Streep door taakstraf bij ernstige zeden- en geweldsmisdrijven

Minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie willen dat er nooit meer een taakstraf kan worden opgelegd bij ernstige zeden- en geweldsmisdrijven.

Vandaag dienen zij daarvoor een nota van wijziging in bij de Tweede Kamer. Opstelten en Teeven vinden de taakstraf geen geschikte straf voor deze misdrijven, wel voor naar verhouding lichte strafbare feiten.

Ernstige zeden- en geweldsmisdrijven zijn niet alleen zeer ingrijpend en traumatisch voor de slachtoffers en hun naaste omgeving, met name als het toegebrachte leed onherstelbaar is, maar zij raken ook in brede zin het vertrouwen in de rechtsorde en de veiligheidsbeleving van burgers. De bescherming van de samenleving tegen de daders maakt toereikende straffen en maatregelen daarom noodzakelijk.

Het besluit gaat verder dan het wetsvoorstel dat het vorige kabinet in 2009 bij de Tweede Kamer indiende om taakstraffen bij ernstige zeden- en geweldsmisdrijven in te perken. In die regeling is een taakstraf nog mogelijk in combinatie met een (voorwaardelijke) vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel. Daar zetten de bewindslieden nu een streep door.

Veroordeelde verplicht achter tralies

Ook wordt het openbaar ministerie straks verplicht een veroordeelde achter de tralies te zetten als die de taakstraf helemaal niet of slecht uitvoert. Nu staat nog in de wet dat het openbaar ministerie de zogeheten tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis kan bevelen. De bewindslieden vinden dat het niet aan het openbaar ministerie is om van een dergelijk bevel af te zien. Deze aanscherping vloeit voort uit het regeerakkoord.

Als er vanwege uitzonderlijke omstandigheden goede redenen zouden zijn waarom de veroordeelde zijn taakstraf niet (naar behoren) heeft verricht, dan kan hij een bezwaarschrift tegen het bevel van het openbaar ministerie indienen bij de rechter.