Alcoholslot in mei 2011 ingevoerd

Automobilisten die bij een alcoholcontrole 1,3 promille of meer alcohol in het bloed hebben, krijgen vanaf mei 2011 een alcoholslot in de auto.

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer.

Alcoholslot en begeleiding

Met een alcoholslot moet de automobilist vooraf en tijdens het rijden enkele keren blazen om de auto te starten en aan de gang te houden. De invoering van het alcolholslot staat niet op zichzelf maar maakt deel uit van het 'alcoholslotprogramma' (ASP). Dat betekent dat de overtreders ook begeleid worden om alcohol en verkeer te kunnen scheiden.

Terugdringen verkeersongelukken

De maatregel moet het aantal - dodelijke - verkeersongelukken verder terugdringen. Zware drinkers zijn minder vatbaar voor de effecten van alcoholcontroles en voorlichting. Wel zijn deze automobilisten verantwoordelijk voor driekwart van de verkeersongelukken waarbij drank in het spel is, zo blijkt uit cijfers van de Swov (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid). De Swov schat dat er zo'n 8 à 10 verkeersdoden per jaar minder zullen vallen als het alcoholslotprogramma ingevoerd.

Toegestaan alcoholpromillage

Voor automobilisten die 5 jaar of langer een rijbewijs hebben, is niet meer 0,5 promille alcohol in het bloed toegestaan. Wie minder dan 5 jaar een rijbewijs heeft, moet onder 0,2 promille blijven.

Het vorige kabinet had in 2009 al besloten om voor zware overtreders een alcoholslotprogramma (ASP) in te voeren. Minister Schultz Van Haegen geeft nu uitvoering aan de voornemens.