Milieuzone effectief middel in strijd verbetering luchtkwaliteit binnensteden

Het instellen van een milieuzone blijft één van de meest effectieve verkeersmaatregelen in binnensteden voor de verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Het milieueffect van de  tijdelijke sloopregeling voor personen- en bestelauto’s is minder dan verwacht als het gaat om de vermeden uitstoot van fijn stof en NOx. Maar de vermeden CO2-uitstoot was daarentegen hoger dan verwacht, doordat veel sloopauto’s werden vervangen door zuinige nieuwe personenauto’s. Daarmee heeft de sloopregeling een bijdrage geleverd aan het milieubeleid. Dat schrijft staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) 18 november 2010 in een brief aan de Tweede Kamer.

83.000 voertuigen gesloopt

In het kader van de tijdelijke sloopregeling voor auto’s, die vanaf eind mei 2009 voor een periode van 11 maanden in werking is geweest, zijn ruim 83.000 voertuigen gesloopt en vervangen door schonere voertuigen. Met de regeling werd allereerst beoogd in een moeilijke financiële periode ondersteuning te bieden aan de autobranche. Tegelijkertijd kon door de sloopregeling de schadelijke uitstoot van het verkeer worden verminderd. Het milieueffect van de sloopregeling was minder dan verwacht: de vermeden uitstoot van fijn stof en NOx bedroeg 14% resp. 40% van de verwachte vermeden uitstoot. Dat komt onder meer doordat veel minder dieselpersonenauto’s en bestelauto’s voor de sloop of vervanging zijn aangeboden dan verwacht. Maar de vermeden CO2-uitstoot was hoger dan verwacht doordat in de praktijk veel sloopauto’s werden vervangen door (zeer) zuinige nieuwe personenauto’s. Atsma concludeert dan ook dat de sloopregeling heeft voldaan aan de doelen van de Crisis- en Herstelwet en heeft bijgedragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit.

Resultaten effectstudie milieuzones

De concentratie NO2 kan door het instellen van een milieuzone naar beneden worden gebracht. Dat geldt ook voor de concentratie fijn stof. Het luchtkwaliteitseffect  is echter  minder groot dan eerder verwacht. Dat komt onder andere doordat er sprake is van minder NOx- en NO2-emissiereductie voor Euro-V vrachtauto’s dan verwacht. Een andere oorzaak voor het geringere effect is het lagere aantal vrachtwagens dat per etmaal in een straat rijdt. Ook het relatief hoge aantal ontheffingen dat wordt verleend en het aantal overtreders speelt een rol. Het percentage vrachtauto’s in milieuzones dat niet aan de gestelde emissie-eisen van de milieuzone voldoet is in 2010 gemiddeld 25%. Dat is de helft van het aantal vrachtauto’s in binnensteden zonder een milieuzone. Dat betekent dat het instellen van een milieuzone een bijdrage levert aan het schoner maken van het wagenpark. Daarom is het instellen van een milieuzone een maatregel die de luchtkwaliteit en de volksgezondheid verbetert. Milieuzones dragen bij aan de oplossing van lokale luchtkwaliteitsknelpunten, aldus Atsma.

Achtergrond

De milieuzone voor vrachtauto’s is één van de lokale maatregelen om op tijd aan de Europese eisen voor de luchtkwaliteit te kunnen voldoen, zoals is afgesproken in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Inmiddels zijn meerdere steden milieuzones voor vrachtauto’s ingesteld, namelijk in Amsterdam, Breda, Delft, Den Haag, Eindhoven, Den Bosch, Leiden, Maastricht, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en onlangs nog Rijswijk.  Arnhem overweegt nog om een milieuzone in te voeren.
Alleen vrachtauto’s met een Euro IV motor of hoger of met een Euro III motor met gecertificeerd roetfilter en jonger dan 8 jaar mogen een milieuzone binnen.