Persconferentie minister-president na de MR 12 november 2010
Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 12 november 2010.
INLEIDEND STATEMENT:
Goedemiddag. De eerste keer hier terug in Nieuwspoort. Een bijzonder moment. Helaas zonder Julius, want die is er vandaag niet. Zal er ongetwijfeld in de toekomst weer bij zijn. Het is ook een beetje thuiskomen, in de zin dat hier toch zo'n veertig jaar lang de persconferenties hebben plaatsgevonden. Ik zie er ook naar uit om jullie hier te woord te staan de komende weken en maanden en jaren. Ik heb vorige week al gemeld, de persconferentie, dat we stevig aan de slag zijn gegaan met de uitvoering van het hele regeer- en gedoogakkoord. Ik heb ook gemeld dat we aan de hand van korte notities spreken over de grote hervormingen die er in zitten. Dat hebben we vorige week gedaan over een drietal onderwerpen. Deze week hebben we dat gedaan onder andere over de hele kwestie van het pensioen, AOW en de hele kwestie van de loonmatiging en de relatie met de vakbeweging. We hebben gesproken over de hervormingen in de gezondheidszorg, in het deel wat de ziekenhuizen betreft. We hebben gesproken vandaag over de hervormingen in de AWBZ. En we hebben gesproken over de hele kwaliteit van de ouderenzorg en alles wat daarover ook in het regeer- en gedoogakkoord staat en hoe dat verder uitgevoerd gaat worden. Dat zijn dus zogenaamde 'two-pagers'. Aan de hand daarvan, strategische discussie, worden nu de voorstellen verder uitgewerkt. Jullie weten dat ook dat we in het regeerakkoord hebben afgesproken en in het gedoogakkoord, dat dit een kabinet is dat niet alleen regels stelt, maar ook regels handhaaft. Bekend is denk ik dat collega Teeven wetgeving in voorbereiding heeft om de overlast van reljongeren te bestrijden. Daar valt de strafdienstplicht onder en de nachtdetentie. Collega Schultz van Infrastructuur en Milieu, die komt met voorstellen om alcoholmisbruik tegen te gaan door het zogenaamde alcoholslot in te voeren. En we hebben vandaag ene eerste discussie gehad in de ministerraad over de aanpak van fraude met studiefinanciering. Dat gaan we volgende week afronden. Verder hebben we gesproken over Afghanistan. Er komt een kennisgevingbrief aan de Kamer waarin staat dat we de wenselijkheid en de mogelijkheid van zo'n missie gaan bekijken. Dat doen we in het licht van de motie die er licht van de leden Pechtold en Peeters. U weet, de gesprekken met fracties in de kamer om te kijken of de polsstok lang genoeg is, of uiteindelijk er ook een parlementaire meerderheid is, die vinden achter de schermen plaats. Maar om die gesprekken goed te kunnen voeren, uiteindelijk ook als kabinet tot een goede afweging te kunnen komen of het mogelijk en wenselijk is, zo'n missie, moeten we ook ter plekke kijken welke verschillende varianten er mogelijk zijn. Volgende week is ook de NAVO-top. Volgende week vrijdagavond en zaterdag in Lissabon. Ik zal ook daar zeggen dat het kabinet het belangrijk vindt om een bijdrage te blijven leveren aan de stabiliteit in Afghanistan; dat we daartoe in overleg zijn met het parlement, maar dat op dit moment nog geen inschatting is te maken over de uitkomsten van dat overleg. Voorafgaand aan die NAVO-top heb ik volgende week vrijdagochtend nog een werkontbijt met Angela Merkel, de Duitse Bondskanselier, ook over de hele kwestie van het Europese Stabiliteits- en Groeipact en de vraag hoe wij nu verder aanvliegen op dat permanente crisismechanisme waaraan gewerkt wordt en of wel of niet een kleine Verdragswijziging nodig is. Dat ontbijt zal volgende week vrijdag in Berlijn plaatsvinden en daarna dan door naar Lissabon. At van ijn kant als aftrap voor deze eerste persconferentie weer in Nieuwspoort. Overigens, omdat ik dat volgende week heb, dat werkontbijt, zal volgende week collega Verhagen hier staan.
MEIJER:
De heer Wilders heeft nog geen besluit genomen over de positie van zijn fractiegenoot Lucassen. Maakt u zich zorgen?
RUTTE:
Die hele kwestie is echt een zaak van de PVV. Dus ik ga daar ook verder geen vragen over beantwoorden. Dat is een interne aangelegenheid van de PVV. Dat kan zich ook in andere partijen voordoen. Dat zijn altijd hele vervelende kwesties, maar die moeten echt ordelijk in de partij elf worden aangepakt. Alle vertrouwen in Geert Wilders dat hij tot een goede uitkomst komt.
MEIJER:
De kwestie raakt toch ook uw kabinet? Eén zetel minder en u heeft geen meerderheid meer. Die gedoogsteun van de PVV heeft u nodig.
RUTTE:
Ja, maar dan zit u al met als-dan-situaties. Als-dit en dan-dat.
MEIJER:
Houdt u er helemaal geen rekening mee?
RUTTE:
We houden rekening met alles/. Maar de vraag is of je vervolgens ook moet gaan praten met derden over de vraag wat er allemaal voor scenario's zich kunnen voordoen. Ik kies ervoor dat niet te doen.
MEIJER:
Dus u denkt er wel over na, maar bespreekt dat niet met ons?
