Minister ontvangt boek over Nederlandse inzet Irak
Minister Eimert van Middelkoop heeft vandaag ‘Missie in Al Muthanna’, het nieuwste boek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), in ontvangst genomen. Het boek gaat over de Nederlandse krijgsmacht in Irak van 2003 tot in 2005. De presentatie vond plaats in de Haagse Prinses Juliana Kazerne.
Nederland zette tot maart 2005 in Al Muthanna militairen in voor een stabilisatiemissie. Volgens de auteurs, Arthur ten Cate en Thijs Brocades Zaalberg, van het NIMH is de term 'Dutch touch' toepasselijker dan 'Dutch approach' als het over de Nederlandse missie in Irak gaat. Aan het optreden van de Nederlandse militairen lag volgens hen geen uitgewerkt concept ten grondslag dat naar de letter werd uitgevoerd. ‘Dutch touch’ doet meer recht aan de subtiele improvisaties die hebben bijgedragen aan de positieve prestatie die in Al Muthanna is neergezet.
Ondersteunende rol
"De Netherlands Battle Group (NLBG) kon een ondersteunende rol aannemen, terwijl een oud systeem van machtsbalans en sociale controle tussen de stammen in de provincie in werking trad om de rust en orde te bewaren", aldus Ten Cate.
De grote hoeveelheden geld die konden worden uitgegeven, droegen ook bij aan het Nederlandse succes. Ten Cate: "De missie in Al Muthanna kende een wederopbouwdimensie, waardoor de NLBG´s leken op de Provinciale Reconstructie Teams (PRT´s) van tegenwoordig. Met het verschil dat de militaire NLBG-commandanten over een grotere hoeveelheid geld beschikten. Een waardevolle aanbeveling voor toekomstige missies zou daarom kunnen zijn: zorg dat een commandant over een goed gevulde eigen krijgskas beschikt."
Openheid Defensie
De publicatie van het boek past volgens de minister binnen de toegenomen openheid van het ministerie. "Defensie heeft de afgelopen jaren de grenzen flink verlegd en is van een gesloten organisatie veel meer een open organisatie geworden", zei hij. Dit blijkt ook uit het feit dat journalisten embedded meegaan op missie: "Zij trekken hun eigen conclusies. Alleen informatie die rechtstreeks gevaar oplevert voor de troepen, moet begrijpelijkerwijs buiten de openbaarheid blijven."