Rijkswaterstaat is best aardig voor bouwbedrijven

Rijkswaterstaat is wat betreft de risicoverdeling in DBFM-contracten ‘best aardig’ voor haar opdrachtnemers. Die uitspraak van de Duitse sprekers op het European Society of Construction Law-congres op 15 oktober 2010 is Cynthia Sewbalak in het bijzonder bijgebleven. De topadviseur van de PPS Kennispool blikt terug op het congres, waar internationale bouwjuristen de Nederlandse D&C- en DBFM-standaardcontracten onder de loep namen.

'Indrukwekkend om te zien hoeveel internationale sprekers er gestrikt waren', begint Cynthia. 'Dat geeft blijk van de goede internationale contacten die de organisator van het congres - Instituut Bouwrecht - heeft. Ik vond het een zeer geslaagde dag met een grote opkomst, interessante onderwerpen en veel diepgang.'

Lijstrisico's mooi instrument

Diepgang was er bijvoorbeeld over de risicoverdeling in DBFM-contracten. Een spreker uit Duitsland gaf aan dat hij de Nederlandse lijstrisico-systematiek een mooi instrument vindt om over de risicoverdeling te praten. Hij onderschreef het uitgangspunt: de risico's daar neer te leggen waar ze het beste beheerst kunnen worden.

Best aardig

De Duitse sprekers, opererend aan opdrachtnemerszijde, signaleerden ook dat Rijkswaterstaat in de uiteindelijke toewijzing van de risico's 'best aardig is' voor haar opdrachtnemers. Een interessante uitspraak, aangezien er onder bouwbedrijven gemengde gevoelens bestaan over de Nederlandse lijstrisico-systematiek.

Ervaringen delen

Cynthia had nog wel meer van deze waardevolle feedback op onze DBFM-contracten willen ontvangen. 'Je merkte dat er vooral veel traditionele bouwjuristen aanwezig waren, voor wie DBFM-contracten nog geen gemeengoed is. Nuttig was daarom de oproep van Jan van Schoonhoven (directeur PPS Kennispool) om het DBFM-gedachtengoed internationaal verder te verspreiden en ervaringen te delen. Hij benadrukte de meerwaarde in tijd en geld van deze contractvorm.'

Dienstencontract

Jan van Schoonhoven constateerde verder dat in de huidige bouwrechtpraktijk, DBFM-contracten vooral worden benaderd als traditionele werkencontracten, met de oplevering van een werk of product. En dat terwijl DBFM veel meer een dienstencontract is, waarbij de opdrachtgever vraagt om beschikbaarheid. Dat vereist een omslag in de bouwrechtpraktijk. Onze directeur vroeg de aanwezige bouwjuristen om hierover mee te denken.

Contractwijzigingen?

Of het congres tot concrete contractwijzigingen gaat leiden, kan Cynthia nog niet aangeven. Het wachten is op een publicatie met alle gebundelde commentaren, die naar verwachting in december 2010 verschijnt. Voor mij persoonlijk heeft het congres in ieder geval een aantal eye-openers opgeleverd die ik zeker zal meenemen.

Meer weten?

Neem contact op met de PPS Kennispool via pps@rws.nl

Bron:GWW-nieuwsbrief, Rijkswaterstaat