RUTTE:
Weet u, ik heb ook wel vertrouwen gewoon in de leiding van de partijen die deze coalitie schragen. En ook in het belang dat zij aan deze politieke samenwerking hechten. CDA, VVD en PVV. In alle partijen, dat zijn moeilijke gebeurtenissen waar ik zelf ook mee te maken heb gehad in min partij, komen er wel eens moeilijke zaken voor. Dat is nu eenmaal zo. Dat hoort ook bij de politiek. Dan is het uitermate prettig als leiders van andere partijen daar niet commentaar op gaan leveren, want dat helpt vaak niet de situatie in je eigen partij.
MEIJER:
Was u op de hoogte van de veroordeling van dit Kamerlid?
RUTTE:
Ik ga verder geen…nee, daar was ik overigens niet van op de hoogte.
MEIJER:
[onverstaanbaar]
RUTTE:
Ik ga daar verder echt geen vragen over beantwoorden. Sorry. Als u verder vragen hebt over de ministerraad vandaag, beantwoord ik die. Maar ik ga geen vragen beantwoorden vandaag over de situatie in de PVV.
WESTER:
U zei zojuist vertrouwen te hebben in de leiders van die andere politieke partijen. Maar heeft u ook vertrouwen in de heer Lucassen, in die zin dat hij als hij de fractie wordt uitgezet ook de kamer zal verlaten?
RUTTE:
Ik ga geen vragen beantwoorden over de situatie in andere partijen.
WESTER:
Maar u kunt zich wel voorstellen dat u wel in deze, omdat het toch uw kabinet raakt, de regie enigszins in handen wil houden. Heeft u contact gezocht met de heer Wilders, of hij met u?
RUTTE:
Ik ga ook geen commentaar geven, of toelichting geven, over wat er mogelijk voor overleg over heeft plaatsgevonden.
WESTER:
Kijk, als u hem niet gesproken heeft kunt u gewoon zeggen 'ik heb hem niet gesproken'.
RUTTE:
Het is normaal in dit soort situaties - dat is ook het aardige overigens van de politiek. Dat als er in een partij iets speelt, dat er altijd wel even ook een sms'je is of een kort telefoontje van collega's. Dat heb ik zelf ook altijd gewaardeerd als er in de VVD zaken speelden. Dat doet zich natuurlijk wel voor, maar dat heeft niet het karakter van inhoudelijk daarover spreken, want het ligt echt bij de PVV en bij de leider van die partij.
WESTER:
Maar u verwacht wel dat Wilders, zodra hij een besluit heeft genomen u meteen oip de hoogte stelt en meteen overlegt?
RUTTE:
Zelfs daar ga ik verder niets over zeggen. Ik ben echt voorzitter van de ministerraad en daar kan ik vragen over beantwoorden, maar wat er in de PVV speelt, dan moet u echt spreken - het is in dit gebouw en daar moet u dan zijn.
BRIL:
Er zijn ook mensen die zeggen: deze hele kwestie is slecht voor het aanzien van de politiek. Daar heeft u natuurlijk wel wat over te zeggen. Vindt u dat ook?
RUTTE:
Alles wat ik daar nu over zeg, wat ik er van vindt of niet, helpt de zaak niet. Er is nu een situatie - elke partij heeft soms te maken met moeilijke situaties. Dan helpt het de leiders van zo'n partij niet als voorlieden van andere partijen daar commentaar op gaan geven. Dat helpt niet. Dus ik ga het ook niet doen. Zijn er vragen over de ministerraad?
BRONS:
Dit onderwerp sluiten we hiermee af.
JANSEN:
Dan wil ik graag een andere aanverwante vraag stellen. Want de heer Wilders heeft deze week ook vanuit de heup geschoten op een lid van uw kabinet, de heer Leers. Wat vond u daarvan?
RUTTE:
Hij was niet goed geïnformeerd, zo bleek. Hij meende dat de heer Leers te laat zou zijn bij die Europese vergadering. Dat was niet zo. De heer Leers zei dat we te laat waren in de zin van dat er al eerder besluitvorming had plaatsgevonden. Ik meen zelfs al bij een eerdere coalitie, maar n ieder geval al een tijd geleden. Dat was één. Ten tweede was er een misverstand. Kijk, wat Leers gedaan heeft daar is ervoor gezorgd dat de schade beperkt is. Er is geen kwalificerende minderheid, of een blokkerende minderheid, om het beskuit over Bosnië en Albanië tegen te houden. Anders hadden we dan gedaan. Maar die is er niet. at hij nu heeft gedaan is een noodrem ingebouwd waardoor, als het blijkt dat die aantallen migranten te hoog zal oplopen, op dat moment er opnieuw over gesproken kan worden, en er een spot op gezet kan worden. Dat heeft hij bereikt. Dus Leers heeft eigenlijk in de context die er lag, namelijk er is geen blokkerende minderheid die ervoor kan zorgen dat het niet doorgaat, heeft hij het maximale eruit gehaald. Dus ik heb hem er ook mee gecomplimenteerd vandaag, alleen er was blijkbaar een misverstand tussen hem en de fractie van de gedoogpartij over de precieze resultaten die daar geboekt waren. Ja, dat kan gebeuren.
JANSEN:
En heeft u daar de heer Wilders op aangesproken?
RUTTE:
Ik ga niet iedere keer als er tussen een lid van het kabinet en een lid van een van de fracties die deze samenwerking schragen, als daar misverstanden zijn meteen zeggen: hé, dat mag je niet zeggen. Dan vind ik het helemaal niet erg dat dat bediscussieerd wordt, Leers kan zich heel goed verdedigen, dat heeft hij ook uitstekend gedaan in Nieuwsuur. Daar heeft hij het ook helemaal uitgelegd, in het tv-programma Nieuwsuur. Dus volgens mij is dat prima.
JANSEN:
Toch is dat een tweede incident in dezelfde week, zonder ruzie met uw directeur voorlichting te krijgen als ik weer over de heer Lucassen begin, maar toch is dat het tweede voorval in de week waarbij er gedoe is met een gedoogpartner.
RUTTE:
Oh maar bereidt u er op voor. Dat zal nog vaak het geval zijn. Want de gedoogpartner en CDA en VVD zijn het over heel veel zaken oneens. Alleen de zaken die in het gedoogakkoord staan, daar zijn wij het over eens. En over al die andere zaken zult u nog heel veel gedoe zien, dus bereidt u zich daarop voor. Ik heb me daar mentaal op voorbereid. Dat hoort bij deze samenwerking.
JANSEN:
Dit was twee keer niet over afspraken uit het gedoogakkoord.
RUTTE:
Zeker. En hier speelde dus iets anders. En dat is natuurlijk ook zo als je samenwerkt met een partij in de Kamer die niet in het kabinet zit, dan kan het dus zijn dat er misverstanden ontstaan. Dat is niet te voorkomen. Je kan het proberen te voorkomen door met elkaar telefonisch snel contact te hebben, maar hier is dat blijkbaar niet gelukt, reageerde Wilders op een door hem vermeende gepercipieerde uitkomst van die Europese vergadering. Nou daar had hij, de feiten wezen anders uit, Gerd Leers heeft daar goed gepresteerd. En dat kan gebeuren, maar ik vind het allemaal niet zo heel erg.
JANSEN:
U maakte u deze week geen zorgen over uw gedoogpartner, gezien wat er allemaal is gebeurd?
RUTTE:
Nee. Nee.
DE ZOETE:
Meneer Rutte, u doet het af als een misverstand, maar de heer Wilders heeft gereageerd met de kennis van zaken van wat de heer Leers had binnengehaald en zei: allemaal goed en aardig, maar hij had gewoon nee moeten stemmen en hij heeft geen ruggengraat. Dat was geen misverstand hoor.
RUTTE:
Ik denk het wel, omdat als hij nee gestemd zou hebben, als hij nee gestemd zou hebben op dat voorstel, dan was het hem ook niet meer gelukt om die noodrem aan te brengen.
DE ZOETE:
Maar dat heb ik de heer Wilders allemaal voorgelegd. Hij zei: ja bedankt, het zal wel, ik vind het te weinig, hij had ruggengraat moeten tonen.
RUTTE:
Ik heb het interview met u gezien. Bijvoorbeeld ook op het punt van of hij nou op tijd was of niet. En toen bracht u de heer Wilders ook aan het twijfelen. Toen zei hij: oh, nou ja, dan weet ik niet precies hoe dat dan zit, maar in ieder geval hij was toch te laat hè. Dus ja, ik vind dat prima. Kijk, daar moet je ook met elkaar een beetje ontspannen mee omgaan. Want je kunt niet samenwerken met een gedoogpartner die niet in het kabinet zit, dan kan dat altijd leiden tot misverstanden. Dat is voor de journalistiek natuurlijk prachtig, dus we zullen dat nog vier jaar lang meemaken. U zult dat ook vier jaar lang uitvergroten, dat begrijp ik ook, dat is uw taak.
DE ZOETE:
Maar het gezag van de heer Leers wordt hiermee wel aangetast. En als de heer Wilders op basis van naar uw mening onjuiste feiten commentaar gaat geven, heeft u het daar niet met hem over gehad?
RUTTE:
Ik heb geen zin om iedere keer als zich iets voordoet, een misverstand of zoiets, dat zelf dan moet oplossen. Soms zal ik dat zelf moeten aanpakken, als me dat te ver gaat, dat vond ik hier niet. Ik vond dat Leers zich ook, zeer gewaardeerd dat dat in uw programma kon, zich in Nieuwsuur uitlegde hoe het zat. En het is niet nodig dat ik iedere keer zelf als voorman van de ministerraad persoonlijk als een misverstand zich voordoet dat ga zitten oplossen. Ik zou niet inzien waarom ik dat zou moeten doen.
DE ZOETE:
Ik heb nog een vraag over de reljongeren, de overlast. Als een reljongere nou bij de buurman in de brievenbus pist, en emmers water gooit en auto's slaat, wat moet er dan met zo'n reljongere gebeuren?
RUTTE:
U slaagt er knap in om dit thema te verbinden met een eerder thema.
VRAAG:
Nog een vraag over de heer Leers. Hij zei dat hij de heer Wilders niet had kunnen bereiken telefonisch. Is dat gebeurd en is daarmee het misverstand zoals u het omschreef inmiddels opgelost?
RUTTE:
Ik heb geen idee. En ik was ook niet van plan om als een soort schoolmeester de komende vier jaar iedere keer te kijken of misverstanden zijn opgelost. Waar ik naar kijk is de toonzetting van hoe dingen gaan. De heer Leers heeft eerder aan gezag gewonnen dan ingeboet deze week, want hij heeft zich keurig verdedigd. Zo hoort dat ook. Als minister moet je ook een beetje tegen een stootje kunnen. Net zoals Geert Wilders heel goed tegen een stootje kan. En dat zal de komende jaren vaker gebeuren. En daar zult u dan over berichten.
VROOMANS:
Menneer Rutte, er is een motie geweest van zeven partijen in de Eerste Kamer, die willen dat u een nieuwe visie ontwikkelt op de woningmarkt. En ze willen dat u daarbij ook een beperking van de hypotheekrenteaftrek meeneemt. Wat gaat u doen als die motie inderdaad wordt aangenomen?
RUTTE:
U zegt het goed: hij moet eerst nog worden aangenomen. En dan zullen wij de Eerste Kamer melden dat wij zullen proberen die motie zo goed mogelijk uit te voeren, maar dat wij van mening zijn, en dat zal dan ook duidelijk uit een eventueel stuk blijken, dat wij geen aanpassingen wensen van de hypotheekrenteaftrek.
VROOMANS:
Dus uw nieuwe visie zal niet een nieuwe visie zijn, maar de visie dat…
RUTTE:
Nee, maar als zij nog eens voor ons in samenhang willen zien hoe wij aankijken tegen de koopmarkt. Wij zijn juist voor behoud van de hypotheekrenteaftrek zodat we er op die woningmarkt rust is. Wat goed is voor de woningmarkt. Wij hebben daarnaast in het regeer- en gedoogakkoord afspraken gemaakt over de aanpassingen in het huurregime in Nederland. Die zijn ook noodzakelijk om te voorkomen dat mensen met een te hoog salaris te lang in een te goedkope cooperatiewoning blijven wonen. Daar hebben we ook maatregelen voor genomen. Die kunnen we ook nog eens uiteenzetten. We hebben maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de bouw in Nederland weer stabiliseert. Dat die sector weer kan gaan groeien. Dat kunnen we dan allemaal - zo die motie wordt aangenomen en zo het kabinet zal besluiten die motie uit te voeren - zullen we een samenhang kunnen laten zien. Maar de hypotheekrenteaftrek daar zullen we duidelijk op zijn dat we het juist in het belang van de stabiliteit van de huizenmarkt vinden om daar niet aan te komen.
VROOMANS:
Wat vindt u ervan dat de Eerste Kamer zich hierin zo politiek opstelt?
RUTTE:
Het is niet aan mij om commentaar te hebben op de moties die worden aangenomen in een van de huizen van de Staten-Generaal. Wij worden geacht daar respectvol kennis van te nemen en daar een oordeel over te vormen.
VROOMANS:
Maar vindt u wel dat de Eerste Kamer zich hiermee politieker opstelt?
RUTTE:
Als ik ooit stop met dit werk en ik word politiek commentator dan heb ik daar een mening over. In mijn huidige rol past het mij niet om daarop commentaar te leveren.
VROOMANS:
Nederland was niet bij de G20. Hoe jammer vindt u dat?
RUTTE:
Ja, het is natuurlijk altijd prettiger om er wel bij te zijn. Tegelijkertijd is het altijd moeilijk om zeker te weten of je die plek krijgt. Het is een paar keer gelukt. Het is nu niet gelukt.
VROOMANS:
Vier keer achter elkaar wel. Nu niet.
RUTTE:
Ja, zeker. En daarbij speelt mee dat Zuid-Korea ervoor koos om de wildcards meer te geven aan landen in Azië, zoals Singapore en er natuurlijk een behoorlijke oververtegenwoordiging is in de G20 van Europa. Maar goed, je moet oppassen voor allerlei zaken begrip te hebben. Per saldo willen we er graag bij zijn.
VROOMANS:
De Hoop Scheffer zei deze week dat het vertrek uit Afghanistan een rol heeft gespeeld bij het niet uitnodigen van Nederland.
RUTTE:
Ik moet aannemen dat ook de rest van Nederland ziet dat Nederland een bovengemiddelde bijdrage heeft geleverd aan Afghanistan, waardoor met een omvang van onze bevolking we gedurende vier jaar met bijna 2000 manschappen, mannen en vrouwen, daar in een van de moeilijkste gebieden van Afghanistan aanwezig te zijn. Dus ik moet hopen dat zijn aanname niet klopt.
VROOMANS:
U motiveert daarmee waarom Nederland niet meer in Afghanistan is.
RUTTE:
Nee, nee. nee. Dat motiveer ik daar niet mee. Ik motiveer daarmee dat ik van harte hoop dat zijn aanname niet klopt.
VROOMANS:
Hij zei: het is een element, want de Nederlandse positie is veranderd, aangezien Nederland niet meer de lasten draagt.
RUTTE:
Ja, ik heb zijn interview gelezen. En mijn reactie daarop is dat ik moet aannemen en er ook van uitga dat de rest van de wereld ziet, hoewel nu minder stevig aanwezig in Afghanistan dan de afgelopen vier jaar, dat wij een boven onze bevolkingsomvang en onze economie overstijgende bijdrage hebben geleverd met 2000 man in een van de moeilijkste gebieden. Dus ik hoop van harte dat zijn analyse niet klopt.
VROOMANS:
Wat gaat u eraan doen om de volgende keer wel te worden uitgenodigd?
RUTTE:
De volgende keer zijn de Fransen voorzitter. We zullen bezien wat dan. Ik heb geen zin om daarvoor te bedelen. Dat werkt ook niet. We gaan kijken hoe de G20 zich ontwikkelt. Wat ik erg belangrijk vind is dat er wat betreft de governance van de G20 en het IMF meer gelijkheid ontstaat, dat je ook probeert, wat ook bij het IMF een discussie is om als er dan 20 of 25 landen aan zoiets deelnemen dat dan de rest van de wereld zich er ook in herkennen. Dat helemaal debat is aan de gang. En daar zullen wij zeer actief in engageren de komende maanden.
VROOMANS:
De stem van Europa is natuurlijk wel heel erg belangrijk in de G20. Maar Nederland lijkt zich een beetje terug te trekken uit Europa. Denkt u niet…
RUTTE:
Waar baseert u dat op?
VROOMANS:
Bijvoorbeeld u gedoogpartner zou eigenlijk het liefste het Europees Parlement opheffen?
RUTTE:
Dat moge zo zijn, maar we hebben dan ook met de gedoogpartner geen enkele overeenstemming over de aanpak van de Europastrategie. Daarover hebben we als kabinet in het regeerakkoord afspraken over gemaakt die de gedogende partij niet steunt.
