Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Veldhoven-van der Meer over jaarlijkse verlofreizen van ambassadepersoneel
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Veldhoven-van der Meer over jaarlijkse verlofreizen van ambassadepersoneel. Deze vragen werden ingezonden op 21 september 2010 met kenmerk 2010Z13218.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Veldhoven-van der Meer (D66) over jaarlijkse verlofreizen van ambassadepersoneel.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten ‘Ambassadeverlof kost 3 miljoen euro’ en ‘Meerderheid wil soberder reisregeling’? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat uw departement drie miljoen euro per jaar besteedt aan verlofreizen voor uitgezonden werknemers? Zo nee, wat is het correcte bedrag?
Antwoord
Mijn departement besteedt gemiddeld 3,5 miljoen euro per jaar aan verlofreizen naar Nederland voor uitgezonden ambtenaren en hun op de standplaats verblijvende afhankelijke gezinsleden. Dit bedrag kan per jaar variëren, afhankelijk van het aantal uitgezonden ambtenaren (momenteel 1155) en afhankelijke gezinsleden (momenteel 1648), de ticketprijzen en de valutakoersen.
Vraag 3
Is het waar dat uitgezonden werknemers buiten Europa één keer per jaar recht hebben op een businessclassticket terug naar Nederland voor het hele gezin?
Antwoord
Alle uitgezonden ambtenaren en op de standplaats verblijvende afhankelijke gezinsleden maken inderdaad één keer per jaar aanspraak op een verlofreis naar Nederland. Hiermee worden zij onder meer in staat gesteld voeling met Nederland te houden, contacten met familie en kennissen in Nederland te onderhouden, de bedrijfsarts te bezoeken en op het departement besprekingen te voeren en cursussen te volgen. Voor nabije standplaatsen zoals binnen Europa en Noord-Afrika wordt economy class gereisd. Bij verre bestemmingen mag business class worden gereisd. Dit is onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden die met de vakbonden zijn overeengekomen. Een eventuele bijstelling hiervan vereist daarom overeenstemming met de vakbonden.
Vraag 4
Kunt u aangeven welk deel van de totale verlofreiskosten wordt opgemaakt door deze businessclasstickets?
Antwoord
Ongeveer 90%.
Vraag 5
Welke besparing zou gerealiseerd worden als de uitgezonden werknemers buiten Europa (en hun gezinnen) economyclass zouden reizen?
Antwoord
Jaarlijkse verlofreizen naar Nederland horen bij het werken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is een regeling die geldt voor alle uitgezonden ambtenaren en die ook gebruikelijk is voor medewerkers van organisaties die wereldwijd werken. Indien bij alle verlofreizen economy class gereisd zou worden, zou dat naar verwachting besparing kunnen opleveren van 25% tot 30% van de kosten van de business class. Die schatting is gebaseerd op tickets onder vergelijkbare voorwaarden en met aanzienlijke kortingen die het ministerie van Buitenlandse Zaken op al haar vliegtickets heeft bedongen met marktpartijen.