Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Dikkers en Van Dam, Voordewind, Irrgang, El Fassed en Ouwehand over het schenden van het wapenembargo door China

Geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Dikkers en Van Dam (PvdA), Voordewind (ChristenUnie), Irrgang (SP), El Fassed (GroenLinks) en Ouwehand (PvdD) over het schenden van het wapenembargo door China. Deze vragen werden ingezonden op 26 oktober 2010 met kenmerk 2010Z15252.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Dikkers en Van Dam (PvdA), Voordewind (ChristenUnie), Irrgang (SP), El Fassed (GroenLinks) en Ouwehand (PvdD) over het schenden van het wapenembargo door China .

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat China een VN-rapport tegenhoudt waarin staat dat de VN –vredesmilitairen van de VN-missie in Darfur UNAMID beschoten zijn met munitie afkomstig uit China?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Heeft u het rapport inmiddels gelezen? Zo ja, wat is uw oordeel? Zo nee, wilt u dan aandringen bij de VN op een spoedige vrijgeving van het document?

Antwoord

Het rapport van de VN Panel of Experts is nog niet openbaar. De inhoud van het rapport zal verder worden besproken in de VN Veiligheidsraad. Nederland steunt het werk van het Panel en zal bij de VN het belang van publicatie van het rapport benadrukken.

Vraag 3

Bent u van mening dat het onwenselijk is en in strijd met het VN-wapenembargo wanneer China munitie levert aan het Soedanese leger?

Antwoord

De regering is van mening dat zeer terughoudend dient te worden omgegaan met wapenleveranties aan Soedan. Levering van munitie aan het Soedanese leger is niet per definitie strijdig met het VN-embargo. VN Veiligheidsraad Resoluties 1556 (2004) en 1591 (2005) bepalen wel dat het niet toegestaan is militaire goederen te leveren aan de partijen van het N’Djamena Comprehensive Ceasefire Agreement. Hier valt ook het Soedanese leger onder, voor zover dit opereert in Darfur.

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat Amnesty International al eerder (2007) melding gemaakt heeft van schending van het wapen-embargo door China en Rusland? Zo ja, wat heeft u met deze kennis gedaan?

Vraag 5

Welke stappen heeft de Nederlandse regering ondernomen nadat er in 2008 schriftelijke vragen waren gesteld over schending van het wapenembargo door China?

Vraag 6
Wat onderneemt de Nederlandse regering om verdere schending van het VN- en het EU-wapenembargo voor Soedan tegen te gaan?

Antwoord

De regering is op de hoogte van de melding van Amnesty International en roept in VN-kader landen op om zich te houden aan de relevante resoluties.

Het Panel of Experts, dat krachtens VN Veiligheidsraad Resolutie 1591 (2005) is opgericht, ziet toe op de naleving en implementatie van deze Resolutie, en derhalve van het wapenembargo. Dit Panel of Experts geeft aanbevelingen aan het “Sanctions Committee”, die haar zienswijze voorlegt aan de VN Veiligheidsraad. Nederland heeft er vertrouwen in dat het Panel of Experts haar werk zorgvuldig en onafhankelijk uitvoert. Mocht het Panel in het rapport concluderen dat een land het wapenembargo ten aanzien van Darfur schendt, dan steunt Nederland eventuele actie of maatregelen hiertegen.

Vraag 7

Wat onderneemt de Nederlandse regering om uit te sluiten dat in Europa gevestigde wapenhandelaren zich schuldig maken aan schending van het wapenembargo?

Antwoord

Binnen de EU is het juridisch bindende EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport (GS) van kracht. Dit GS bevat acht criteria waaraan elke vergunningaanvraag voor de uitvoer van militaire goederen wordt getoetst. Eén van deze criteria verplicht de EU-lidstaten zich te houden aan een wapenembargo dat van toepassing is op het land van eindbestemming. Als de beoogde export onder dit wapenembargo valt, zal de toets aan dit criterium negatief uitvallen en wordt geen exportvergunning afgegeven.