VROOMANS:
Maar u denkt ook niet dat dat een soort van uitstraling heeft?
RUTTE:
Nee, dat denk ik helemaal niet. Sterker nog, ik merkte op de Europese Raad en ook in mijn eigen contacten met Europese collega's telefonisch en ook anderszins dat men het van groot belang vindt dat Nederland juist een actieve bijdrage levert, ook omdat wij net een omvang hebben waardoor wij… wij zijn een van de grootste van de kleinere landen, misschien zelfs wel de grootste van de kleinere landen… we zijn de zesde economie van Europa. We hebben echt een bijdrage te leveren en dat verwacht men ook van ons. En men is echt niet bezig in Europa met de vraag wat er nu precies voor constructie hier aan de macht is. Temeer ook omdat in andere landen natuurlijk vergelijkbare discussies spelen. Kijk naar Zwitserland, kijk naar Denemarken, maar ook in andere landen waar partijen zoals die van Wilders ook opkomen. Dus het is ook niet een uniek Nederlands fenomeen.
DE WAARD:
Bent u optimistisch over het bereiken van een sociaal akkoord, want nu zijn allerlei punten die moeten worden opgelost aan elkaar gekoppeld: de pensioenproblematiek, loonmatiging, werk voor ouderen.
RUTTE:
Het is nog te vroeg om daar een inschatting van te maken. De ketelmuziek is stevig, maar dat hoort ook bij het hele proces. Dat begrijp ik ook wel vanuit de vakbeweging, dat is ook traditie. Tegelijkertijd zijn we ook wel gezegend met onze vakbeweging, want er zitten gewoon verstandige mensen die serieus nadenken over werkgelegenheid, groei van de Nederlandse economie en altijd bereid zijn geweest om hun verantwoordelijkheid te nemen. En ik reken daar ook nu weer op. Maar het is nog te vroeg om daar het label positief op te plakken, daar zullen we echt de komende weken moeten kijken hoe die gesprekken lopen. Het is ook niet zo dat het kabinet perse akkoorden wil gaan sluiten. We willen gewoon wel eens een keer goed in gesprek met de sociale partners. Kijken wat zij voor wensen en wat wij voor wensen hebben.
DE WAARD:
Gaat u daar ook zelf meespreken?
RUTTE:
Ja, ik ben daar uiteraard zelf ook bij betrokken. Het voortouw ligt bij Henk Kamp van Sociale Zaken. Maar vanzelfsprekend heb ik natuurlijk ook mijn eigen contacten en zullen we ook regelmatig met een klein clubje uit het kabinet met sociale partners overleggen. Maar het voortouw ligt bij Henk Kamp en de regie gaat via de vierhoek die ik zelf voorzit. Maar de frontsoldaat op dit vlak is natuurlijk de minister van Sociale Zaken.
DE WAARD:
U heeft ze zelf ook al uitgenodigd?
RUTTE:
We zijn aan het kijken of er interesse bestaat bij de sociale partners om een kennismaking met elkaar te hebben. Niet dat we elkaar niet kennen, maar goed even toch in formele zin het nieuwe kabinet, de vierhoek daaruit, en de leiding van werkgevers en werknemers. Dat is altijd nuttig. Kijk, ik ben zelf niet iemand die er in gelooft dat je overal maar akkoorden over moet gaan sluiten. Als het nuttig is moet je het doen, dus we zijn er ook helemaal niet op tegen om akkoorden te sluiten. Maar veel belangrijker is met elkaar in gesprek te komen wat willen jullie, wat willen wij, zou het zin hebben daar een akkoord over te sluiten of moet je tot deelafspraken komen. En dan is het wel nuttig dat je elkaar ook af en toe ziet.
DE WAARD:
Maar het pensioenakkoord wordt niet zonder meer helemaal overgenomen?
RUTTE:
Ja, als u het regeer- en het gedoogakkoord leest dan ziet u dat we overnemen de beweging naar 66 in 2020. Dat we als CDA en VVD vervolgens ook willen dat de pensioenleeftijd levensverwachtingvolgend wordt. Dus naarmate mensen gemiddeld ouder worden dat dan ook de pensioenleeftijd na 2020 gaat stijgen, ook tot boven de 66. Dat heeft niet de steun van de PVV, de eerste helft wel. Maar ja, dan zitten er in het sociaal akkoord nog allerlei andere zaken waarvan we zeggen: daar moet je wel even heel goed naar kijken, wat dat ook voor financiële consequenties heeft. Bijvoorbeeld de waardevastheid van de AOW wordt op een bepaalde manier gedefinieerd, die wijkt weer af van hoe het nu gedefinieerd is. Er wordt gesproken over sectoraal maatwerk, wordt dat dan weer een nieuwe vut-regel. Daar moet je wel echt met elkaar over in gesprek. Maar de kern van het akkoord: in 2020 naar 66 en daarna leeftijdsvolgend heeft onze sympathie.
LAGAS:
Over de verkenningsmissie die u naar Afghanistan wil sturen. Kunt u iets preciezer zeggen wat die verkenningsmissie daar gaat onderzoeken? Is het intensief Uruzgan? En de aanvullende vraag is: kan volgens u de Tweede Kamer voorkomen dat die verkenningsmissie vertrekt? Omdat de PVV-fractie van de week aankondigde dat ze dat met een spoeddebat willen voorkomen.
