Kabinet: minder geld voor inburgering
Het eind van het aantal mensen dat een inburgeringscursus moet doorlopen, raakt in zicht. Door extra investeringen zijn de afgelopen twee jaar meer inburgeraars aan een inburgeringscursus begonnen. Daarom vindt het kabinet het een natuurlijk moment om de budgetten voor de inburgering de komende drie jaren te verminderen.
Het budget voor de inburgering wordt gedurende de komende jaren afgebouwd; volgend jaar met 100 miljoen euro, in 2012 met 175 miljoen en 2013 met 235 miljoen euro. Vanaf 2014 wordt er structureel 333 miljoen euro op inburgering bezuinigd. Dat is de belangrijkste wijziging in de begroting van het ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie voor volgend jaar.
De komende drie jaar zijn er nog voldoende middelen voor de gemeenten beschikbaar om lopende inburgeringscursussen te bekostigen en om nieuwkomers én mensen die hier al langer zijn, een inburgeringscursus aan te kunnen bieden. Nieuwkomers moeten daarna zelf hun inburgering gaan betalen en zich zelfstandig voorbereiden op het examen. Dat geldt ook voor mensen die hier al langer zijn. Zij kunnen daarbij gebruik maken van bestaande voorzieningen.
Het kabinet werkt er tegelijkertijd aan dat gezinsmigranten in de toekomst beter voorbereid naar Nederland komen. Daartoe zullen hogere eisen aan de taalvaardigheid worden ingevoerd bij het examen dat zij in het buitenland moeten afleggen. De toets geletterdheid en begrijpend lezen zal aan het basisexamen inburgering in het buitenland worden toegevoegd. Gezinsmigranten zullen met een betere taalvaardigheid naar Nederland komen en gemakkelijker inburgeren.