zal binnenkort een mandaat voorstellen voor onderhandelingen voor een handelsakkoord met Kosovo en voor deelname van Kosovo aan programma’s van de EU. Kosovo maakt volgens de Commissie goede voortgang bij migratie, waaronder de aanname van wetten over terug- en overname en een actieplan voor de re-integratie van teruggekeerde vluchtelingen. De Commissie stelt voor om, in lijn met de afspraken zoals vastgelegd in de raadsconclusies van december 2009 2 , op korte termijn van start te gaan met een visumdialoog.

  • Het kabinet kan zich vinden in de voorstellen van de Commissie voor handel en deelname aan EU-programma’s. Het kabinet meent dat er geen sprake kan zijn van snelle voortgang naar visumliberalisatie, zolang het justitiële stelsel in Kosovo nog forse tekortkomingen laat zien. De voorziene dialoog kan in de ogen van het kabinet pas starten, als Kosovo heeft aangetoond aan de basisvoorwaarden hiervoor te voldoen. Voortgang dient plaats te vinden op basis van concrete resultaten, zonder vaste tijdpaden. De dialoog dient te worden gevoerd op basis van de daarvoor geldende conditionaliteiten ten aanzien van onder meer documentveiligheid, visumbeleid, asiel, migratie en re-admissie, publieke veiligheid, juridische samenwerking en bescherming van gegevens. De Commissie dient een stappenplan voor deze dialoog uit te werken.

Economische criteria

  • De impact van de financiële en economische crisis in Kosovo is beperkt geweest. Het reële Bruto Binnenlands Product is blijven stijgen, voornamelijk vanwege overheidsbestedingen.

  • Het kabinet betreurt de beperkte vooruitgang die Kosovo in de afgelopen periode heeft gemaakt richting een functionerende markteconomie.

  • De Kosovaarse economie blijft hierdoor kwetsbaar. De nog steeds door diverse landen betwiste status leidt er verder toe dat vele potentiële investeerders terughoudend zijn.

  • Niet altijd consistent overheidsbeleid en onzekerheid over eigendomsrechten zijn evenmin bevorderlijk voor het vertrouwen in de economie.

  • Nederland deelt de opvatting van de Commissie dat substantiële hervormingen en investeringen nodig zijn om de Kosovaarse economie zodanig te versterken dat het zich op termijn kan handhaven in de concurrentie van de Europese markt.

1 Doelstellingen: 1) verdeling van staatseigendom; 2) oplossing voor defensiebezittingen; 3) duurzame regeling voor de status van Brcko; 4) akkoord over verdeling van de belastinginkomsten; 5) werkende rechtsstaat. Voorwaarden zijn: ondertekening van de SAO en een positieve beoordeling van de politieke situatie.

2 “ The Council stresses that Kosovo should also benefit from the perspective of eventual visa liberalisation once all conditions are met and invites the Commission to move forward with a structured approach to bring the people of Kosovo closer to the EU.”