Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Ten Broeke en Snijder-Hazelhoff over Europees landbouwgeld dat naar Kernfusie gaat
Graag bied ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ten Broeke en Snijder-Hazelhoff over Europees landbouwgeld dat naar kernfusie gaat. Deze vragen werden ingezonden op 23 september 2010 met kenmerk 2010Z13441.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Verburg, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op vragen van de leden Ten Broeke en Snijder-Hazelhoff (VVD) over Europees landbouwgeld dat naar kernfusie gaat.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ‘Landbouwgeld naar kernfusie’? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Is de berichtgeving waar dat er in 2010 vierhonderd miljoen euro landbouwgeld over is en dat de Europese Commissie voornemens is dit in te zetten voor het kernfusieproject ITER?
Antwoord
De Europese Commissie heeft op 20 juli jl. een voorstel gepresenteerd om te voorzien in een gedeelte van de extra financieringsbehoefte van het ITER-project. Een toelichting en kabinetsappreciatie bij dit voorstel is u middels een BNC-fiche toegegaan. 2)
Voor de jaren 2012 en 2013 is €1,4 miljard nodig. Het voorstel behelst een mix van financieringsbronnen. Ten eerste stelt de Commissie voor om de plafonds uit de Financiële Perspectieven voor categorie 1A (concurrentiekracht) op te hogen met €160 miljoen in 2012 en €240 miljoen in 2013. Ter compensatie stelt de Commissie voor om voor hetzelfde bedrag (€400 miljoen) het plafond voor categorie 2 (landbouw) in 2010 te verlagen door het verkleinen van de marge. Daarnaast stelt de Europese Commissie voor om binnen categorie 1A €460 miljoen te herschikken uit het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling (€100 miljoen in 2012 en €360 miljoen in 2013). Deze voorstellen van de Europese Commissie dekken slechts een gedeelte (€860 miljoen) van de financieringsbehoefte van het ITER-project. Voor de resterende €540 miljoen zal later via de geijkte begrotingsprocedures een oplossing gevonden moeten worden. Het voorstel van de Commissie blijft binnen het totaalplafond van de Financiële Perspectieven.
Vraag 3
Deelt u de mening dat ongebruikte landbouwgelden terug moeten vloeien naar lidstaten? Is dat niet ook de afspraak die u met de Tweede Kamer heeft gemaakt nadat eerder overtollige gelden in 2007 ten behoeve van Galileo zijn ingezet?
Antwoord
Ik deel uw mening dat ongebruikte landbouwgelden zoveel mogelijk moeten terugvloeien naar de lidstaten. Een van de overwegingen om in 2007 met de grootst mogelijke moeite akkoord te gaan met de inzet van de onbenutte marge in categorie 2 ten behoeve van Galileo was dat er sprake was van een behoorlijke herschikking binnen categorie 1A (concurrentiekracht). Onder druk van Nederland is in 2007 in de Raad afgesproken dat die aanpassing van de Financiële Perspectieven uitzonderlijk was en geen precedent zou scheppen voor eventuele toekomstige herzieningen.
Vraag 4
Ervan uitgaande dat deze uitgaven voor het ITER-kernfusieproject mogelijk goed te verantwoorden zijn omdat zij moderne uitdagingen aanpakken die lidstaten niet alleen aankunnen, bent u dan niet van mening dat deze gelden elders dienen te worden gevonden, in plaats van geld dat overblijft uit de landbouwbegroting?
Antwoord
Ja. Hoewel Nederland het belang van ITER onderschrijft en voorstander is van de bouw, kan Nederland niet instemmen met het financieringsvoorstel van de Europese Commissie. De voorgestelde herziening van de plafonds van categorie 1A (concurrentiekracht) en 2 (landbouw) van de Financiële Perspectieven is een aantasting van de begrotingsdiscipline en zou tot extra afdrachten van de lidstaten leiden. Bovendien laat het voorstel een deel van de financiering open, waarmee eveneens de begrotingsdiscipline wordt aangetast.
Nederland is bereid constructief mee te werken aan een oplossing binnen de parameters van de Nederlandse inzet ten aanzien van de instandhouding van de plafonds. Nederland acht het wezenlijk dat de oplossing voor deze problematiek primair wordt gevonden binnen categorie 1A, en voor het deel dat uit categorie 1a wordt gehaald middels de kaasschaafmethode, maar sluit gebruik van het compensatiemechanisme niet uit binnen het plafond van de Financiële Perspectieven. Tevens zou de Europese Commissie nader moeten onderzoeken of er bij de programma’s in categorie 1A geen onderbestedingen te verwachten zijn, zoals zij in 2007 inderdaad met succes voor een gedeelte van de extra financiering voor Galileo deed. Nederland vindt het daarbij van groot belang dat de oplossing in categorie 1A van de begroting zoveel mogelijk in samenhang wordt afgewogen.
1) Agrarisch Dagblad, ‘Landbouwgeld naar kernfusie’, 9 september 2010
2) Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 22 112, nr. 1045