Kabinet maakt scherpe keuzes in ontwikkelingssamenwerking
Minder landen, meer focus en een forse ombuiging. Dat is de kern van de kabinetsplannen voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Knapen ingestemd met toezending van een brief aan de Tweede Kamer over dit onderwerp. Het beleid zal zich richten op die gebieden waar Nederland internationaal verschil kan maken en waarmee tegelijk een nationaal belang wordt gediend.
In het regeerakkoord zijn stevige bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking opgenomen. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) wordt in 2011 € 400 miljoen lager. Daarnaast kiest het kabinet ervoor binnen het budget extra geld vrij te maken voor nieuwe beleidskeuzes. De structurele bezuiniging op het ODA-budget loopt op tot € 810 miljoen in 2015. Bezuinigingen worden vooral gevonden bij uitgaven voor sectoren als onderwijs en gezondheidszorg. Met een budget van 0,7% BNP handhaaft Nederland zich in de kopgroep van donorlanden en houdt het zich aan internationale afspraken.
Het kabinet kiest voor de volgende vier thema's: voedselzekerheid, water, veiligheid en rechtsorde in fragiele staten, en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten. Binnen deze thema's ligt de nadruk op economische ontwikkeling en het bevorderen van ondernemerschap. Het kabinet wil van hulp naar investeren en wil daartoe meer gebruikmaken van Nederlandse kennis en kunde. Ook zal het inzetten op samenwerking via het bedrijfsleven om zijn doelstellingen te behalen en de effectiviteit te vergroten. De thema's sluiten aan op de Millennium Ontwikkelingsdoelen en de aanpak van mondiale kwesties, de zogenoemde Global Public Goods.
Verder zal bezuinigd worden op het aantal partnerlanden. In de komende periode gaat het aantal partnerlanden van 33 naar in elk geval minder dan 16. Daarmee wordt het Nederlandse ontwikkelingsbeleid minder versnipperd en effectiever.
De brief aan de Tweede Kamer legt een fundament voor het nieuwe beleid, waarbij het in januari 2010 gepubliceerde rapport Minder pretentie, meer ambitie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) als leidraad heeft gediend. De precieze invulling van het beleid volgt in de officiële kabinetsreactie op het WRR-rapport en in een nadere uitwerking in de eerste helft van 2011. Zeker is wel dat het 3D-programma (Defense, Diplomacy, Development) zal worden voortgezet, de financiële ruimte voor het bieden van noodhulp ongewijzigd blijft en het beleid met betrekking tot begrotingssteun zal worden herzien.