Kamerbrief inzake Midden-Oosten - Flotilla-rapport van de commissie Hudson-Philips
Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 24 september 2010 met kenmerk 2010Z13493/2010D36640 inzake het Flotilla-rapport van de commissie Hudson-Phillips.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Inleiding
De vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken heeft de regering verzocht aan te geven of de regering voornemens is een standpunt in te nemen over het rapport van de VN fact finding mission onder leiding van de voormalig ICC-rechter Karl T. Hudson-Philips (hierna: de commissie Hudson-Phillips), dat tijdens de vijftiende zitting van de VN-Mensenrechtenraad (MRR) op maandag 27 september besproken zal worden.
Commissie – Hudson-Phillips
Op 22 september 2010 publiceerde de VN fact finding mission onder leiding van rechter Karl T. Hudson-Philips (Trinidad en Tobago) haar onderzoek naar de feiten en omstandigheden rondom het enteren door Israëlische militairen van schepen die onderdeel waren van de Gaza Freedom Flotilla, en naar de vraag of hierbij sprake was van schendingen van het internationaal recht, inclusief internationaal oorlogsrecht en mensenrechten.
Het rapport is als bijlage bij deze brief gevoegd.
De commissie Hudson-Phillips is ingesteld in opdracht van de VN-Mensenrechtenraad (MRR), naar aanleiding van de resolutie die de MRR heeft aangenomen in de veertiende zitting van de VN-MRR op 23 juni 2010 (resolutie A/HRC/RES/14/1):
Para 8- “Decides to dispatch an independent, international fact-finding mission to
investigate violations of international law, including international humanitarian and human rights law, resulting from the Israeli attacks on the flotilla of ships carrying humanitarian assistance ;”.
Het rapport zal besproken worden tijdens de vijftiende zitting van de MRR op 27 september 2010.
De regering is van mening dat de eerste verantwoordelijkheid voor het doen van onderzoek naar het incident bij Israël en bij de betrokken vlaggenstaten (waaronder m.n. Turkije) ligt. Nederland stemde in de MRR derhalve tegen de instelling van deze fact-finding missie. Het Israëlische onderzoek onder leiding van rechter Turkel loopt nog. Israël heeft daarbij internationale waarnemers uitgenodigd. Ook het Turkse onderzoek loopt nog. Voorts heeft de SGVN op verzoek van VN-Veiligheidsraad een eigen onderzoekspanel (commissie Palmer) ingesteld, dat de Israëlische en Turkse onderzoeken onder de loep zal nemen.
De regering is voornemens haar finale afweging te maken zodra alle onderzoeken zijn gepubliceerd. Nederland zit sinds 18 juni 2010 niet meer in de MRR.
Zodra de uitkomsten van bovengenoemde onderzoeken (te weten het Israëlische, Turkse en SGVN-onderzoek) verschijnen, zal uw Kamer nader worden geïnformeerd over de opvatting van de regering.
Bijlage: Report of the international fact-finding mission to investigate violations of international law, including international humanitarian and human rights law, resulting from the Israeli attacks on the flotilla of ships carrying humanitarian assistance, A/HRC/15/21 – 22 September 2010