Kamerbrief inzake Uw verzoek aangaande de Nederlandse bijdragen aan fondsen van de Wereldbank en het IMF


Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 24 september 2010 met kenmerk 2010Z13521/2010D36796 inzake de Nederlandse bijdragen aan fondsen van de Wereldbank en het IMF.

Wereldbank

Omvang

In de afgelopen vijf jaar heeft Nederland in het kader van het beleid voor ontwikkelingssamenwerking ruim EUR 1,9 miljard gekanaliseerd via de Wereldbank. Hiervan was EUR 323 miljoen bestemd voor het zachte leningen- en schenkingenloket van de Bankgroep, de International Development Association (IDA). Daarnaast is voor een bedrag van ca EUR 1 miljard bijgedragen aan ruim 100 thematische fondsen van de Wereldbank. Deze fondsen kunnen als volgt worden geclusterd (2006 – heden, afgerond op miljoenen euro’s):

Fragiele staten

358 miljoen

Schuldverlichting

144 miljoen

Klimaat en hernieuwbare energie

109 miljoen

Onderwijs

85 miljoen

Gezondheidszorg

50 miljoen

Goed Bestuur

32 miljoen

Voedselveiligheid

30 miljoen

Groei en verdeling

21 miljoen

Overig

163 miljoen

Naast de bijdragen voor IDA en de thematische programma’s worden ook de Nederlandse bijdragen aan de zogeheten verticale fondsen via de Wereldbank gekanaliseerd. Het gaat hier in concreto om de Nederlandse bijdragen ten behoeve van het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria (GFATM - EUR 260 miljoen), de Global Alliance for Vaccines and Immunization (GAVI - EUR 40 miljoen), het Education for All, Fast Track Initiative (FTI - EUR 275 miljoen) en de Global Environmental Facility (GEF - EUR 40 miljoen). De Wereldbank vervult voor deze fondsen de rol van administratiekantoor en heeft geen directe uitvoerende rol.

Betrokkenheid

De betrokkenheid van Nederland bij de verschillende programma’s verschilt per programma. Bij de driejaarlijkse middelenaanvullingen voor IDA is sprake van een intensief onderhandelingsproces voorafgaande aan de uiteindelijke toezeggingen, waarbij de verschillende donoren hun voorwaarden kunnen aangeven. Bovendien kent elke IDA-middelenaanvulling een zogeheten mid term review. Bij de verticale fondsen zoals GFATM, GEF en FTI is Nederland vertegenwoordigd in de Bestuursraad en praat daarin intensief mee over de aanwending van de middelen. Bij de reguliere thematische fondsen varieert de Nederlandse betrokkenheid. Bij de grotere fondsen is Nederland eveneens vertegenwoordigd in de Bestuursraad en bepaald het mede de koers van het fonds. Voor de overige fondsen komt de stand van zaken aan de orde tijdens het jaarlijkse beleidsoverleg met de Wereldbank. Bovendien hebben de Nederlandse ambassades op landenniveau intensief contact met lokale Wereldbankvertegenwoordigers over de voortgang van de programma’s waarin Nederland participeert.

Resultaten

Een belangrijk hoofddoel van de thematische fondsen bij de Wereldbank betreft het stimuleren van beleidsvernieuwend werk op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. In dit kader worden vaak de belangrijkste internationale spelers rondom specifieke thema’s bij elkaar gebracht. Deze platformfunctie ligt direct in het verlengde van de rol van de Wereldbank als kennisbank en kennismakelaar. De resultaten van de thematische fondsen dienen hun weerslag te krijgen in het reguliere ontwikkelingswerk van de bank, gefinancierd met IDA-fondsen, en moeten ingepast worden in ontwikkelingsplannen van de partnerlanden. De resultaten zijn ondermeer zichtbaar in programma's gericht op het vergroten van toegang tot scholing, de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen, het beheer van biodiversiteit en klimaataanpassing.

Alle thematische fondsen zijn ingepast in een systeem van monitoring en evaluatie. In het rapport Directory of Programs Supported by Trust Funds (beschikbaar op de website van de Wereldbank, www.worldbank.org) wordt voor de meeste fondsen ingegaan op de achtergronden en belangrijkste resultaten.

Nederland ontvangt daarnaast voor alle fondsbijdragen afzonderlijke inhoudelijke rapportages. Volledige inzage in de gegevens van alle fondsen, waar Nederland financieel aan bijdraagt, wordt verkregen via een specifiek ingerichte website die alleen voor donoren toegankelijk is. Op deze site heeft de Wereldbank de gegevens van de fondsen systematisch en per land gesorteerd.

IMF

Het mandaat van het IMF ligt op macro-economisch terrein. Nederland ondersteunt het IMF in de eerste plaats met financiële middelen om concessionele leningen aan lage inkomenslanden mogelijk te maken. Uit de begroting voor ontwikkelingssamenwerking is hiervoor in de afgelopen vijf jaar EUR 9 miljoen ter beschikking gesteld. Nederland financiert daarnaast IMF-programma’s gericht op technische assistentie aan Afrikaanse landen. Hierbij valt te denken aan versterking van belastingsystemen, het tegengaan van witwasactiviteiten en een transparanter beheer van de inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen. De bijdrage aan deze programma’s bedroeg in de afgelopen vijf jaar EUR 5 miljoen.

Nederland is betrokken bij de gefinancierde programma’s via onder meer deelname aan bestuursraden (steering committees) en blijft op de hoogte via inhoudelijke en financiële rapportages, een speciaal voor dit doel ingerichte donorwebsite en evaluatieverslagen.

Alle IMF activiteiten worden regelmatig geëvalueerd, ondermeer door de Independent Evaluation Office van het IMF. Hieruit blijkt dat de door de Nederlandse gesteunde regionale IMF-centra een voortrekkersrol vervullen bij de capaciteitsopbouw op macro-economisch terrein. Gebleken is dat deze centra in Afrika, door versterking van ministeries van financiën, centrale banken, douanekantoren en belastingdiensten, hebben bijgedragen aan het verbeteren van de openbare financiën, op zowel nationaal als lokaal niveau.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen