Kamerbrief inzake beanwtoording vragen van het lid Voordewind over de geplande executie van een Iraanse vrouw
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Voordewind (CU) over de geplande executie van een Iraanse vrouw. Deze vragen werden ingezonden op 2 november 2010 (kenmerk nog onbekend).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Voordewind (CU) over de geplande executie van een Iraanse vrouw.
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht van 1 november ‘Iran Plans to Execute woman in Stoning Case’ o.a. verschenen op Fox News?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om zowel in de Europese Unie als in de Verenigde Naties er bij de Iraanse autoriteiten op aan te dringen Sakineh Mohammadi Ashtiani niet te executeren?
Antwoord
Ja. Vandaag heeft de Nederlandse regering HV Ashton verzocht namens de EU een verklaring uit te laten gaan waarin de grote zorg van de EU over de zaak Ashtiani wordt geuit en de boodschap wordt overgebracht dat de EU onder alle omstandigheden overal ter wereld tegenstander is van de doodstraf. Ook heeft Nederland het Belgisch voorzitterschap in Teheran verzocht de zaak spoedigst onder de aandacht van de Iraanse autoriteiten te brengen.
In VN-verband werkt Nederland momenteel aan een resolutie over de mensenrechtensituatie in Iran. Mede op basis van het zorgwekkende SGVN-rapport terzake wordt in de ontwerpresolutie specifiek zorg uitgesproken over de gebrekkige rechtsgang in Iran, de grote toename van het aantal executies, en de wijze waarop deze voltrokken worden.
Vraag 3
Kunt u, gezien het feit dat de executie morgen gepland staat, deze vraag vandaag nog beantwoorden?
Antwoord
Ja.