Kamerbrief inzake antwoorden op vragen vd leden Voordewind, Van der Staaij, Ormel en Nicolai over het besluit van de VNG een delegatie van burgemeesters uit Israël die een bezoek aan Nederland zou brengen, te weigeren
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind, Van der Staaij, Ormel en Nicolai over het besluit van de VNG een delegatie van burgemeesters uit Israël die een bezoek aan Nederland zou brengen, te weigeren. Deze vragen werden ingezonden op 21 september 2010 met kenmerk 2010Z13222.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Ormel (CDA) en Nicolai (VVD) over het besluit van de VNG een delegatie van burgemeesters uit Israël die een bezoek aan Nederland zou brengen, te weigeren.
Vraag 1
Kent u het bericht dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft besloten een delegatie van burgemeesters uit Israël, die volgende maand een bezoek aan Nederland zou brengen, te weigeren 1 ?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse ambassade een negatief advies heeft gegeven aan de VNG ten aanzien van het ontvangen van sommige leden van deze delegatie, namelijk diegene die komen uit de westelijke Jordaanoever? Zo nee, welke rol heeft de Nederlandse ambassade in Israël dan wel gespeeld hierin?
Antwoord
Neen, dat kan ik niet bevestigen. De ambassade in Tel Aviv is begin september 2010 benaderd door de Israëlische vestiging van de Amerikaans-Joodse organisatie Joint Distribution Committee (JDC) met het verzoek om een briefing ter voorbereiding van een reis van 23 Israëlische burgemeesters naar Nederland. Volgens JDC zou de VNG betrokken zijn bij de organisatorische ondersteuning van dit bezoek. In dat verband heeft de JDC de ambassade een lijst overhandigd van de voorgenomen delegatie. Op deze lijst waren zes burgemeesters van nederzettingen vermeld. Hierop heeft de ambassade contact opgenomen met het departement met het verzoek om instructie.
Het ministerie heeft vervolgens navraag gedaan bij de VNG naar de achtergronden van de reis. Desgevraagd heeft het ministerie de VNG geïnformeerd dat vertegenwoordigers van de Rijksoverheid in het algemeen geen contacten onderhouden met de lokale overheden in de nederzettingen. Andere organisaties in Nederland – waaronder de VNG – staat het evenwel vrij zelfstandig te beslissen of het contacten wil aangaan.
Vraag 3
Op welke volkenrechtelijke gronden heeft de Nederlandse ambassade zijn zorgen uitgesproken over de samenstelling van deze delegatie?
Antwoord
Over de status van de nederzettingen bestaat volkenrechtelijk geen verschil van mening. Deze zijn in strijd met het internationaal recht, zoals onder meer is vastgesteld door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en herbevestigd in het advies van het Internationaal Gerechtshof d.d. 9 juli 2004 over de bouw van de veiligheidsbarrière op de Westelijke Jordaanoever. De Europese Raad van 16 september 2010 heeft de strijdigheid van de nederzettingen met het internationaal recht nogmaals bevestigd in zijn verklaring over het Midden-Oosten Vredesproces.
De regering onthoudt zich actief van handelingen die kunnen bijdragen aan de legitimering van deze nederzettingen. Daaronder is ook te verstaan het onderhouden van contacten met autoriteiten in de nederzettingen, zoals burgemeesters. Dit betekent echter niet dat de regering anderen verhindert om contacten met hen te onderhouden.
Vraag 4
Zou zonder het advies van de Nederlandse ambassade het bezoek aan de VNG wel zijn doorgegaan?
Antwoord
Het staat de VNG vrij zelfstandig te beslissen met wie het contacten wil aangaan.
Vraag 5
Wat gaat u doen, nu er grote ophef in Israël is ontstaan over de weigering van een Israëlische delegatie naar Nederland, om de schade in de vriendschappelijke betrekkingen met Israël te beperken en te bevorderen dat het bezoek van de Israëlische delegatie alsnog doorgang kan vinden?
Antwoord
Er is geen sprake van schade in de vriendschappelijke betrekkingen met Israël. De Israëlische regering is goed op de hoogte van het feit dat de VNG een autonome ledenorganisatie is die eigenstandig een positie in deze zaak mag innemen. De woordvoerder van het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dat in zijn persreacties ook onderstreept.
Van groter belang is dat partijen in het Midden-Oosten voortgang maken met onderhandelingen gericht op een duurzame vredesregeling, zodat in de toekomst dit soort incidenten niet meer voorkomt. De regering steunt Israëli’s en Palestijnen in dit streven.
1 Trouw, ‘VNG: geen burgemeesters Jordaanoever op studiereis’, 19 september 2010