Vergelijking beloningsbeleid ABN Amro en Fortis Bank Nederland
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Datum 10 mei 2010
Betreft Vergelijking beloningsbeleid ABN Amro en Fortis Bank Nederland
Ons kenmerk
FIN/2010/7655
Uw brief (kenmerk)
Bijlagen
Geachte voorzitter,
Met deze brief geef ik invulling aan het verzoek van uw Kamer aan mijn ambtsvoorganger om een vergelijking te maken tussen het nieuwe beloningsbeleid voor ABN Amro en dat van andere banken. Ik zal, conform uw verzoek, voorts toelichten dat het beloningsbeleid in zijn geheel voldoet aan de Code Banken en op sommige punten zelfs verder gaat. Tot slot zal ik uiteen zetten dat ook de gesteunde instellingen voldoen aan de Code Banken.
Vergelijking ABN Amro en Fortis Bank Nederland met andere banken
Om een goede vergelijking te maken tussen de totale maximale beloning voor de leden van de raad van bestuur van het nieuwe ABN Amro met de beloningen van bestuurders van andere banken kan de door ABN Amro gehanteerde referentiegroep met financiële instellingen worden gebruikt. Zoals u eerder toegelicht in de beantwoording van de vragen van het lid Tang van 29 januari, heeft ABN Amro ten behoeve van het nieuwe beloningsbeleid een referentiegroep samengesteld van Nederlandse en Europese financiële instellingen, die qua aard en omvang vergelijkbaar zijn met het nieuwe ABN Amro. In de referentiegroep van financiële ondernemingen zitten onder andere de Nederlandse instellingen ING Nederland, Aegon, Rabobank Nederland, Delta Lloyd en Eureko, maar ook bijvoorbeeld het Belgische Dexia, de Deutsche Postbank, het Franse Credit Industriel et Commercial en het Britse Old Mutual.
De totale maximale bezoldiging van de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van ABN Amro ligt 40% lager dan de mediaan van bovengenoemde referentiegroep. Voor de overige leden van de nieuwe raad van bestuur ligt de totale maximale beloning 11% onder de mediaan van de referentiegroep. Uit deze vergelijking blijkt dus dat de totale maximale beloning bij ABN Amro fors lager ligt dan bij vergelijkbare financiële instellingen.
Beloningsbeleid ABN Amro en de Code Banken
U vroeg mij tevens te melden of het nieuwe beloningsbeleid voor de raad van bestuur van ABN Amro voldoet aan de Code Banken. Dat is het geval.
Een belangrijke bepaling uit de Code Banken is dat de totale maximale beloning van de raad van bestuur van een bank iets beneden de mediaan moet liggen van vergelijkbare functies binnen én buiten de financiële sector. Om dit te kunnen vaststellen is voor ABN Amro een tweede referentiegroep samengesteld op basis van de AEX-25, waarin zowel financiële als niet-financiële instellingen zijn vertegenwoordigd. Zoals u eerder toegelicht in de beantwoording van de vragen van het lid Tang van 29 januari, bevindt ABN Amro zich, wat betreft de kengetallen omzet en aantal werknemers, rond de mediaan en qua activa ruim boven de mediaan van deze referentiegroep. Dit betekent dat de AEX-25, vanuit methodologisch perspectief, een zeer geschikte referentiegroep is voor het nieuwe ABN Amro.
De totale maximale beloning van de voorzitter van de raad van bestuur ligt 55% onder de mediaan van de AEX-25. De totale maximale beloning van de overige leden van de raad van bestuur ligt 25% onder deze mediaan. De totale maximale beloning voor de leden van de nieuwe raad van bestuur van ABN Amro ligt dus ruim onder de mediaan van vergelijkbare functies bij vergelijkbare ondernemingen binnen én buiten de financiële sector.
De bijlage bij deze brief bevat een vergelijking tussen het nieuwe beloningsbeleid van ABN Amro en de relevante bepalingen uit de code, waaruit blijkt dat het beloningsbeleid ook voldoet aan alle andere bepalingen uit de Code Banken. Daaruit blijkt bovendien, dat het nieuwe beloningsbeleid twee bepalingen bevat die verder gaan dan de code: 1) het beleid bevat de bepaling dat bij het uitblijven van winst geen (kortetermijn)bonus aan de leden van de raad van bestuur (en de eerste laag daaronder) wordt toegekend; 2) de maximale variabele beloning voor de leden van de raad van bestuur is 60%. Bovendien zijn een aantal bepalingen, die de code louter voorschrijft voor de leden van de raad van bestuur, in het nieuwe beloningsbeleid bij ABN Amro óók toegepast op het senior management van de bank.
Beloningsbeleid gesteunde instellingen en de Code Banken
Met de gesteunde instellingen ING, SNS en Aegon is in het kader van de kapitaalsteun afgesproken dat de bestuurders van deze instellingen in het jaar van de steun afzien van hun variabele beloning, dat een nieuw en duurzaam beloningsbeleid wordt opgesteld en dat de vertrekregelingen van de bestuurders worden gemaximeerd op één vast jaarsalaris.
Bij de gesteunde instellingen heb ik, in tegenstelling tot bij ABN Amro, geen formele rol bij het goedkeuren van het nieuwe beloningsbeleid. De staat is van deze instellingen immers geen aandeelhouder. Wel hebben de op aanbeveling van de overheid benoemde commissarissen onder andere een bijzondere goedkeuringsbevoegdheid op het voorstel voor het nieuwe beloningsbeleid van deze instellingen.
Het nieuwe beloningsbeleid voor de raad van bestuur van SNS is in december van 2009 vastgesteld door haar aandeelhouders. Het beloningsbeleid voor de raad van bestuur van ING en Aegon is zeer recentelijk nog vastgesteld door hun aandeelhouders. Beide ondernemingen hadden eind april hun algemene vergadering van aandeelhouders. Zowel het beloningsbeleid van SNS als het beloningsbeleid van ING en Aegon zijn matiger is dan voorheen, voldoen aan de Code Banken en gaan op punten verder. Zo kennen alle een zogenaamde ‘geen winst geen bonus’-bepaling.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager