Kamervragen over de manier waarop de AFM zich heeft laten misleiden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Datum 15 februari 2010
Betreft Kamervragen van het lid Tang over de manier waarop de AFM zich heeft laten misleiden

Ons kenmerk
FM/2010/197 U
Uw brief (kenmerk)
2010Z01173
Bijlagen
1

Geachte voorzitter,


In antwoord op de vragen van het lid Tang over de manier waarop de AFM zich heeft laten misleiden, die mij zijn toegezonden per brief van 21 januari 2010 onder nummer 2010Z01173, deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.


Hoogachtend,
de minister van Financiën,

Wouter Bos

1
Kent u het bericht “Easy Life misleidde de AFM”?

Ja.


2
Herinnert u zich uw antwoord op mijn vragen van 23 april 2007, waarin ik u vroeg of u de mening deelde dat het beloofde rendement, in combinatie met het beweerde risico van dit product, economisch bezien niet realistisch is?

Ja, ik herinner mij dat ik geantwoord heb dat in het algemeen er van uitgegaan kan worden dat een hoger rendement gepaard zal gaan met een hoger risico. Tevens heb ik toen aangegeven mij in principe niet uit te spreken over individuele producten.


3
Deelt u de mening dat een mooi voorgespiegeld rendement niet alleen hoeft te duiden op hoge beleggings- en marktrisico’s, waar u destijds in uw antwoord op doelde, maar ook kan duiden op het risico van fraude?

Een hoog rendement kan één van de indicatoren zijn van mogelijke fraude, in algemene zin is extra alertheid in het geval van deze rendementen geboden. Hierbij dient wel de kanttekening te worden geplaatst dat niet uitgesloten is dat fraude tevens kan plaatsvinden in het geval van lagere rendementen.
Momenteel doet het Financieel Expertise Centrum (FEC) onderzoek naar de indicatoren die een rol kunnen spelen bij het herkennen van beleggingsfraude. Uit de eerste resultaten van dit onderzoek blijkt onder meer dat een hoog rendement een indicator is voor beleggingsfraude. Echter, het gaat vaak om een combinatie van verschillende indicatoren. Met de uitkomsten van dit onderzoek kunnen de FEC-partners de preventie en detectie van beleggingsfraude verbeteren. De partners in het FEC werken momenteel intensief samen in de aanpak van beleggingsfraude. Door goede samenwerking willen de partners niet alleen de detectie en handhaving op dit gebied verbeteren, maar juist ook beleggingsfraude zoveel mogelijk voorkomen.
Het FEC is een samenwerkingsverband van de AFM, AIVD, Belastingdienst, DNB, FIOD-ECD, Openbaar Ministerie en Politie. Het ministerie van Financiën en het ministerie van Justitie zijn waarnemer in de vergaderingen van de FEC-raad.


4
Is het waar dat de AFM Easy Life er al in 2006 van verdacht de rendementen te financieren met de inleg van andere deelnemers?

Ja, dat is waar. Deze verdenking heeft er toe geleid dat de AFM op 27 februari 2007 aangifte heeft gedaan tegen Easy LIFE. Zie ook het antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), ook mede namens de minister van Financiën, van 12 december 2008 op de vragen 1 en 2 van de Kamerleden De Wit en Irrgang aan de ministers van Justitie en van Financiën van 20 oktober 2008.


5
Wat is uw reactie op de verklaring van verdachte O. dat hij ‘tweeënhalve ton [heeft] kunnen lenen van andere mensen’ en daarmee ‘de AFM koest [heeft] kunnen houden’?

Dat is de mening van verdachte O.

Naar aanleiding van de reactie van verdachte O. in mei 2006 op vragen van de AFM over de besteding van de door Easy LIFE aangetrokken gelden, heeft de AFM het onderzoek naar Easy LIFE voortgezet en dit heeft geresulteerd in de aangifte van 27 februari 2007.


6
Hoe is het mogelijk dat de AFM al in 2006 vermoedens van fraude had tegen Easy Life, en dat er pas jaren later is opgetreden?

De AFM heeft, zodra zij vermoedde dat er mogelijk sprake was van oplichting door Easy LIFE, op 27 februari 2007 aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie (OM).

Zie ook het antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), ook mede namens de minister van Financiën, van 12 december 2008 op de vragen 1, 2, 3 en 6 van de Kamerleden De Wit en Irrgang aan de ministers van Justitie en van Financiën van 20 oktober 2008.


7
Kunt u een nauwgezette reconstructie geven van het toezicht op Easy Life door de AFM? Zo nee, waarom niet?

De AFM is in januari 2006 een onderzoek gestart naar de activiteiten van Easy LIFE wegens een vermoeden van overtreding van de verbodsbepaling van artikel 3 Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995), het aanbieden van effecten aan het publiek zonder een algemeen verkrijgbaar en door de AFM goedgekeurd prospectus. Tijdens het onderzoek is gebleken dat Easy LIFE was vrijgesteld van deze prospectusplicht op grond van artikel 1c, eerste lid, Vrijstellingsregeling Wte 1995 doordat Easy LIFE aanbood vanaf € 50.000 . Easy LIFE viel derhalve niet onder het toezicht van de AFM.

Tijdens het onderzoek naar een mogelijke overtreding van artikel 3 Wte 1995 heeft de AFM echter geconstateerd dat Easy LIFE in twee gevallen ook onder de € 50.000 heeft aangeboden. Hierdoor was er sprake van een, in omvang zeer beperkte, overtreding van artikel 3, eerste lid, Wte 1995. Daarnaast rees bij de AFM in de loop van het onderzoek het vermoeden dat er mogelijk ook sprake was van oplichting door Easy LIFE. Tijdens het tripartiete overleg van november 2006 is het dossier van Easy LIFE besproken tussen het OM, de FIOD-ECD en de AFM. In dit overleg is besloten dat de AFM aangifte tegen Easy LIFE zou doen bij het OM. Dit is gebeurd op 27 februari 2007. (Zie ook het antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), ook mede namens de minister van Financiën, van 12 december 2008 op de vragen 1 en 2 van de Kamerleden De Wit en Irrgang aan de ministers van Justitie en van Financiën van 20 oktober 2008.)