Taakafbakening energie- en klimaatbeleid
De ministerraad heeft op voordracht van minister-president Rutte besloten tot aanpassing en verduidelijking van de taakafbakening tussen het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) bij het energie- en klimaatbeleid.
Het ministerie van EL&I is verantwoordelijk voor het energiebeleid en wordt ook verantwoordelijk voor kernenergie, de Kernenergiewet, de aansturing van de bijbehorende onderdelen van het RIVM, het AgentschapNL en de Kernfysische Dienst. In afwijking van wat eerder is besloten, wordt het ministerie van I&M verantwoordelijk voor de Nederlandse Emissieautoriteit. Dit ministerie is daarnaast verantwoordelijk voor duurzame ontwikkeling.
Om het energiebeleid krachtig uit te kunnen voeren wordt de integrale verantwoordelijkheid voor het energiebeleid belegd bij het ministerie van EL&I. Dit is inclusief het kernenergiebeleid. Ook is dit ministerie verantwoordelijk voor duurzame energie, energietransitie, de zogenaamde biobased economy en CO2-afvang en -opslag (CCS).
Het ministerie van EL&I coördineert het energiebesparingsbeleid en is verantwoordelijk voor de green deal, zoals vastgelegd in het regeerakkoord. Bij de invulling en uitvoering van de green deal zal I&M betrokken zijn vanwege de samenhang met duurzame ontwikkeling. Het besparingsbeleid voor de transportsector en de gebouwde omgeving is de verantwoordelijkheid van respectievelijk het ministerie van I&M en dat van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De duurzaamheidscriteria ten aanzien van de biobased economy (in het bijzonder biobrandstoffen) vallen onder het ministerie van I&M.
Het kabinet neemt voor het klimaatbeleid de Europese doelstelling van 20 procent CO2-reductie als uitgangspunt. De verantwoordelijkheid voor de realisatie van deze doelstelling berust bij het ministerie van I&M. Als gevolg van de gemaakte werkverdeling zal staatssecretaris Atsma uitvoering geven aan het klimaatbeleid. Ook is staatssecretaris Atsma verantwoordelijk voor duurzame ontwikkeling.
Om effectief te kunnen opereren zal de uitvoering van en het toezicht op de CO2-emissiehandel door de Nederlandse Emissieautoriteit door I&M worden aangestuurd. De inhoudelijke inbreng ten aanzien van het internationale klimaatbeleid en de toewijzing van emissierechten aan bedrijven blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van I&M en EL&I. De minister van Buitenlandse Zaken blijft het internationale milieubeleid coördineren.