Reactie na ontvangst rapport Levensmiddelenindustrie ‘De Stille Kracht
Reactie van Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Maxime Verhagen, na ontvangst van rapport van de High Level Group Levensmiddelenindustrie ‘De Stille Kracht’, op 18 november 2010 in Den Haag
Mijnheer (Freek) Rijna, dames en heren,
Allereerst natuurlijk dank voor dit rapport met die intrigerende titel.
Moest meteen denken aan boek van Louis Couperus. Natuurlijk door de titel, maar ook door een scene die speelt in het huis van secretaris Onno Eldersma. In die scene wordt na het diner een tafeldans gehouden. Daarbij experimenteren de gasten met het oproepen van geesten. De gasten krijgen door middel van het tikken van de tafelpoten boodschappen door over gebeurtenissen in de toekomst: ‘Het volgende jaar ontzettende oorlog tussen Europa en China’ en ‘Gevaar in Laboewangi: opstand binnen twee maanden’.
Dit rapport kijkt ook vooruit: naar 2028. Maar duidt de titel De Stille Kracht erop dat u spoken ziet, net als de dinergasten van Onno Eldersma?
Of slaat de Stille Kracht op de concurrentiekracht van onze soms te bescheiden Nederlandse levensmiddelindustrie?
Dan is die stilte vandaag doorbroken. Met dit rapport.
In 80 pagina’s beschrijft u ‘de route voorwaarts’, de route die de levensmiddelindustrie moet bewandelen om in 2028 te behoren tot de wereldtop. Om uit te blinken in kennis. In innovatie. En in duurzaamheid.
Uw aanpak spreekt deze minister en de Nederlandse regering erg aan. U leunt niet zelfgenoegzaam achterover, u gaat ook niet zitten wachten op de overheid. Dit rapport is een initiatief van de sector zelf. U neemt het voortouw. U anticipeert op uitdagingen. U bundelt de krachten. En dat is te prijzen!
Deze aanpak sluit naadloos aan bij de ambities van de regering om van Nederland een toonaangevend land te maken met topgebieden, topbedrijven en een uitmuntend innovatie- en vestigingsklimaat. Met de agro-food sector als een van de negen topgebieden waar het kabinet en het nieuwe ministerie van EL&I met kracht op gaat inzetten.
Ik wil kort ingaan op de zes doelstellingen waaraan de levensmiddelenindustrie zich committeert. Want u vraagt daarbij ook steun van de overheid.
Ten eerste wilt u blijvend investeren in de concurrentiekracht van de levensmiddelenindustrie. Eens! We moeten zorgen dat de voedingsindustrie haar concurrentiekracht behoudt. En versterkt.
Het kabinet gaat daarvoor de voorwaarden scheppen. Enerzijds door extra in te zetten op de agro-food sector als topgebied, anderzijds door het innovatiebeleid van de verschillende ministeries beter te coördineren. Ik heb nu doorzettingsmacht voor het innovatiebeleid – en waar nodig ga ik die macht gebruiken!
Ten tweede vraagt u om behoud van een kerndomein toegewijd aan de agro-food keten. Ik zou zeggen: u bent op uw wenken bediend met het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie! Hiermee zijn alle beleidsterreinen die voor uw sector van belang zijn, onder één dak gebracht.
Drie: open handel en grondstof zekerheid. Daar heeft u als groot importeur en grootste exporteur van Europa veel belang bij. U kunt op staatssecretaris Bleker en mij rekenen. Wij zetten ons binnen de EU en de WTO in voor open grenzen en een eerlijk speelveld. En we komen via economische diplomatie op voor de belangen van internationaal opererende bedrijven.
Ten vierde wilt u inspelen op maatschappelijke uitdagingen als gezondheid en duurzaamheid. [Grote uitdagingen waar industrie, kennisinstellingen en overheden samen oplossingen voor moeten vinden. Alleen in Nederland worden de kosten van dieetgerelateerde chronische ziekten als hart- en vaatziekten en obesitas, geschat op 4,8 miljard euro per jaar [cijfer 2003]. Terwijl we drie aardes nodig zouden hebben om in 2050 negen miljard mensen te voeden met een westers vleesrijk dieet.]
Prachtig dat u als sector in 2015 koploper duurzaamheid wilt zijn in Europa! Steeds meer bedrijven beseffen dat ze zich met duurzame grondstoffen en productiewijzen kunnen onderscheiden op de wereldmarkt. Zie de intentieverklaringen voor de verduurzaming van koffie, cacao en palmolie.
Goed ook dat de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie samen met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel ook bereid is boter bij de vis te doen. Door fors mee te investeren in het onderzoek naar verduurzaming van het Top Institute Food and Nutrition. Wij zijn daarin partners, want EL&I financiert mee.
Ten vijfde wilt u dat de levensmiddelenindustrie veel meer gaat doen aan innovatie. Dat past prachtig in mijn beleid, met voeding als topgebied. Meer geld kan ik u niet beloven, wel krachtige steun voor bedrijven met lef en ambitie. Krachtige steun om te zorgen dat wij aan de Europese top komen en blijven. Met onder meer leningen en garanties uit een revolving fund voor innovatie. Met intensieve samenwerking binnen ‘de gouden driehoek’ van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen.
EL&I heeft al 100 miljoen euro toegezegd om het innovatieprogramma Food and Nutrition tot en met 2014 voort te zetten. Onder meer voor het Top Institute Food and Nutrition. Daar nemen nu tien voedingsbedrijven uit binnen- en buitenland aan deel, waarvan zes uit de wereld top-30, drie brancheorganisaties en vijf leidende kennisinstellingen. Dat zet Nederland internationaal op de kaart als kennis- en innovatieland voor voeding! Daarom kiest Danone ervoor om onderzoek en ontwikkeling in Nederland te doen!.
Ten slotte vraagt u de overheid om samen met de sector te zorgen voor een aantrekkelijker vestigingsklimaat. Ook hier vindt u in mij een bondgenoot. Dit kabinet zet het mes in de bureaucratie, verlaagt de vennootschapsbelasting en maakt onderzoek en innovatie fiscaal aantrekkelijker. Tegelijkertijd is onze Strategische Acquisitie Unit bezig om leidende buitenlandse bedrijven uit de voedingssector naar Nederland te trekken.
Mijnheer Rijna, dames en heren, dit ambitieuze rapport krijgt begin volgend jaar nog een ambitieus antwoord in de vorm van een strategische bedrijfslevenbrief. Die zal de contouren schetsen van mijn beleid voor de topgebieden en een beter ondernemings- en vestigingsklimaat.
Ik ben het eens met uw conclusie: het is tijd om in actie te komen en kansen te grijpen. Deze zomer gaat u concreet aangeven hoe u als sector aan de Europese top gaat komen en blijven. Ik zie er naar uit!
Dank u.