RUTTE:
Er is een procedure in de Kamer afgesproken naar aanleiding van het rapport Bakker. Als een van de vervolgacties is er toen een afspraak gemaakt over hoe moet je nou als Kamer ordelijk oordelen over het uitzenden van troepen. En toen is er gezegd: als het kabinet op een gegeven moment aankondigt de mogelijkheid en eventuele wenselijkheid van zo'n missie te onderzoeken, dan komt er eigenlijk een soort fase waarin er niet over gesproken wordt. Dus die fase gaat nu in. Wij gaan nu onderzoeken hoe het daar zit. En zodra wij dat weten, besluiten we als kabinet of we een besluit aan het parlement voorleggen. Zodra dat gebeurt is het parlement vol in beeld, want dan moeten volgens de artikel-100 procedure het parlement daar een oordeel over hebben. Maar de commissie Bakker, en ook de uitwerking daarvan, voorziet er nou juist in dat in dat voorwerk het parlement zich er niet mee bemoeit, zodat op een ordelijke wijze een goed voorstel kan worden voorbereid. Dus ik heb wel kennis genomen van de geluiden uit de Kamer, maar ik neem aan dat ook in de Kamer zelf nog wel even gekeken wordt of dat nou wel of niet in lijn is met de besluitvorming tot nu toe over buitenlandse missies. En mijn conclusie moet zijn - lezend Bakker, lezend de uitwerking op dit punt door Van Baalen namens de Kamer - dat dat niet lijn is met wat de Kamer er eerder over besloten heeft. Wij doen dat nu in lijn met wat de Kamer besloten heeft eerder.
KRANENBURG:
Meneer Rutte, het kabinet heeft deze week ook geactualiseerde cijfers gepresenteerd over het regeerakkoord waaruit blijkt dat belastingpremies 29 miljard gaan stijgen. Toen twee jaar geleden het toenmalige kabinet met een stijging van 26 miljard kwam, had u daar grote kritiek op. Hoe verdedigt u dit?
RUTTE:
Wij hebben niet zelf nieuwe cijfers naar buiten gebracht, het Centraal Plan Bureau heeft dat gedaan. De situatie is dat dit kabinet gesteld ziet voor de enorme opgave om de kosten in de gezondheidszorg onder controle te houden. U weet dat het Centraal Plan Bureau uitging van een aanname, namelijk dat het eigen risico zou stijgen tot, wat is het, 775 euro zeg ik even, in ieder geval ruim boven de 700 euro. Dat heeft geen enkele partij overgenomen en ook het kabinet niet overgenomen, het eigen risico stijgt wel onder Balkenende vier, dat nemen wij over met 40 euro maar daar blijft het bij. En verder nemen we een aantal maatregelen om de kosten in de gezondheidszorg onder controle te houden. Maar het gevolg is wel dat premies, zowel AWBZ als voor de Zorgverzekeringswet stijgen. Het grootste deel van de lastenstijging zit hem dus in de zorg. Er gaat de komende vier jaar 15 miljard euro extra naar de gezondheidszorg, 15 miljard euro extra. We moeten dus maatregelen nemen, en daar werken we heel hard aan, vandaag ging het grootste deel van de ministerraad erover, aan de hand van die strategische papers, hoe we dus die kosten onder controle krijgen. En tegelijkertijd erin slagen om de kwaliteit te bewaken en zo mogelijk te verhogen.
VAN SOEST:
Ik heb nog een vraag over Afghanistan. Want u zegt dat het goed is dat de Kamer nu niet betrokken is bij de voorbereiding van een eventueel besluit. Maar hoe is dat te rijmen met de gesprekken die u achter de schermen voert met de oppositie over een eventuele missie.
RUTTE:
Die gesprekken gaan over de vraag: als zou blijken dat zo'n oriëntatie ter plekke in Afghanistan, dat het mogelijk zou zijn om iets te gaan doen in, een bijdrage te leveren aan EUPOL aan ISAF-training etcetera. En ik heb vorige week uitgelegd, ik zou er op zichzelf, heb ik daar een positieve grondhouding omdat ik denk dat het ook in het belang is van het borgen wat wij eerder als Nederland gedaan hebben, en omdat de stabiliteit in die regio ook in ons belang is, ons nationaal belang is. Dan moet je vervolgens wel kijken ook, als daar uit zou blijken dat dat kan, of zo'n voorstel in de Kamer kan landen. We zitten met de unieke situatie natuurlijk dat we 52 zetels hebben. Dat de PVV niet gesteund heeft dat deel in het regeerakkoord. Daarom staat het ook in het regeerakkoord en niet in het gedoogakkoord, dat deel van het stuk wat gaat over Afghanistan. Dus we moeten echt kijken of we daar een meerderheid kunnen vinden. En dat kan alleen achter de schermen. Dat kan niet in een openbaar debat.
VAN SOEST:
EUPOL of NAVO?
RUTTE:
Wij gaan nu kijken dus wat de situatie daar is, we gaan kijken wat EUPOL daar precies doet, wat ISAF doen, wat combinaties daarvan zouden kunnen zijn. Dat gaan we allemaal bekijken. En dan moet je gewoon eens bezien of je kunt komen tot een pakket waarvan je zegt: ja, dat is een pakket wat CDA en VVD kunnen dragen, maar wat ook steun zou kunnen krijgen van andere partijen. Zodanig dat je een meerderheid hebt.
VAN SOEST:
U bent er wel al iets positiever over geworden, dat jullie eruit kunnen komen?
RUTTE:
Wat zegt u?
VAN SOEST:
Bent u er al iets positiever over geworden?
RUTTE:
Ik ben daar net zo als vorige week, ik was hier vorige week en toen heb ik het u ook in de meest neutrale termen geschetst en gezegd: ik denk dat het goed zou zijn als Nederland dat doet, een bijdrage levert. Wat precies gaan we nu uitzoeken vanuit alle argumenten die ik net herhaald heb. Maar of dat gaat lukken in de Kamer, dat zal echt moeten blijken uit de gesprekken die daarna ook weer gaan plaatsvinden.
VAN SOEST:
Er zijn al gesprekken gevoerd inmiddels?
RUTTE:
Er zijn al gesprekken gevoerd, we gaan nu ter plekken kijken, met ook in het achterhoofd natuurlijk wat wij in die gesprekken gemerkt hebben hoe verschillende partijen aankijken tegen varianten op zo'n bijdrage. En we zullen moeten bezien of op basis van wat we daar ontdekken het er in zit of niet. Ik doe mijn best, maar het is een inspanningsverplichting geen resultaatsverplichting. Mocht het zo zijn uiteindelijk dat de Kamer niet tot een meerderheid zal komen op dit punt, ja dan gaat het niet gebeuren. Is die meerderheid er wel - wat ik natuurlijk hoop want nogmaals, ik denk dat het goed zou zijn - dan gaan we het doen. Maar dit zijn echt zaken die bij een minderheidskabinet horen, dat je ook wel eens met dingen bezig zult zijn die in praktijk niet blijken te lukken. Ik hoop van harte dat het hier wel lukt.
VRAAG:
[onverstaanbaar, red]
RUTTE:
Ja, ook die vraag kreeg ik vorige week, en ook daarvan heb ik toen gezegd: ik ga eerst eens even bezien wat nou de vorm wordt van zo'n missie. Ik wil ook verder eens even die gesprekken met partijen voeren. En daar nu uitspraken over doen bezwaart ook de gesprekken die achter de schermen plaatsvinden. Dus daar doe ik even geen uitspraken over, over de gewenste omgang. Kijk, het liefst natuurlijk 150 zetels, dat is logisch, maar u weet dat we die zeker niet gaan halen.
VAN REE:
[onverstaanbaar, red] wanneer gaan ze, naar welke gebieden van Afghanistan gaan ze en wanneer zijn ze weer terug?
RUTTE:
Nee, de procedure voorziet erin dat zodra besloten is tot het zenden van een notificatiebrief, dat - zo staat het ook eigenlijk in de afspraken voortkomend uit Bakker en in de uitwerking Van Baalen - dan de zaak zich sluit. En we komen was weer met mededelingen als eventuele onderzoeken daar zouden leiden tot de conclusie dat het mogelijk is tot een besluit te komen.
VAN REE:
Zit er dan helemaal geen deadline op? U heeft vorige week gezegd: die NAVO-top in Lissabon, dat halen we niet. Maar voor een uiteindelijk besluit over het zenden van een echte missie, zit daar helemaal geen deadline op?
RUTTE:
Zeker wel, alleen onderdeel van de procedure die de Kamer zelf heeft afgesproken is dat er een radiostilte ingaat op het moment dat de notificatiebrief is verstuurd. En die is dus ingegaan. Dus ik kan u ook geen…
VAN REE:
Het kan vier, zes maanden duren?
RUTTE:
Nou, dat gaat veel sneller. Maar de precieze timing, de precieze plekken waar we gaan kijken, wat het dan betekent ectetera is onderdeel van die radiostilte. Ik ben ook wat dat betreft wel gebonden aan de procedures die de Kamer naar aanleiding van het rapport van Bert Bakker heeft afgesproken.
MEERHOF:
U had aangekondigd dat er wekelijks overleg zou zijn tussen VVD, CDA en de gedoogpartner. Is dat er deze week geweest? Kunt u daar iets over vertellen? Hoe gaat zoiets nou?
RUTTE:
Dat is er geweest en ik kan er niets over vertellen?
MEERHOF:
Maar dan hebben we een tweede overleg met de Koningin erbij.
RUTTE:
Ja, eigenlijk wel. Maar…
MEERHOF:
Daar wilt u helemaal niets over vertellen? Wat voor soort dingen daar worden besproken?
RUTTE:
Ik ben volstrekt duidelijk naar jullie waar ik wel over kan praten en waar ik niet over kan praten. Maar de unieke situatie van een minderheidscoalitie met een gedoogpartij betekent dat niet over alles mededelingen kunnen worden gedaan. Dat gaat gewoon niet.
MEERHOF:
Over gesprekken met de Koningin wordt dan tenminste wel vermeld wat voor koekjes er uitgedeeld worden.
RUTTE:
Het feit dat dat medegedeeld wordt.
MEERHOF:
Kunt u dan tenminste zeggen wie er bij zijn en op welke locatie?
RUTTE:
Nee, daar doe ik allemaal geen mededelingen over. Nee. Maar u gaat het vast een keer ontdekken. En anders gaat de heer Heymans van RTL ongetwijfeld op zijn beroemde brommer in Den Haag rondrijden.
WILLEMS:
Twee vragen. Eentje rond de verkenningen over de gezondheidszorg. Er komt meer prestatiebekostiging. Dat wordt verruimd. De onderhandelingen tussen ziekenhuisdirecties en zorgverzekeraars. De eerste vraag is hoe gaat u voorkomen dat die kosten dan toch niet uit de pan lopen, want het zijn twee partijen waarop u geen invloed uit kunt oefenen. Dus de uitkomst kan zijn dat het allemaal duurder wordt voor het kabinet. Tweede vraag gaat over uw welkom bij bondskanselier Merkel. Daar gaat u praten over het groei- en stabiliteitspact. Wat heeft u nou liever: een permanent crisismechanisme of dat iedereen zich gewoon aan de begrotingsregels houdt?
RUTTE:
Op het eerste punt, wat we vandaag gedaan hebben is, ik heb gezegd vanuit wat er in het regeerakkoord staat en op dit punt zijn trouwens ook in het gedoogakkoord afspraken gemaakt over het feit dat ziekenhuizen vreemd kapitaal kunnen aantrekken, dat ze winst kunnen uitkeren, dat we de AWBZ risicovol willen laten uitvoeren door zorgverzekeraars. Naar dat soort zaken is gekeken en de uitwerking komt gewoon naar de Kamer. En natuurlijk is over dit soort zaken ook gesproken. Alleen ik vind het niet correct om nu op basis van een strategische discussie in het kabinet, die niet noodzakelijkerwijs tot allerlei detailconclusies leidt, de bewindspersonen gaan zich lavend aan de inzichten van de collega's terug naar de tekentafel en gaan dan met concrete voorstellen komen, dus dan moet ik hen ook de kans geven om zich te beraden op wat ze precies gehoord hebben, welke conclusies ze daaraan verbinden, hoe ze dat in die voorstellen laten neerslaan. Maar de hoofdlijn staat in het regeer- en gedoogakkoord. Namelijk, er zij in de ziekenhuissector de mogelijkheid van aantrekken van vreemd kapitaal, uitkeren van winst en er zij ook in de AWBZ die risicovolle uitvoering van de zorgverzekeraar.
WILLEMS:
Maar zit er ook een slot op de deur?
RUTTE:
Daar is natuurlijk allemaal over gesproken, maar om daar nu in concluderende zin iets over te zeggen dat doe ik niet, omdat ik dan echt de bewindslieden in de weg loop. En voeren juist die strategische discussie om te zeggen: zo willen wij het gaan doen. Dan krijgen ze heel veel input, dan praten we echt heel lang over met collega's, iedereen heeft het acht grondig voorbereid. En dan is het ook niet dat we daar besluiten over nemen op dat moment, dan is het veel meer dat we zeggen met elkaar: de richting bevalt ons. Nou ik kan u zeggen de vier papers die voorlagen, de richting die er in stond beviel de collega's, maar dan is het juist aan de onderscheiden bewindslieden om met alle detailcommentaar met uitgewerkte voorstellen te komen. En dan is het nu te vroeg om te zeggen hoe het gaat lopen. Dan over Merkel. Kijk, je hebt een voor- en een achterdeur. De voordeur is het aanscherpen van het stabiliteits- en groeipact. Dat is wat Herman van Rompuy heeft gedaan met zijn werkgroep. Wij betreuren het natuurlijk dat dat niet nog steviger is. We hadden het nog steviger gewild, maar we vinden het acceptabel wat er nu ligt. Maar door Deauville, de top van Merkel en Sarkozy is daar zoals u weet iets op afgedaan. En we hebben gezegd, dit is het soort minimum wat we voor onze kant kunnen nemen. Dat wordt nu uitgewerkt en dat komt terug volgend jaar in Commissievoorstellen. Dan heb je de achterdeur. Een land heeft zich op een of andere manier toch in de problemen, in de nesten gewerkt en heeft steun nodig, op een of andere manier moet er intergouvernementeel iets gebeuren. Wat we nu tijdelijk hebben, dat mechanisme naar aanleiding van Griekenland, zou dan vanaf 2013 een permanenter karakter moeten hebben. Wat je natuurlijk moet regelen is dat die voordeur zo dicht mogelijk zit. Dus daar gaan we natuurlijk, dat hebben we ook afgesproken, met een aantal landen proberen ook via het parlement de voorstellen weer wat aan te scherpen. Toch nog net even een tandje aan te draaien, minder politieke beïnvloeding, meer semi-automatisch, wat we in eerste instantie wilden. Want naarmate dat beter functioneert komt die achterdeur minder snel in beeld van zo'n crisismechanisme. En dat crisismechanisme moet ook voldoen aan tenminste een voorwaarde vinden wij, en dat is het IMF, dat is een strenge club, dat het IMF daar zwaar in zit.
WILLEMS:
Maar zou u op de lange termijn dat crisismechanisme niet liever helemaal kwijt zijn?
RUTTE:
Ja, in een ideale wereld komt er een nooit meer een land in de problemen. En dat kun je proberen maximaal te bevorderen door die voordeur, dus die sancties op het overschrijden van het stabiliteits- en groeipact, ook het schuldcriterium wat er in zit, niet alleen niet meer dan 3 procent tekort op de overheidsbegroting, maar ook niet meer dan 60 procent schuld ten opzichte van de begroting. Dus dat schuldcriterium wordt nu toegevoegd, dat is winst. Naarmate dat beter functioneert is de kans natuurlijk groter dat mensen niet bij die achterdeur komen. Maar ja, 100 procent garanderen kan ik het niet. En het lastige is natuurlijk dat Karlsruhe eist, het constitutionele hof in Duitsland, dat er een grondwettelijke… Sorry, niet een grondwettelijke, dat constitutionele hof in Karlsruhe eist dat het ook in het Europees Verdrag een plek heeft. Daar moet het dus ver weg blijven van het artikel 125 wat over [onverstaanbaar, red] gaat, want dan ga je de dieptebrug op, daar blijft het ook van weg. Maar je moet er wel voor zorgen natuurlijk dat Duitsland er aan mee kan doen. Ik bedoel, kijk naar Griekenland. Een kwart daarvan is door Duitsland opgehoest, het is zo'n grote economie. Als zij echt een groot probleem hebben, ja, dan moet je als Nederland wel proberen ook de Duitsers te helpen dat probleem op te lossen. Dan moet het wel een hele kleine verdragswijziging zijn, want anders zit je weer in Ierland, in Tsjechië etcetera met referenda.