Overhandiging PBL-rapport ‘Zure regen. Een analyse van dertig jaar verzuringsproblematiek in Nederland’

Maandag 8 november neemt staatssecretaris Joop Atsma op een wel zeer toepasselijke locatie het boekwerkje in ontvangst, namelijk bij de Koekamp tussen de herten in het Haagse Bos

Dames en heren,
Dank voor rapport. We hebben een zeer toepasselijke locatie gevonden te midden van de groene longen van Den Haag. Het Haagse Bos is een oerbos, met een rijke fauna en flora en eeuwenoude bomen. Dit bos heeft een bijzonder bewogen geschiedenis achter de rug. Door de eeuwen heen heeft het bos vele bedreigingen overleefd; van boskap door Franse legers tot de zure regen.
[red. Haagse Bos nog in tact mede door eerste natuurbeschermingsmanifest in onze geschiedenis, ondertekend door Willem van Oranje in 1576].

Dames en heren,
De dreiging zure regen is geen gesprek van de dag meer. En dat hebben we te danken aan een succesvol nationaal en Europees milieubeleid. Wie in de jaren zeventig in de Rijnmond woonde, kreeg hoofdpijn van het ademhalen. Zo slecht was de lucht in die dagen. Luchtkwaliteit was letterlijk een hoofdpijndossier. Dat is nu wel anders, vraag maar aan de mensen in de Rijnmond. In plaats van bijna 500 miljoen kilo zwaveldioxide uit te stoten - zoals in 1980 - stoten we nu nog maar 35 miljoen kilo uit. De lucht is frisser, de bodem schoner.

Ik heb zelf nog altijd het beeld voor me van de vieze lucht boven Peking toen ik in mijn hoedanigheid als sportbobo daar op bezoek was. Een smerige lucht hing als een deken boven de stad. Voor de Spelen werden fabrieken en het autoverkeer stilgelegd. U weet dat dat in China snel ‘geregeld’ kan worden. De lucht klaarde vervolgens letterlijk heel snel op. Op dat moment realiseerde ik mij meteen welke impact dergelijke maatregelen op de lucht en het milieu hebben. Duidelijk is dat zonder de maatregelen die we in de jaren 80 en volgende jaren hebben genomen niet uitgesloten is dat mensen in de Rijnmond met mondkapjes en hoofdpijn hadden rondgelopen.

Milieubeleid betekent voor mij de verantwoordelijkheid en zorg voor een schone lucht, schoon water en een schone bodem. Dat is de kern. Niet meer, maar zeker niet minder! Het is zaak realistisch en nuchter de problemen  aan te pakken. Pieter Van Geel zei ooit: “Met een koel hoofd en een warm hart.” We moeten de balans vinden tussen economie en ecologie. We zullen milieu niet als probleem, maar als kans benaderen. Kijk naar de Nederlandse watersector of onze vele slimme groene innovaties.Op dat sterke ‘milieukeurmerk’ van Nederland moeten we verder bouwen.

Uit dit rapport trek ik niet alleen de conclusie dat de genomen milieumaatregelen effectief zijn geweest. Het is ook een blijvende oproep. We kunnen niet achterover leunen. Schone lucht, schoon water en een schone bodem zijn geen vanzelfsprekendheid. Laten we zonder angstbeelden op te roepen krachtig en realistisch te werk gaan. We moeten   werk blijven  maken van het milieu.

Tot slot wil ik de auteurs van het rapport hartelijk bedanken voor dit zeer degelijke en zinvolle rapport.