Toespraak van minister-president Mark Rutte op het MKB-jaarcongres
ALLEEN HET GESPROKEN WOORD GELDT
Dames en heren,
- Feit 1: Op dit moment telt ons land ongeveer 820.000 ondernemingen. Meer dan ooit en de teller loopt, want…
- Feit 2: In Nederland groeit het aantal bedrijven procentueel het snelst. Ongeveer 1 op de 8 Nederlanders begint voor zichzelf. Dat is meer dan in de Verenigde Staten en meer dan in de landen om ons heen
- Feit 3: Nederland is op de wereldranglijst van meest concurrerende economieën gestegen van een 10e naar een 8e plaats. De top-5 komt dus weer in zicht. En dat is ons doel.
Waarom deze drie totaal verschillende feiten? Omdat ze laten zien hoe goed het thema van uw jaarcongres is gekozen. Want een beetje optimisme mag en kan best. Ondanks de moeilijke economische tijd die we doormaken, heeft Nederland nog steeds alles in huis om toonaangevend te zijn. We doen het op heel veel vlakken behoorlijk goed en we kunnen nog veel beter. Bovendien is het zoals Winston Churchill al zei: 'Een pessimist ziet een probleem in elke mogelijkheid. Een optimist een mogelijkheid in elk probleem.' Ik ben zelf meer van de laatste school, dus ook daarom is de keuze voor 'Ondernemen met optimisme' mij uit het hart gegrepen.
Dames en heren, ik ben hier niet naartoe gekomen om nog eens gedetailleerd het hele regeerakkoord met u door te akkeren. Maar ik beloof u wel: alle mooie plannen die erin staan voor ondernemend Nederland gaan we gewoon uitvoeren. Dus minder regels en bureaucratie. Minder procedures en controles, bijvoorbeeld via een inspectievakantie per 1 januari. Een kleinere en efficiëntere overheid die zich wat meer gedraagt als meewerkend voorwerp. Een stevige aanpak van overlast en criminaliteit. We gaan onze rekeningen binnen dertig dagen betalen. De aanbestedingsregels gemakkelijker maken voor kleinere bedrijven en zzp'ers. De belastingaangifte vereenvoudigen. Het fiscale klimaat verbeteren. We gaan het allemaal doen.
En gelooft u mij: ik begrijp heel goed dat ook ondernemers zich zorgen maken over de bezuinigingen. 18 miljard is een enorm bedrag en gratis geld bestaat niet. Helaas. Het moet altijd uit de lengte of de breedte komen. Maar dat weet u als ondernemer als geen ander. Juist daarom kan het niet zo zijn dat de overheid met de ene hand neemt wat ze met de andere geeft. Met andere woorden: de bezuinigingen op de rijksbegroting mogen niet leiden tot onevenredige verhogingen van de lokale lasten voor bedrijven. Daar zitten we als kabinet dus bovenop, want we gaan het paard niet achter de wagen spannen.
Dit kabinet maakt een hele duidelijke keuze voor minder overheid en meer ruimte voor ondernemerschap. Vandaar ook dat ene ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie, waarin we alle ondernemersregelingen gaan bundelen. Vandaar ook al die afzonderlijke plannen en maatregelen uit het regeerakkoord die ruimte geven aan mensen en bedrijven. Natuurlijk is over elk van deze voorstellen discussie mogelijk. En ik twijfel er niet aan dat we die discussies in onze polder ook gaan voeren. Prima! Maar wat ik nu zo graag zou willen, is dat we ook dat andere gesprek met elkaar blijven voeren. Dat we onszelf over deze kabinetsperiode heen de vraag stellen hoe we in de toekomst ons geld verdienen in dit land. Want ja, we moeten nu de tering naar de nering zetten en de koek herverdelen. Maar tegelijkertijd moet het wel onze ambitie blijven om de koek groter te maken.
Hoe blijven we als land succesvol in een wereld die steeds concurrerender wordt? Hoe vergroten we structureel onze welvaart? Dat zijn de vragen waar het om gaat. Vragen waar we echt samen een antwoord op moeten geven - het bedrijfsleven, de overheid en ook de kennisinstellingen. In die driehoek ligt de sleutel tot succes. En de rolverdeling is duidelijk. Uit de hoek van onderwijs en kennis komt de innovatiekracht. Bedrijven zetten die om in euro's en banen. En de overheid moet de randvoorwaarden scheppen en verder niet al te veel in de weg lopen.
De kunst is nu om de band tussen kennis, kunde en kassa nog sterker te maken. Want hoe goed Nederland ook is in kennis- en productontwikkeling, het blijkt elke keer weer een hele toer om innovaties succesvol in de markt te zetten. Het gat tussen de universiteiten en de bedrijven is simpelweg te groot. Andere landen doen dat echt beter dan wij en dat mag ook ondernemend Nederland zich aantrekken.
Voor de collega's Verhagen en Bleker is dit een van de speerpunten in hun beleid. En laten we ook hier optimistisch naar de toekomst kijken, want 'lastig' is niet hetzelfde als 'onmogelijk'. Verre van dat. Er zijn genoeg mooie voorbeelden te geven. Zo vind ik het zelf altijd prachtig om te zien hoe 'Wageningen' in kringen van Chinese beslissers een groter begrip is dan Johan Cruijff. En dat wil écht wat zeggen. Het betekent namelijk dat Nederlandse bedrijven in de agro- en foodsector die een band hebben met Wageningen in China met een voorsprong beginnen. Een niet te onderschatten voordeel. En zo werkt dat ook dichter bij huis en voor andere sectoren en andere universiteiten. Dus ook voor u.
Ik geef u nog een voorbeeld, gewoon uit de krant. Softwarebedrijf QuinTech is zo'n typische Delftse start up die slimme bagageafhandelingssystemen ontwerpt. Opgericht in 2006, nu tien werknemers en klaar voor een grote doorbraak. En dat alles op basis van één belofte: 'Over vijf jaar raken er geen koffers meer verloren op airports.' Over optimisme gesproken! Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik krijg daar energie van.
Zo versterk je de economie. Zo creëer je groei. Zo zorg je voor meer banen.
De toekomst ligt dus in innovatie. En daarop mogen we elkaar aanspreken. Ik u, omdat het Nederlandse bedrijfsleven wereldwijd niet verder komt dan een magere 15e plaats voor investeringen in research en development. En u mij, omdat de Nederlandse overheid er met een 24e plaats maar niet in slaagt om als grote klant via aanbestedingen innovaties uit te lokken. Laten we afspreken dat we straks ook op deze punten tot de wereldtop behoren. Er is dus werk aan de winkel.
Dames en heren, volgens Ronald Reagan waren de meest angstaanjagende woorden die hij kende deze: 'I'm from the government and I'm here to help.' Dat ligt in onze Nederlandse poldercultuur natuurlijk allemaal iets genuanceerder, maar er zit wel degelijk een kern van waarheid in. De overheid is er niet om alles dicht te regelen met procedures en ge- en verboden. En de overheid is er al helemaal niet om op uw stoel te gaan zitten. Want ondernemen, dat is uw vak. Niet het onze
Maar laten we de komende tijd wel goed blijven zien dat de belangen van ondernemend Nederland en het landsbelang naadloos op elkaar aansluiten. Het is onze ambitie als kabinet om Nederland sterker en welvarender te maken voor de toekomst. En dat kan alleen met een gezond en succesvol bedrijfsleven. Dat is wat mij betreft het uitgangspunt van het gesprek dat we de komende periode met elkaar gaan voeren. En ja, graag met een beetje optimisme. Want ondernemers met lef en optimisme - die hebben we heel hard nodig in Nederland. En ik hoop dat een optimistische minister-president ook helpt.
Dank u wel.