Heropening Dordrechts Museum
Op zaterdag 27 november 2010 kon het Dordrechts Museum na een verbouwing van ongeveer twee jaar officieel worden heropend door staatssecretaris Halbe Zijlstra.
· “Nog nooit zó veel, zó mooi en zó spannend.” De slogan van de openingscampagne waarmee deze feestelijke dag is voorbereid, straalt plezier, opwinding en belofte uit. Dáár gaat het gebeuren, dáár moet je bij zijn, dát moet je gezien hebben, dát mag je niet missen. Directeur Peter Schoon zorgde samen met zijn medewerkers voor ‘rumour around the brand’, zoals dat in marketingjargon heet.
· De aanloop naar deze opening, de positionering en presentatie, de manier waarop media werden ingezet om toekomstige bezoekers alvast warm te maken voor dit nieuwe aanbod: uit die activiteiten spreekt een moderne, marktgerichte aanpak. Cultureel ondernemerschap in optima forma.
· Uw museum denkt in termen van kwaliteit, doelgroepen, vraag & aanbod en unique selling points. U kiest in uw communicatie voor een onorthodox beeld, omdat u duidelijk wilt maken dat u nieuw bent, en ánders. Hier is geen sprake van een museumbezoek, maar van een museumbelevenis. Dit is geen museum in de traditionele betekenis van het woord, maar een culturele ontmoetingsplek.
· U probeert de banden met het publiek aan te halen door iedereen deelgenoot te maken. Alle inwoners van Dordrecht krijgen de boodschap dat het hún museum is, dat hier hún erfgoed hangt. En dat dit een collectief bezit is van heel Dordrecht, waar álle Dordtenaren trots op mogen zijn. Het museum zorgt goed voor dit waardevolle bezit, maar het is in feite eigendom van de bezoekers. U geeft het publiek de hoofdrol.
· Ook uw nieuwe multimediasysteem is helemaal vanuit de wensen van het publiek bedacht. Bezoekers kunnen hun eigen profiel aanmaken op basis van hun eigen interesses. Uw museum geeft dan een persoonlijke, op het lijf geschreven routing. Een mooie, publieksvriendelijke innovatie.
· Overal in de stad zie je opvallende posters hangen met de kopregel ‘Wie kust mij wakker’. De ogen van de geportretteerden zijn gesloten, maar toch is dit kunst met een knipoog. Dit spreekt een breed publiek aan.
· Iedereen is uitgenodigd. Om de drempel zo laag mogelijk te houden en om heel Dordrecht mee te laten vieren, is uw museum morgen gratis te bezichtigen. En bij alle huishoudens in de stad bezorgt u een gezinskaart, waarmee de bewoners van dat adres tot en met het eind van dit jaar een gratis bezoek aan het museum kunnen brengen. Tja, wie dan nog niet wil... die moet het zelf maar weten.
· Het betrekken van het publiek bij de activiteiten van uw museum past in uw Dordtse museumtraditie. Zo organiseerde u in 2008 een publieksactie om geld in te zamelen voor de aankoop van het schilderij ‘Gezicht op Dordrecht’ onder het motto ‘Geef Dordrecht zijn gezicht terug’. Dit doek behoorde al eerder tot uw vaste collectie, maar in 2005 moest het worden overgedragen aan de erven Goudstikker, de rechtmatige eigenaren. U wilde het terugkopen, want volgens u was dit schilderij, ik citeer: ‘een stukje Dordts erfgoed dat voor de stad behouden moet blijven.’ U kreeg bijdragen van verschillende Fondsen en van het rijk, en met uw publieksactie haalde u bijna 500.000 euro op bij Dordtenaren en het lokale bedrijfsleven. Bij elkaar was het genoeg om het schilderij weer terug te laten komen.
· Dit bewijst dat u bij de bewoners van deze stad een breed draagvlak heeft: niet alleen voor zo’n aankoop, maar ook voor uw museum. Om het met de woorden van uw directeur Peter Schoon te zeggen: “Deze actie bracht ons meer dan het schilderij: we kregen daarmee ook extra betrokkenheid en goodwill van de Dordtse bevolking.” De waarde daarvan is eigenlijk niet in geld uit te drukken.
· Het tekent uw gedachte over de plaats van een museum in de samenleving, dat de eerste tijdelijke expositie in uw nieuwe vleugel gewijd is aan Verzamelaars in Dordrecht. Toen uw museum in 1904 neerstreek op zijn huidige plek, waren het de particuliere verzamelaars die hun kunstcollecties beschikbaar stelden voor een speciale tentoonstelling. En ook nu weer zijn hun collecties te bewonderen in een expositie. Een tentoonstelling die niet alleen mooie schilderijen presenteert, maar daarmee ook de hechte band tussen verzamelaars en het museum laat zien.
· Particulier initiatief en eigen verantwoordelijkheid, zelf het heft in handen nemen vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid voor ons erfgoed. U sluit hiermee aan bij de visie van dit kabinet, dat particulieren aanmoedigt om cultuur te ondersteunen. In de uitdaging om zoveel mogelijk mensen bij cultuur te betrekken, moet de cultuursector die support ook actief zoeken bij cultuurliefhebbers, bij mensen die een hart hebben voor ons cultureel erfgoed. En dat is precies wat u hier in Dordrecht doet, en daarmee geeft u het goede voorbeeld aan heel Nederland.
· Ik ben overigens ook heel benieuwd naar uw tijdelijke expositie in de projectsalon, over de gebroeders De Witt. Ik ben later heel wat anders gaan studeren, maar op de middelbare school was geschiedenis mijn lievelingsvak. En het verhaal over de twee in Dordrecht geboren broers Johan en Cornelis de Witt maakte toen een diepe indruk op mij. Waarschijnlijk ook door het plaatje in het geschiedenisboek van het roemruchte schilderij, waarop je hun lijken ziet hangen, als geslachte varkens.
· In Den Haag kun je nog altijd de duim en de tong van de gewezen staatsmannen bekijken in het Haags Historisch Museum - bij het Binnenhof om de hoek. Een luguber schouwspel, dat past bij de manier waarop de Dordtse broers in de Hofstad aan hun einde zijn gekomen. Ik heb het nog eens opgezocht wat er precies is gebeurd, hou u vast: ze zijn geveld door een nekschot, ontkleed, ondersteboven opgehangen, ontmand en ten dele opgegeten. Dat komt zelfs niet in de búúrt van de geest van de Geneefse Conventie. Maar gelukkig kreeg Nederland sindsdien meer beschaving, die is inmiddels zelfs gered.
· Maar als er iets is wat dit voorbeeld duidelijk maakt, dan is het wel hoe ons erfgoed beklijft. Het laat zien waar we vandaan komen, wie we nu zijn, en hoe dat allemaal zo gelopen is. Die geschiedenis, die kunst en cultuur, dat zijn wij. En dit nieuwe Dordrechts Museum, dat is van ons: van alle Nederlanders, en van de Dordtenaren in het bijzonder.
· Ik dank u wel.