Miljoenennota 2011: Eerste stap naar financieel herstel
De overheidsfinanciën zijn door de crisis sterk verslechterd. Er moet krachtig worden ingegrepen om de overheidsfinanciën gezond en houdbaar te maken. In de Miljoenennota 2011 wordt de eerste stap gezet op weg naar financieel herstel en maken de stimuleringsmaatregelen plaats voor maatregelen om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen.
In 2011 wordt een start gemaakt met het terugdringen van het tekort op de begroting. Zo worden de extra uitgaven om de economie te stimuleren afgebouwd en wordt er gestart met besparen. In deze Miljoenennota is het pakket aan bezuinigingsmaatregelen van 1,8 miljard euro in 2011 uit het aanvullend beleidsakkoord verwerkt. Daarnaast is ook het pakket aan maatregelen om structureel 3,2 miljard euro te besparen ingevuld. Dit betreft onder andere loonmatiging, een lagere loonbijstelling voor rijksambtenaren en het schrappen van reserveringen voor extra uitgaven uit het Coalitieakkoord. Meer dan de helft van dit bedrag wordt al in 2011 gerealiseerd.
De schuld loopt komend jaar naar verwachting op van circa 382 miljard euro in 2010 tot circa 406 miljard euro in 2011 (66 procent BBP). Het begrotingstekort daalt in 2011 flink als gevolg van stijgende inkomsten en besparingen, maar is met 4,0 procent BBP nog steeds hoog. De gevolgen van de crisis zullen nog lang merkbaar blijven, ook als de economie weer aantrekt.
In 2011 groeit de Nederlandse economie naar verwachting met 1½ procent BBP. Dit betekent dat de Nederlandse economie na de historische krimp van bijna 4 procent in 2009 in 2010 en 2011 een betrekkelijk normale groei kent. Het herstel is nog wel met veel onzekerheden omgeven.
De Miljoenennota presenteert tevens een evenwichtig lasten- en koopkrachtpakket. De lasten stijgen nagenoeg niet van 2010 op 2011. De verwachting is dat de koopkracht licht zal dalen. De gevolgen voor mensen die hun baan kwijt zijn geraakt kunnen echter groot zijn. Het aantal werklozen loopt naar verwachting op van 4¾ procent in 2009 naar 5½ procent in 2010 en 2011. Gezien de sterke krimp van de economie in 2009 valt deze toename nog mee.